Context en aantekeningen bij Marcus 14:32-41
Hier vind je informatie over de context van Marcus 14:32-41 en aantekeningen bij de tekst.
Het Evangelie volgens Marcus
Meer over de opbouw, stijl, centrale thema’s en andere achtergrond bij het Evangelie volgens Marcus vind je in deze Inleiding op het Evangelie volgens Marcus
Titel en proloog | |
Eerste deel: | |
Tweede deel: | |
Latere toevoeging met een afsluitende reeks verschijningen |
Plek van deze passage in het geheel
Met deze passage bevinden we ons in het laatste stuk van het tweede deel van het Evangelie volgens Marcus (8:27-16:8
Eigen accenten Marcus, in vergelijking met Matteüs en Lucas
Deze passage komt ook voor bij de andere synoptische evangeliën (Mat. 26:36-46; Luc. 22:39-46), waarbij in elk eigen accenten gelegd worden.
- Matteüs volgt grotendeels de weergave van Marcus, Lucas geeft deze scene wat anders weer.
- Alleen Marcus vermeldt hoe Jezus God aanspreekt met Abba.
- De zinssnede ‘Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat U wilt’ ontbreekt in de weergave van Lucas.
- Marcus en Matteüs vermelden hoe Jezus zich afzondert met Petrus, Jakobus en Johannes en na zijn gebed Petrus, als representant van de leerlingen, aanspreekt. Bij Lucas spreekt Jezus de leerlingen gezamenlijk aan.
- De drie evangelisten tekenen Jezus’ gebedshouding subtiel verschillend: bij Marcus laat Jezus zich op de grond vallen, Matteüs geeft aan dat Jezus diep voorovergebogen bidt en Lucas spreekt over knielen. In deze toelichting lees je meer over verschillende gebedshoudingen
.
Aantekeningen
Bij vers 32:
- Getsemane: de Hebreeuwse naam van deze tuin aan de voet van de Olijfberg betekent ‘olijfpers’.
Placeholder
Bij vers 33:
- Petrus, Jakobus en Johannes: Opnieuw worden bij een belangrijke gebeurtenis (zie Marc. 1:29; 5:37; 9:2; 13:3, soms ook met Andreas) enkele leerlingen apart genomen.
Bij vers 34:
- In vers 34 had de NBV ‘Ik voel me dodelijk bedroefd’. De NBV21 heeft gekozen voor een meer krachtige vertaling ‘tot stervens toe’ (heôs thanatou, tot de dood).
Bij vers 36:
- Abba: Abba is Aramees voor ‘vader’ (niet Hebreeuws voor ‘pappie’, zoals eerder wel betoogd door sommige bijbelwetenschappers). Wellicht op aangeven van Jezus benadrukten zijn volgelingen hun onderlinge relatie als die van een familie met God als vader (Marc. 3:31-35; 10:29-30; 11:25; Mat. 6:9; Luc. 11:2; Rom. 8:15-17; Gal. 4:6-7). Dit beeld komt sporadisch voor in de Hebreeuwse Bijbel (Jes. 63:16; 64:7-8; Jer. 3:4, 19; Ps. 68:5-6; 89:27; 103:13). In de Joodse traditie wordt ‘vader’ op zich eerder geassocieerd met Abraham of andere patriarchen dan met God (vgl. Joh. 4:12), terwijl ‘koning’ vaker als titel voor God gebruikt wordt. ‘Vader’ wordt soms gecombineerd met ‘koning’, b.v. in het latere Joodse gebed Avinoe Malkenoe ‘onze Vader, onze Koning’.
- de beker drinken: verwijzing naar Jezus’ lijden en dood (vgl. Mat. 26:39 en 42) en naar het aanvaarden van de gevolgen, meestal van zonden, als oordeel van God (Ps. 75:8-9; Jes. 51:17-22; Jer. 25:15; Ezech. 23:31-34; vgl. Op. 15:7). Vergelijk ook Marcus 10:38-39.
Bij vers 38:
- blijf wakker en bid: Jezus is zich bewust van de zwakheden van zijn leerlingen (Marc. 14:27, 30) en raadt hen aan geestelijk waakzaam te blijven.
- dat jullie niet in beproeving komen: vgl. Matteüs 6:13: ‘En breng ons niet in beproeving’. Jezus herinnert er op deze manier aan dat het geloof van zijn leerlingen op de proef gesteld zal worden (vgl. Gen. 22:1; Ex. 15:25; Deut. 13:4; Recht. 3:4; Job 2:3-6; Hebr. 11:17). De Bijbel duidt daarbij aan dat het de duivel is en nooit God (Job 2:6-7; Jak. 1:13) die concreet – zeg maar: in de uitvoering – een persoon in de beproeving ten val probeert te brengen (zie Mat. 4:1; 1 Kor. 10:13).
- de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak: in deze formulering klinkt een aspect mee van een voorstelling van de beproeving van de rechtvaardigen die vooral geïnspireerd is op het boek Job, namelijk de gedachte dat Satan alleen het lichaam kan aantasten, niet de ziel van de rechtvaardige, zo lang deze trouw aan God blijft. Drie andere aspecten van dit ‘Job-model’ zijn: 1) net als Job kan de rechtvaardige aanvallen verwachten van Satan; 2) Satan ziet de beproevingen die hij brengt als een wedstrijd waarin reputaties op het spel staan, als in de vraag: is Job wel zo rechtschapen?; 3) Satan heeft toestemming van God maar heeft tegelijk slechte bedoelingen.
- Het thema van drie keer in slaap vallen van de leerlingen keert terug in de driemaal herhaalde verloochening van Petrus (Marc. 14:66-72).
Bron: Nieuwe Testament met Joodse toelichtingen, aangepast
Bron: Studiebijbel in Perspectief, aangepast
Bij vers 41:
- het is genoeg: in de Griekse tekst is niet direct duidelijk wat het onderliggende werkwoord ‘apechei’ in deze context betekent. De oorzaak is dat ‘apechei’ spreektaal is. Onduidelijk is of het terugverwijst (naar het bidden of het slapen van de leerlingen), of dat het vooruit verwijst (wat komen gaat). De NBV had het vertaald met ‘het is zover’. En daarmee functioneert het als synoniem van ‘het ogenblik is gekomen’. In de NBV21 is bewust gekozen voor een vertaling die zowel terug als vooruit kan verwijzen: ‘het is genoeg’.
Achtergrondinformatie
Toelichting bij kernwoorden en begrippen
Verdieping bij thema’s
- Verkenning van het thema volhouden in beproeving in deze passage
- Spreken over God als Vader
- Mijn Vader? Jouw Vader? Nee: onze Vader (overdenking)
- Een serie Bijbelstudies over het Onzevader
- Over God als Vader (pdf)
- Over Gods wil (pdf)
- Over beproeving (pdf)
- Interview met een rabbijn over vader zijn in de Joodse Bijbel
- Job en het lijden in het Nieuwe Testament (pdf)
- Bidden: vragen of kijken? (overdenking)
Ga op deze pagina naar:
het Evangelie volgens Marcus als geheel de plek van deze passage in dit geheel de eigen accenten van Marcus in vergelijking met Matteüs en Lucas aantekeningen bij de verzen achtergrondinformatie bij kernwoorden en begrippen