Lag baOmer
Pasen en Pinksteren vallen spreekwoordelijk nooit op dezelfde dag. Er zitten altijd zeven weken tussen de tweede dag van het Pesachfeest tot het Wekenfeest. Dat is een kwestie van tellen, en dat wordt in de joodse traditie letterlijk opgevat. In de synagoge vind je in deze tijd van het jaar een lichtje met een kalender daarbij, die aangeeft hoe ver we zijn met tellen.
Het was ooit een mooie tijd: de Omertijd. Omer is een garve, een bepaalde hoeveelheid graan en de eerste bossen graan werden naar het heiligdom gebracht. Het is de tijd van de idylle van Ruth en Boaz. Zeven weken feest, zou je zeggen. Helaas, het liep allemaal anders. De Joodse gemeenschapen waren tijdens deze feestperiode een makkelijke prooi voor de losgeslagen benden in Europa. Of men kreeg te maken met een dodelijke ziekte. Zo werd elke feestelijkheid de Joden uit handen geslagen, hetzij door de omstandigheden, hetzij door buurvolken vol jodenhaat. De Omertijd werd een rouwtijd.
De enige feestdag in de zeven weken
Deze blog gaat maar over één enkele dag van de zeven pinksterweken: de driëndertigste dag van de Omertelling, LagbaOmer. Dat is ook meteen de enige feestdag van de negenenveertig. Als je op LagbaOmer in Jeruzalem loopt, zie je overal om je heen bruidsparen. Want in de Omertijd wordt niet getrouwd, behalve op LagbaOmer. Boven sprak ik al van een epidemische ziekte. Die heeft te maken met een ramp die die de leerschool van rabbi Akiva, de geestelijke vader van de tweede Joodse opstand tegen Rome overkwam. Gedurende drieëndertig dagen stierven 20.000 leerlingen in de Omertijd en op de drieëndertigste dag hield de plaag wonderlijk genoeg op. Dat wordt uiteraard gevierd.
Simeon bar Jochaj
De primaire viering van LagbaOmer draait om rabbi Simeon bar Jochaj
Kinderspel
Dus toch weer rouw in de Omertijd. Is er dan niets moois te vertellen over LagbaOmer? Ja zeker: het haar van de jongens van drie jaar wordt op LagbaOmer voor het eerste geknipt en daarmee begint ook het godsdienstonderwijs. Het jongetje gaat nu ook de kipa, de keppel dragen. Wat vooral niet geknipt wordt, zijn de zijkanten. ‘Scheer het haar aan de slapen niet weg,’ lezen we in Leviticus 19:27.
En nog iets passends op deze plek: tijdens het leven van Simeon bar Jochaj werd nooit de regenboog gezien, hoewel God zelf die aan de hemel stelde (Genesis 9:12-13) als verbond met zijn schepping – de verdienste van deze rabbi zou zo groot zijn geweest dat de wereld bij zijn leven geen gevaar liep. De kinderen weten er weg mee: ze spelen rond LagbaOmer in de bossen van de Meron met pijl en boog: een regenboog en strijdboog als kinderspeelgoed is in het Hebreeuws hetzelfde woord, gewoon: boog.
Israël viert dit jaar op 25 mei LagbaOmer.
Piet van Midden is PKN-predikant, oudtestamenticus en vader van een joods gezin.