Proef, en geniet de goedheid van de Heer
Sommige Bijbelteksten gaan al jaren met je mee, andere lichten ineens extra op. In deze serie nemen acht voorgangers en theologen ons mee naar een Bijbeltekst die voor hen een speciale betekenis heeft. Vandaag Esther van Schie over Psalm 34:9.
Proef de goedheid van de Heer. Typisch zo’n tekst die je niet letterlijk kan nemen. Proeven. Het blijft een beetje vaag, multi-interpretabel. Want hoe doe je dat dan, de goedheid van de Heer proeven?
Het is vaak in de ontmoeting met vluchtelingen dat Bijbelteksten voor mij op een nieuwe manier oplichten. En dat geldt ook voor deze tekst.
Afgelopen week was ik bij een Myanmarees echtpaar. Zij is blind aan beide ogen en spreekt geen woord Nederlands. Hij is enorm mishandeld door de overheid in zijn land. De slagen op zijn hoofd hebben zijn normale functioneren tot op de dag van vandaag beperkt.
Bij ons hebben ze nu een veilig onderdak. Eten is er genoeg. Er zijn medicijnen en kleding. Tegelijkertijd is het leven moeilijk. Ze zijn oud, hun gezondheid is broos en ze hebben weinig contacten? Ze komen nauwelijks van hun kamer af.
Via via vroegen ze of ik bij hun thuis het avondmaal wilde komen vieren. Het was zo lang geleden dat ze dat hadden kunnen doen.
En zo waren we met een heel klein groepje mensen in een gewoon huis bij elkaar op een druilerige zondagavond. Ze had het kennelijk koud. Een Unox ijsmuts prijkte op haar hoofd, midden in de zomer. Toch zag ze er waardig uit. In alles was zichtbaar dat dit moment voor haar betekenisvol was.
We zongen een lied dat ik niet verstond. Van een preek zag ik af; hoe zou ik bij hen aan kunnen sluiten? Ik gaf hen een stukje brood en leidde haar hand naar de beker. En ineens realiseerde ik me hoe wezenlijk het is dat je brood tastbaar in je hand kan houden en kan voelen. Dat je wijn in je mond kan hebben en kan proeven.
Ik zag een traan uit de gesloten oogleden langzaam naar beneden glijden over haar verweerde gezicht. Ze was ontroerd en blij. Ze dankte God in een lang gebed dat ik niet verstond.
En ik? Ik was vooral dankbaar. Dankbaar dat voor God status, afkomst of functionaliteit in de samenleving volledig irrelevant zijn.
En ik was dankbaar voor het tastbare van het symbool. Om te weten dat de Heer goed is hoef je niet te kunnen zien, of een vreemde taal te kunnen verstaan. Je kan het kennelijk inderdaad gewoon proeven.