Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De geschiedenis van de handschriften in het Nieuwe Testament

Tekstkritiek in het Nieuwe Testament 2

Ontdekkingen in de zeventiende en achttiende eeuw

Twijfel

Aan het einde van de zeventiende en in de achttiende eeuw kwam er twijfel of de Textus Receptus wel de definitieve versie van het Griekse Nieuwe Testament kon zijn. Geleerden onderzochten tot dan toe onbekende of niet eerder onderzochte bronnen, zoals bijbelcitaten bij de vroege kerkvaders en oude bijbelvertalingen. Daaruit bleek dat er veel afwijkingen (ook wel tekstvarianten genoemd) waren met de Textus Receptus. Zo publiceerden John Mill (1707) en Johann Jakob Wettstein (1751-1752) enorme collecties van tekstvarianten.
Ook kreeg men zicht op bepaalde handschriften die opvallend afweken van de Byzantijnse minuskels. Een voorbeeld is de Codex Vaticanus uit de vierde eeuw na Christus. Deze was sinds 1475 al bekend in de bibliotheek van het Vaticaan. Maar dit handschrift had geen rol gespeeld in de tekstedities van Erasmus tot en met de Textus Receptus.

Tekstsoorten

In de achttiende eeuw werden er grote collecties tekstvarianten aangelegd. Die werden onderzocht en in categorieën ingedeeld. De indeling die Johann Jakob Griesbach hierbij hanteerde is heel bekend geworden. Op basis van zijn onderzoek naar tekstvarianten, deelde hij de handschriften in drie geografische groepen in: de Alexandrijnse, de Westerse en de Byzantijnse handschriften. De editie van het Nieuwe Testament die hij in 1800 uitgaf, verschilde op veel plekken van de Textus Receptus.

Codex Alexandrinus

In de zeventiende eeuw werd door Cyril Lucar, de patriarch van Constantinopel, de Codex Alexandrinus via Constantinopel naar Engeland gebracht als gift voor de steun die hij van de Britse overheid had gekregen. Deze majuskeltekst uit de vijfde eeuw na Christus bleek op veel plaatsen van de Textus Receptus af te wijken. Dit vormde voor geleerden zoals Wettstein en Griesbach een reden om het gezag van de Textus Receptus als definitieve tekst te betwisten.

Codex Ephraemi Rescriptus

In de achttiende eeuw werd er ook een bijzondere ontdekking gedaan met betrekking tot een handschrift dat was hergebruikt. Het gaat om een handschrift met preken in het Syrisch van Ephraim de Syriër, een kerkvader. Men ontdekte dat deze Syrische teksten over een oudere tekst heen waren geschreven. In de oudheid gebeurde zoiets veel vaker. Omdat schrijfmateriaal kostbaar was, werd de oude inkt er soms afgewassen zodat het materiaal weer herbruikbaar werd (dat heet een palimpsest).
Het lukte om de oude tekst weer tevoorschijn te laten komen en zo ontdekte men een Grieks handschrift uit de vijfde eeuw na Christus. De geleerde Tischendorf was de eerste die deze verborgen Griekse tekst ontcijferde. Wat opviel was dat ook deze oude majuskeltekst in veel opzichten afweek van de Textus Receptus.

Lees hier verder over de geschiedenis van de handschriften van het Nieuwe Testament.

Haal het meeste uit debijbel.nl

Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot:

  • Meer dan 20 Bijbelvertalingen (waaronder bronteksten)
  • Extra achtergrondinformatie
  • Studieaantekeningen

Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.10
Volg ons