Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Amos

Wat is het verhaal achter de tekst?

Wie was Amos?

Amos was een profeet. Hij leefde in de achtste eeuw voor Christus, rond dezelfde tijd als de profeet Hosea. Jerobeam II was toen koning van Israël (787-747 voor Christus), en Uzzia was koning van Juda (773-735 voor Christus). De namen van die koningen worden genoemd in het eerste vers van het boek Amos. Daar staat ook dat Amos zijn werk als profeet ‘twee jaar voor de grote aardbeving’ begon. Die aardbeving vond plaats tussen 760 en 750 voor Christus. Dat was een grote ramp, die de mensen zich nog lang daarna herinnerden (zie Zacharia 14:5).

Amos woonde in het koninkrijk Juda, in de plaats Tekoa. Dat ligt 10 kilometer ten zuiden van Betlehem. Hij was boer, en hij had veel schapen.

Als profeet werkte Amos niet in Juda, maar in Israël, in de stad Betel. Israël was in de tijd van koning Jerobeam II een belangrijk land geworden. De leiders van het land waren rijk. Amos had veel kritiek op de oneerlijke verdeling van de rijkdom. In Amos 7:10-17 wordt verteld dat Amos uit de tempel van Betel weggejaagd wordt. Hij mag het volk niet langer als profeet toespreken.

Wat staat er in het boek?

Volgens Amos luisteren de koning, de andere leiders en de priesters niet naar de wetten van God. Daarom waarschuwt Amos hen dat het slecht zal gaan met Israël. Die profetieën zijn vooral te vinden in Amos 1-6.

In Amos 1-2 zegt Amos dat volken die misdaden plegen en arme mensen onderdrukken, gestraft zullen worden. Dat geldt ook voor Israël. De straf die Israël zal treffen, zal lijken op een aardbeving (Amos 2:13).

In Amos 3-6 is Amos woedend: de rijkdom in het koninkrijk Israël is niet eerlijk verdeeld (bijvoorbeeld Amos 5:11). Zelfs de religieuze leiders maken misbruik van hun macht, en de rechters zijn oneerlijk (Amos 5:7).

In Amos 7-9 staan dromen van Amos over de ondergang van Israël. In de eerste twee dromen vraagt Amos aan God om medelijden te hebben met Israël. In de derde, vierde en vijfde droom (Amos 7:7-9; 8:1-3 en 9:1-4) wordt duidelijk dat Israël niet meer gered kan worden. Toch eindigt het boek Amos met twee profetieën over een nieuwe toekomst voor Israël (Amos 9:11-15). Het lijkt erop dat die uitspraken later aan het boek Amos zijn toegevoegd.

Wat zijn de thema’s in dit boek?

Protest tegen onrecht

Amos is een boer, maar hij houdt zich ook bezig met de problemen in de samenleving van Israël. Amos weet dat de rijke mensen rijk zijn geworden doordat zij misbruik hebben gemaakt van arme mensen. Handelaars bedriegen de mensen die hun spullen kopen, en rechters ontvangen geld om oneerlijk recht te spreken.

Amos protesteert sterk tegen onrecht en onderdrukking. Hij heeft eigenlijk maar één boodschap voor de leiders in Israël: God zal iedereen die onrecht doet, streng straffen.

Hoe kun je dit boek lezen?

Het boek Amos is niet één lange toespraak van de profeet, maar een verzameling van verschillende soorten uitspraken. De ene keer spreekt Amos als boodschapper van God. Een andere keer waarschuwt hij zijn publiek persoonlijk. En soms vertelt hij iets over zichzelf, of vertelt iemand anders iets over hem.

Die teksten wisselen elkaar steeds af. In Amos 1 en 2 staan bijvoorbeeld uitspraken van God. Amos geeft die als boodschapper door. Als er dus staat: ‘Daarom staat mijn besluit vast: Ik zal hen straffen’ (bijvoorbeeld Amos 1:3, 6, 9, 11, 13 en 2:1, 4), dan zijn dat woorden van God zelf.

Verder staan er in het boek ook gesprekken tussen Amos en de Israëlieten. Bijvoorbeeld in Amos 5:1: ‘Volk van Israël, luister naar het lied dat ik gemaakt heb.’ Dan heeft Amos het over zichzelf.

In het boek worden ook een paar dromen beschreven (Amos 7:1-9; 8:1-3 en 9:1-4). Daarin vertelt Amos wat hij persoonlijk meegemaakt heeft. In Amos 7:10-17 staat ook een droom, maar die wordt weer beschreven door iemand anders.

Zo wisselen de verschillende teksten elkaar af. Het helpt om steeds goed te kijken wat voor soort tekst je leest: een verhaal over de profeet, een persoonlijke uitspraak, of een boodschap van God.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons