Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Context en aantekeningen bij Lucas 4:14-30

Hier vind je informatie over de context van Lucas 4:14-30 en aantekeningen bij de tekst.

Het Evangelie volgens Lucas als geheel

Meer over de opbouw, stijl, centrale thema’s en andere achtergrond bij het Evangelie volgens Lucas vind je in deze Inleiding op het Evangelie volgens Lucas.

Dit evangelie is opgebouwd in twee hoofdgedeeltes:

1:1-2:52

Jezus’ geboorte en kinderjaren

3:1-9:50

Jezus’ optreden in Galilea

9:51-19:28

Jezus’ reis naar Jeruzalem

19:29-24:53

Jezus in Jeruzalem

hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien

Lucas schreef volgens veel uitleggers tegen het einde van de eerste eeuw, in de periode dat de verwoesting van Jeruzalem nog nadreunde en tot grote spanningen leidde in en rond Joodse gemeenschappen. Hij wil met Lucas-Handelingen uitleggen dat Jezus Christus de vervulling is van Gods belofte aan Israël, maar ook hoe het komt dat de meeste Joden Hem niet hebben aanvaard en het evangelie juist veel niet-Joodse aanhangers in de hele wereld heeft gekregen. Lucas’ werkwijze is dat hij zijn verhaal vormgeeft rond hem bekende overleveringen, maar daar een eigen ordening aan geeft. Het doel is om de boodschap van het evangelie te versterken (zie Luc. 1:1-4).

Plek van deze passage in het geheel

Deze passage vormt het begin van Jezus’ publieke optreden. Voorafgaand hieraan is Jezus door de duivel op de proef gesteld in de woestijn (Luc. 4:1-13). Jezus volgt als het ware in de voetsporen van Johannes de Doper, over wiens optreden Lucas in hoofdstuk 3 geschreven heeft. Zij het dat Lucas de verbinding tussen Jezus en Johannes juist minder sterk aanzet dan bij Marcus en Matteüs het geval is (zie onder bij de vergelijking met deze beide andere evangelisten).

Lucas vertelt vrij uitgebreid over het begin van Jezus’ optreden, met name over wie Hij is en wat zijn opdracht is. Ook zet de reactie van de hoorders meteen de toon voor het vervolg: eerst is er enthousiasme over Jezus’ boodschap, die al vrij snel omslaat in woede en een poging Hem te doden. Dat lukt echter niet en Jezus gaat door met waar Hij voor gekomen is, vooruitlopend op hoe ook na zijn dood en opstanding zijn werk toch doorgaat.

Op de verkondiging van het goede nieuws in Nazaret volgt in het vervolg van dit hoofdstuk een concrete uitwerking van dit goede nieuws in de vorm van diverse genezingen in Kafarnaüm. In Lucas 5 volgt daarop de roeping van Simon Petrus, Jakobus en Johannes en vervolgt Jezus zijn verkondiging van het koninkrijk van God in woord en daad.

Eigen accenten Lucas, in vergelijking met Matteüs en Marcus

Lucas vertelt in samenhang over Jezus’ terugkeer naar Galilea en zijn ervaringen in zijn vaderstad, terwijl zowel Matteüs als Marcus dit als twee aparte episodes hebben. De terugkeer naar Galilea staat in Matteüs 4:12-17 en Marcus 1:14-15; de gebeurtenissen in Nazaret in Matteüs 13:53-58 en Marcus 6:1-6.

Terugkeer naar Galilea

  • In zowel Matteüs als Marcus wordt Jezus’ terugkeer naar Galilea verbonden met de gevangenneming van Johannes de Doper. Lucas noemt dit niet.

Optreden in Nazaret

  • Lucas vertelt over deze gebeurtenissen als onderdeel van het begin van Jezus’ optreden. Matteüs en Marcus vertellen eerst over andere gebeurtenissen en dan over deze ervaring van Jezus in zijn vaderstad.
  • Lucas benadrukt dat Jezus ‘volgens zijn gewoonte’ naar de synagoge ging. Daarmee benadrukt hij dat Jezus een wetsgetrouwe Jood was.
  • Lucas bespreekt veel uitgebreider dan Matteüs en Marcus waarover Jezus sprak.
  • Het aspect van de verbaasde verwijzing naar Jezus’ familie is veel minder prominent aanwezig bij Lucas. In Matteüs en Marcus worden Jezus’ familiegenoten opgesomd en bij naam genoemd, terwijl Lucas alleen de opmerking vermeldt ‘Dat is toch de zoon van Jozef’.
  • Lucas benadrukt als bron voor de verontwaardiging over Jezus’ optreden niet zozeer zijn achtergrond, maar de reden is dat Jezus zegt (onder verwijzing naar Elia en Elisa) dat Hij de woorden van Jesaja niet zal uitvoeren in zijn vaderstad.
  • Lucas vertelt tot slot uitgebreider over wat de inwoners van Nazaret willen doen met Jezus, terwijl zowel Matteüs als Marcus alleen vermelden dat zij aanstoot aan Jezus namen.
  • Jezus’ optreden in Nazaret laat zich zo op twee niveaus lezen. Allereerst is het een episode waarin het hele verhaal van Jezus’ optreden als het ware in een notendop wordt verteld: Jezus is de door God gekozen dienaar, in wie de belofte van het Oude Testament in vervulling gaat en die gekomen is om de verlossing aan het volk te verkondigen (vs. 16-21). Toch wordt deze profeet-messias (vs. 24), op wie de Geest van de Heer die Hem gezalfd heeft, rust (vs. 18), door zijn eigen mensen (vs. 22-23), die Hem willen doden, verworpen (vs. 28-30). Het zijn de niet-Joden die zijn woord zullen ontvangen en zijn boodschap zullen geloven (vs. 25-27). Hierbij moet bedacht worden dat Lucas zijn evangelie schrijft op het moment dat duidelijk was dat Jezus afgewezen werd door het overgrote deel van zijn volksgenoten (zie Hand. 28:23-28). Bovendien zijn niet alle aspecten van het verhaal direct door te trekken naar dit symbolische niveau, want op het niveau van het verhaal zelf biedt Lucas vooral een uitwerking van het enigszins raadselachtige verhaal in Marcus 6:1-6 over Jezus’ optreden in Nazaret. Het was volgens Jezus niet Gods plan om in zijn vaderstad genezingen te verrichten.

Aantekeningen

Bij vers 14:

  • vervuld met de kracht van de Geest: De heilige Geest is een belangrijk thema bij Lucas, dat wijst op goddelijke aanwezigheid en bevestiging (bijv. Ps. 51:13; Wijsh. 9:17). Lucas benadrukt steeds het werk van de heilige Geest in het kader van Jezus’ optreden. Vervuld van de Geest zal Jezus zijn tegenstander tegemoet treden (vs. 1) en overwinnen (vs. 13). Door de Geest gesterkt zal Hij zijn publieke optreden in Galilea beginnen (vs. 18-19). Bovendien draagt de Geest het gezag van zijn onderricht (vs. 32), zijn macht over de demonen (vs. 36) en de genezingen die Hij uitvoert (vs. 40). Zo vertrouwt Jezus zich toe aan de leiding van de Geest (zoals omgekeerd in Jes. 63:10 ongehoorzaamheid aan God wordt omschreven als het krenken van de heilige Geest). Ook in het geboorteverhaal en het optreden van Johannes de Doper speelt de heilige Geest een belangrijke rol (zie 1:15, 35, 41, 67; 2:25-27). In Handelingen komt de uitdrukking ‘vervuld van de heilige Geest’ eveneens een aantal keer terug (zie Hand. 2:4; 6:3).

Bij vers 15:

  • Hij gaf de mensen onderricht: Zoals iedere volwassen Joodse man mocht Jezus in de synagogedienst de mensen toespreken. Hij herneemt daarbij de verkondiging van Johannes de Doper, zoals later zijn boodschap door zijn leerlingen zal worden overgenomen, namelijk het aanbreken van het koninkrijk van God (zie vs. 21, 44, vgl. 3:18 en 9:60; vgl. Mat. 3:1-2; 4:17; 10:7 en Marc. 1:15).

  • geprezen: Vanaf het begin van zijn publieke optreden is Jezus’ onderwijs wijd verspreid en gewaardeerd, maar er volgen ook negatieve reacties (zie 4:28-29).

  • synagogen: Plaatsen waar Joden samenkwamen om te bidden, onderwezen te worden en als gemeenschap bij elkaar te komen.

Bij vers 16:

  • Hij kwam ook in Nazaret: Lucas plaatst het bezoek aan de synagoge van Nazaret (zie 2:51) aan het begin van Jezus’ optreden. Hij tekent Jezus als een wetsgetrouwe Jood die op sabbat de synagoge bezoekt. Zijn optreden begint met een lezing uit de Profeten. Jezus verduidelijkt zijn programma aan de hand van een citatencombinatie uit Jesaja (61:1; 58:6; 61:2, zie ook het overzicht in de aantekening bij vs. 18), die Hij als vervuld beschouwt. Deze openbaring heeft een dubbele reactie tot gevolg: eerst zijn de dorpsgenoten enthousiast, daarna volgt een even snelle verwerping. Dit is volgens Lucas de manier waarop het volk van Jezus op zijn prediking reageert. Vanwege die dubbelzinnige reactie zal Gods redding ook heidenen bereiken, zoals blijkt uit de opmerkingen over de weduwe van Sarepta en de Syriër Naäman (4:26-27).

  • om voor te lezen: De meeste mensen in de klassieke oudheid waren ongeletterd.

Bij vers 18:

  • De weergave van Lucas verschilt op enkele punten van de Jesaja-tekst in de Griekse vertaling:

Jesaja 61:1-2a + 58:6 Septuagint

Lucas 4:18-19

61:1 De geest van de Heer rust op mij, want Hij heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden,
om de verslagenen van hart te helen,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht,

58:6 … geef de onderdrukten hun vrijheid …  

61:2 om een genadejaar van de HEER uit te roepen
en een dag van wraak voor onze God, om allen die treuren te troosten …      

18 ‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden,

om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht,

om onderdrukten hun vrijheid te geven,

19 om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’

hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien

  • Jezus leest een gedeelte uit de profeten (Neviiem) dat als de haftara de wekelijkse lezing uit de Tora aanvult. De tekst die Jezus leest is echter geen onderdeel van een haftaracyclus die tegenwoordig binnen het Jodendom wordt gebruikt. Het is ook niet bekend of een dergelijke lezingencyclus in Jezus’ tijd al bestond. Het belangrijke is dat Lucas hier deze tekst op Jezus betrekt.

  • De Geest van de Heer (…) uit te roepen: De verzen 18-19 zijn geciteerd uit Jesaja 61:1-2 en Jesaja 58:6, volgens de Griekse vertaling (zie bovenstaand schema). Deze tekst is opgebouwd rond drie elementen. (1) Het driemaal terugkeren van ‘mij’ (‘rust op mij’, ‘heeft mij gezalfd’, ‘heeft … mij gezonden’) (vgl. Luc. 3:22). (2) Drie parallelle uitspraken preciseren de opdracht en zelfs de prediking van de ‘gezondene’: ‘om (…) bekend te maken’, ‘om (…) te geven’, ‘om een genadejaar van de Heer uit te roepen’. (3) De herhaling: ‘vrijlating’, ‘vrijheid’ (hetzelfde Griekse woord). (Bij de passage Jesaja 61:1-9 is ook dit preekinspiratie item gemaakt. Hierin vind je meer achtergronden bij deze fascinerende tekst.)

  • armen: Mensen die in materiële en lichamelijke nood zijn. In de Joodse traditie heeft ‘arm zijn’ ook de theologische connotatie van ‘zich helemaal afhankelijk weten van God’ en is daarom soms synoniem met ‘vroom’ of ‘nederig zijn’.

  • gevangenen (…) vrijlating: Johannes de Doper is juist net gevangengenomen (Luc. 3:19‑20).

  • het herstel van hun zicht: Jezus zal inderdaad blinden genezen, maar deze genezing is bovendien een symbool van de openbaring en van de redding (zie 1:79; 2:30; 3:6).

  • vrijheid: Hetzelfde woord wordt op andere plaatsen gebruikt voor de vergeving van de zonden (1:77; 3:3; Hand. 2:38; 5:31; vgl. Jer. 31:34), of het kwijtschelden van een schuld (11:4; dit is overigens het centrale motief van het ‘genadejaar’, het jubeljaar, zie Lev. 25:10). Deze bevrijding zal ook politiek zijn: het volk zal worden bevrijd van zijn vijanden (1:68-74), wat bovendien een sociale bevrijding inhoudt (zie 1:52-53). Kortom: met de vergeving van de zonden zullen ook de politieke en sociale werkelijkheid worden hernieuwd.

Bij vers 21:

  • Vandaag: Een belangrijke en vaak terugkerende uitdrukking in het evangelie volgens Lucas: 2:11; 5:26; 13:32; 19:5, 9; 23:43 (zie 2 Kor. 6:2; Hebr. 3:7-8, 13, 15), die aangeeft dat in Jezus de zo lang verwachte goddelijke ingreep werkelijkheid wordt.

  • in vervulling (…) gaan: Lucas gebruikt dit werkwoord vaak met betrekking tot de vervulling van een profetie. Andere vertaling: ‘is werkelijkheid geworden’.

Bij vers 22:

  • genaderijke woorden: Omstreden is of dit de evaluatie van de toehoorders of van Lucas is en of ze betrekking hebben op de inhoud of de vormgeving. Vermoedelijk menen de toehoorders dat Jezus op een mooie manier spreekt (vgl. Kol. 4:6; Sir. 21:16). In Lucas staat verwonderen namelijk tegenover echt begrijpen. Bovendien kan zo verklaard worden dat de toehoorders niet snappen hoe ‘de zoon van Jozef’ zo’n goede spreker kan zijn.

  • zoon van Jozef: Zie Lucas 2:33, 48; 3:23.

Bij vers 23:

  • Geneesheer, genees uzelf: Een welbekend spreekwoord in de oudheid. Hier betekent het dat iemand de mensen die dicht bij hem staan, niet moet weigeren wat hij wel voor anderen doet, een vorm van ‘eigen volk eerst’. Oftewel, Jezus verwacht dat de mensen in Nazaret Hem zullen vragen hetzelfde te doen als in Kafarnaüm.

  • in Kafarnaüm gebeurd is: De naam betekent letterlijk ‘dorp van Nahum’. Dit is een vissersdorp bij het Meer van Galilea. Lucas’ beschrijving van de gebeurtenissen in Kafarnaüm volgt in 4:31‑41. De toekomstige tijd in ‘zullen jullie Me voorhouden’ slaat daarom op een moment na die gebeurtenissen. Met andere woorden, Jezus deelt tussen de regels door mee dat Hij niet door God gezonden is om in zijn vaderstad te werken. De ingewikkelde chronologie (Jezus grijpt vooruit op gebeurtenissen waarvan de hoorders nog geen weet hebben) kan verklaard worden uit Lucas’ keuze om de volgorde van Marcus (Kafarnaüm-Nazaret) om te draaien en Jezus’ eerste optreden in Nazaret te plaatsen (zie ook bij ‘Eigen accenten van Lucas’).

Bij vers 24:

  • geen enkele profeet (…): Zie Nehemia 9:26 en Jeremia 11:21; 12:6. In de context van Lucas verklaart dit spreekwoord vermoedelijk waarom Jezus geen genezingen in Nazaret verricht. God stuurt profeten (vaak) niet naar hun vaderstad.

  • Luister: (Gr./Heb. amēn, lett. ‘het zij zo’; het enige Hebreeuwse woord dat Lucas gebruikt), een term die gewoonlijk aan het eind van gebeden staat, ook al is de manier waarop Jezus het woord hier gebruikt niet uniek (vgl. Jer. 28:6). Elders vertaalt de NBV21 amēn met ‘Ik verzeker u/jullie’, maar dat botst hier met ‘Ik zeg jullie’.

Bij vers 25-27:

  • Met deze twee voorbeelden (zie 1 Kon. 17:8-16; 2 Kon. 5:1‑14) laat Jezus zien dat God de opdracht kan geven aan Israël voorbij te gaan: Elia werd naar een vrouw gestuurd, een weduwe en bovendien niet-Joods; Elisa genas een Syriër, die bovendien onrein was vanwege zijn ziekte. (Vgl. de aantekening bij 4:18 over armen).

Bij vers 28:

  • ontstaken ze in grote woede: In de christelijke uitleg werd soms gesuggereerd dat deze woede laat zien dat de Joden de messiaanse beloften alleen voor zichzelf wilden houden. Ze wilden, volgens die uitleg, Jezus vermoorden omdat Hij een boodschap van heil had voor de andere volken. Dit is echter een verkeerde uitleg. De afwijzing van Jezus is hier een reactie op Jezus’ weigering om zijn vaderstad messiaanse zegeningen te schenken. Lucas legt in dit verhaal nader uit waarom de inwoners van Nazaret ‘aanstoot aan Hem’ namen (Marc. 6:3). Je kunt deze episode dus niet zomaar veralgemeniseren naar Jezus’ optreden onder zijn tijdgenoten als zodanig, want in andere plaatsen verrichtte Jezus die wonderen juist wél. Wel is dit verhaal, in een  algemenere zin, het eerste voorbeeld van de verharding die volgens Lucas over zijn Joodse tijdgenoten is gekomen (Hand. 28:23-28).

Bij vers 30:

  • vertrok: De zin is nogal geheimzinnig en geeft niet precies aan hoe Jezus kon ontsnappen. Maar de indruk wordt gewekt dat de bescherming van God Jezus in staat stelt om zijn weg te vrij vervolgen en zo zijn opdracht te vervullen.

Achtergrondinformatie

Toelichting bij kernwoorden en begrippen

Verdieping bij thema’s

  • Jezus’ optreden in Nazaret en de roeping van zijn eerste leerlingen worden gevolgd door een hoofdstuk waarin Lucas kernachtig Jezus’ leer neerzet in diens vlakterede. In dit verdiepend artikel wordt deze vlakterede vergeleken met de bergrede in Matteüs.
  • In dit preekinspiratie-item vind je toelichting en achtergrondinformatie bij Jesaja 61:1-9.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons