Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Geschiedenis van de handschriften

Tekstkritiek Nieuwe Testament 1

De eerst beschikbare handschriften


Vulgaat

De Vulgaat is de Latijnse vertaling van de Bijbel. De Vulgaat was in feite de Bijbel in West- en Zuid-Europa tot in de zestiende eeuw. De grondlegger van de Vulgaat was kerkvader Hiëronymus (vierde-vijfde eeuw). Hij begon met deze Latijnse vertaling van de Bijbel: het Oude Testament vertaalde hij vanuit het Hebreeuws en Aramees, en het Nieuwe Testament vanuit het Grieks. Zijn werk werd door anderen voortgezet.

Terug naar de bronnen

In de renaissance (vanaf de veertiende eeuw) vond in Europa een herleving van de antieke oudheid plaats. In de architectuur, de schilderkunst, en de literatuur. Er kwam meer aandacht voor de originele bronnen die achter de bekende en belangrijke teksten lagen. Dat gold ook voor de Bijbel.

Erasmus

Erasmus wilde een goede Latijnse vertaling van het Nieuwe Testament maken. De basis voor zo’n vertaling zou een teksteditie van het Griekse Nieuwe Testament moeten zijn. Hij publiceerde zo’n Griekse teksteditie voor het eerst in 1516. Die editie was gebaseerd op acht Griekse handschriften die in Bazel beschikbaar waren. Daarnaast had Erasmus elders nog vier andere Griekse handschriften kunnen inzien.
De handschriften die Erasmus kon gebruiken waren relatief ‘jong’: ze dateerden voornamelijk uit de twaalfde en dertiende eeuw na Christus en later. Ook behoorden ze allemaal tot hetzelfde type. Tegenwoordig worden deze handschriften ‘Byzantijns’ genoemd. Terwijl Erasmus twaalf Griekse handschriften kende, zijn er inmiddels van deze Byzantijnse handschriften van het Nieuwe Testament meer dan tweeduizend bekend.

Byzantijnse familie

De Byzantijnse handschriften worden ook wel minuskels genoemd. Verreweg de meeste van deze handschriften dateren uit de tiende tot de twaalfde eeuw na Christus, of nog later. Een kleine minderheid is ouder. Omdat de Byzantijnse handschriften onderling sterke overeenkomst vertonen, worden ze door onderzoekers vaak als een ‘familie’ gezien. Je ziet in deze handschriften steeds dezelfde kenmerken terugkomen: het is een licht bewerkte vorm van het Griekse Nieuwe Testament waarin de tekst op allerlei puntjes verbeterd en aangevuld is.
De Byzantijnse handschriften vertonen wel ook onderlinge verschillen, maar hun onderlinge overeenkomst is heel opvallend. Zeker als je deze groep vergelijkt met de majuskels, de oudere handschriften. Dan zie je grote verschillen in de tekst.
Erasmus gebruikte een aantal minuskelhandschriften om zijn Griekse tekst samen te stellen. Maar hij had geen enkel handschrift met het complete Nieuwe Testament. En van sommige delen van het Nieuwe Testament, zoals het slot van Openbaring, had hij helemaal geen Grieks handschrift. Die delen heeft hij daarom terugvertaald uit het Latijn.
De teksteditie van Erasmus leunt sterk op de Byzantijnse handschriften. Maar Erasmus had ook één handschrift van een ander type. En hij gebruikte dus, waar nodig, de Latijnse vertaling van het Nieuwe Testament. Daarom komt de editie van Erasmus, en de latere Textus Receptusniet volledig overeen met de Byzantijnse tekst.

Textus Receptus

Erasmus werkte al aan verbeterde versies van zijn teksteditie en anderen volgden in zijn spoor. Theodorus Beza bracht een aantal tekstedities uit die voortbouwden op de tekst van Erasmus. Eén van die edities van Beza groeide in de zeventiende eeuw uit tot standaardtekst. Deze tekst kwam bekend te staan als de Textus Receptus, ‘de aanvaarde tekst’. De Textus Receptus kreeg gaandeweg een grote status: het werd gezien als de definitieve tekst die goddelijk geïnspireerd was.

Kleine afstand

Heel opvallend is de korte tijdsspanne tussen de minuskelhandschriften en de eerste gedrukte tekstedities die op deze handschriften waren gebaseerd. De vroegste tekstedities, van Erasmus’ eerste editie in 1516 tot de Textus Receptus in 1633, waren voornamelijk gebaseerd op Griekse handschriften die maar enkele eeuwen oud waren. Ze kwamen grotendeels uit de tiende tot de dertiende eeuw. Daar kwam pas in de achttiende eeuw verandering in. Vanaf die tijd werden ook oudere handschriften gebruikt voor het samenstellen en verbeteren van de Griekse tekst van het Nieuwe Testament.

Lees hier verder over de geschiedenis van de handschriften van het Nieuwe Testament.

Haal het meeste uit debijbel.nl

Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot:

  • Meer dan 20 Bijbelvertalingen (waaronder bronteksten)
  • Extra achtergrondinformatie
  • Studieaantekeningen

Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.7
Volg ons