De rol van de Bijbel in het Nederlandse slavernijverleden
Door Martijn Stoutjesdijk
In een recent interview deed de Surinaamse bisschop Choenni
In dit artikel ga ik kort in op enkele voorbeelden en laat ik zien hoe christenen die tegen de slavernij waren de Bijbel lazen.
De vloek van Cham
De eerste Nederlandse theoloog die zich uitgebreid over de slavernij uitliet, was de predikant Godefridus Udemans
Het idee dat Cham
‘Laat die vervloekte Chams Kinderen voor den Duyvel vaaren; die zyn Geschaapen om ons Koffy en Suyker te planten.’
Gelukkig was Kals het hier volstrekt mee oneens. Hij noteerde strijdlustig:
‘Weg met zulke verfoeyelijke Gedachten. Ik meene grond te hebben om te kunnen aanwijzen dat deese Menschen van een ende deselve Natuur met ons uit Adam hunne Oorsprong hebben.’
Gelijkenissen
Ook gelijkenissen werden onderdeel van het debat over slavernij. Jezus vertelt in het Nieuwe Testament verschillende gelijkenissen waarin slaven voorkomen. Als Hij tegen slavernij was, zou Hij dat toch niet gedaan hebben, redeneerden verschillende christenen in deze periode. Maar het echte venijn van de gelijkenissen zat hem er niet alleen in dát ze over slaven spraken, maar in de manier waarop ze dat deden. Zo vinden we aan het einde van een gelijkenis in Lucas 12 de uitspraak:
‘De dienaar die weet wat zijn heer wil, maar geen voorbereidingen treft en niet overeenkomstig zijn wil handelt, zal veel slagen te verduren krijgen’ (vs. 47, het met dienaar vertaalde woord kan ook ‘slaaf ’ betekenen).
Lukas 12:47
In een kritisch artikel in het tijdschrift Dageraad (1863) werd hierover opgemerkt:
‘... een slavenhandelaar of slavenbezitter kan zich, wanneer hij een belijder van het Christendom is, gerust op die woorden van zijn Christus, zijn God, beroepen en daarnaar handelen; hij behoeft daarin niets onmenschelijks te zien, want het komt uit den mond van zijn heiland.’
De voormalige slaafgemaakte Frederick Douglass
‘De geest des Christendoms’
De christenen die kritisch op de slavernij waren en deze graag wilden afschaffen, worstelden met de vraag hoe ze met de Bijbel moesten omgaan. Betekende het ontbreken van een verbod op slavernij dat de Bijbel pro-slavernij was? Nee, dat kon zeker niet het geval zijn, vond de theoloog en abolitionist Nicolaas Beets
Martijn Stoutjesdijk, postdoc-onderzoeker aan de PThU naar de rol van Bijbel en exegese in het Nederlands slavernijdebat van de 17e t/m de 19e eeuw.