Hebreeuws, Aramees en Grieks
De boeken van de Bijbel zijn geschreven in het Hebreeuws, het Aramees en het Grieks.
Hebreeuws
De boeken van het Oude Testament werden oorspronkelijk grotendeels in het Hebreeuws geschreven. In die tijd zag het Hebreeuwse schrift er anders uit dan nu. De diverse inscripties die in de Levant
Aramees
In de loop van de tijd werd het Aramees belangrijker dan het Hebreeuws. Het Aramees was eeuwenlang te vergelijken met het Engels in onze tijd: het was een internationale taal. Dat begon in de zevende eeuw voor Christus. En eeuwen later – rond het begin van de jaartelling – spraken veel Joden waarschijnlijk beter Aramees dan Hebreeuws.
Een paar gedeelten in het Oude Testament zijn in het Aramees geschreven:
- de naam Jegar-Sahaduta in Genesis 31:47;
- Ezra 4:8-6:18;
- Ezra 7:12-26;
- Jeremia 10:11;
- Daniël 2:4-7:28
Grieks
Vanaf de tijd van Alexander de Grote (356-323 voor Christus) werd ook het Grieks een wereldtaal. De boeken van het Oude Testament werden toen vertaald in het Grieks. De oudste Griekse vertaling noemen we de Septuaginta