De Heer is waarlijk opgestaan


Pasen valt als feest niet voor niets samen met de lente. Het feest van de opstanding rijmt goed met hoe de natuur in de winter wel dood lijkt en in de lente weer tot leven komt. Tegelijkertijd schuurt er iets. Want we weten: de natuur lijkt dood in de winter, maar leeft in feite door. Er is eerder sprake van een winterslaap dan van sterven. Als de associatie met de lente te ver wordt doorgevoerd zouden we ook zo kunnen denken over Jezus: Hij leek dood, maar eigenlijk was Hij in een diepe slaap. Deze gedachtegang is in de traditie van het christendom altijd afgewezen. Christus sliep niet, maar is echt gestorven. Om die reden wordt in alle vier evangeliën op verschillende manieren benadrukt dat Jezus ook echt stierf.
Opstanding: ‘natuurlijk’ onmogelijk
Te geloven dat Jezus uit de dood is opgestaan is daarom geen vanzelfsprekendheid. Opstaan uit de dood kan ‘natuurlijk’ niet. Die opstanding gaat zo juist tegen de natuurlijke gang van zaken in. Die gedachte mag ons alert maken. Als christenen mogen we van harte blij zijn en meevieren dat de natuur weer uitbundig uitloopt. Tegelijk moeten we op onze hoede zijn voor het inzetten van het argument dat iets ‘natuurlijk’ zo is.
Met name de evangelist Johannes laat vaak zien hoe het ‘natuurlijke’ argument mensen op het verkeerde been zet. Wanneer Jezus met de Samaritaanse vrouw bij de bron over ‘levend water’ spreekt, neemt deze vrouw als vanzelfsprekend aan dat Hij het ‘natuurlijk’ over stromend water heeft (Johannes 4:10-11). Wanneer Jezus een menigte mensen te eten geeft, zoeken de mensen Hem de volgende dag weer op om ‘natuurlijk’ nog meer van dat brood te krijgen, zonder te begrijpen om welk voedsel het Jezus werkelijk te doen is (Johannes 6:33-35).
Zo gaat het ook rond de opstanding (Johannes 20:1-18). Johannes zet Maria centraal en tegelijk nodigt hij ons als lezers uit om naast Maria te komen staan. Zouden wij niet dezelfde conclusie trekken als zij, wanneer ze ziet dat de steen voor het rotsgraf waar Jezus in begraven is, is weggehaald? Zouden wij niet evengoed denken: dit graf is geschonden, het lichaam meegenomen? Dat is ‘natuurlijk’ de meest voor de hand liggende conclusie.
Bij je naam geroepen
Nee, te geloven dat Jezus uit de dood is opgestaan is geen vanzelfsprekendheid. Bij Maria dringt het besef dat hier iets uitzonderlijks gebeurd is op een ontroerende manier door. Het moment dat Jezus haar bij haar naam noemt is het moment dat ze Hem als de Opgestane herkent. Zo voegt Maria in in een lange rij van mensen die bij hun naam geroepen worden. Zoals Abraham, maar ook bijvoorbeeld Rebekka, Mozes, Samuel, de profeten, de leerlingen van Jezus. Vrijwel altijd worden deze mensen van de gebaande wegen afgehaald, gaan ze ‘van het padje af’ zogezegd.
Waarom is dat ‘van het padje afgaan’ belangrijk? Dat is omdat het ‘natuurlijke’ argument nogal eens wordt gebruikt om zaken bij het oude te houden. En vaak betekent dat bij het oude houden dat onrecht in stand gehouden wordt. Zoals voor de farao de Hebreeërs ‘natuurlijk’ slaven waren, die ongebreideld uitgeperst mochten worden. Die orde was zo vanzelfsprekend dat het bij niemand opkwam dat het ook anders zou kunnen, zou moeten. Tot Mozes een onmogelijke ervaring ondergaat: hij ziet een struik in brand staan zonder dat die verbrandt. Dat kan ‘natuurlijk’ niet. Maar juist die ervaring maakt dat hij zich door God op weg laat sturen om de onmogelijke opdracht aan te gaan om zijn volksgenoten uit hun slavernij te bevrijden.
Vanzelfsprekendheden op de kop
Zo lieten Jezus’ leerlingen zich door God op weg sturen om de boodschap van het Koninkrijk van God te verkondigen aan alle volken op aarde. Een boodschap die allerlei ‘natuurlijke’ ordeningen ter discussie stelde, door Paulus treffend verwoord in zijn uitspraak dat er in Christus ‘geen Joden of Grieken meer [zijn], [geen] slaven of vrijen, mannen of vrouwen’ (Galaten 3:28). De ‘natuurlijk’ onmogelijke ervaring van Christus’ opstanding sterkte in deze eerste leerlingen het geloof dat onrechtvaardige systemen (zeg maar: de machten en krachten van deze wereld) die onmogelijk te doorbreken lijken, toch doorbroken kunnen worden.
In het licht van de opstanding worden ook wij geroepen om ons heen kijken naar de wereld zoals die nu is. Welke systemen worden ons als ‘natuurlijk’ en daarmee onvermijdelijk voorgesteld? Welk onrecht wordt met die systemen in stand gehouden? Dankzij Christus’ opstanding mogen we geloven dat deze systemen niet zo onvermijdelijk en onoverwinnelijk zijn als ze lijken. Ook wij worden nog steeds geroepen om ‘van het padje af te gaan’ om zo de systemen die de dood in de hand werken te doorbreken. En we mogen erop vertrouwen dat terwijl we ons laten roepen om die weg ten leven te gaan, ook de natuur als geheel weer en meer tot leven gewekt zal worden. Niet voor niks ziet Maria Jezus in het Evangelie volgens Johannes voor de Tuinman aan.
Fulco Timmers is predikant van de Kloosterkerk in Den Haag en draagt bij aan het project Preekinspiratie


