
blindheid
In de Bijbel komen verschillende verhalen over blindheid voor. Er zijn ook wetten om blinden te beschermen, zoals in Leviticus 19:14. Maar blindheid werd ook gezien als een gebrek, en blinden mochten geen priester worden (Leviticus 21:18).
Bescherming
Blinden worden vaak in een adem genoemd met andere groepen die beschermd moeten worden, zoals wezen en weduwen. Ook in Psalm 146:8 horen de blinden bij de mensen waar God voor zal zorgen.
Blindheid als straf
Blindheid werd soms gezien als straf. In Johannes 9:1-2 vragen de leerlingen aan Jezus waarom een man al vanaf zijn geboorte blind is: heeft de man gezondigd, of zijn ouders? Volgens Jezus is de man niet blind door zonde. Hij is blind om door Jezus genezen te kunnen worden. Zo kan Gods werk zichtbaar worden.
Blindheid als metafoor
Blindheid wordt ook als metafoor gebruikt voor mensen die zich niet houden aan Gods wetten, en die niet weten hoe ze moeten leven. Bijvoorbeeld in Jesaja 29:9.
Verhalen over blindheid
In het Nieuwe Testament komen veel genezingsverhalen over blinden voor.
- Eén van de bekendste verhalen is de genezing van Bartimeüs (Marcus 10:46-52).
- Saulus is een paar dagen blind voordat hij als Paulus het goede nieuws over Jezus vertelt Handelingen 9:1-19.
Bijbelverzen
- Jesaja 29:9
- Marcus 10:46-52
- Johannes 9
- Handelingen 9:1-19
- Leviticus 19:14
- Psalmen 146