Oorlog in de Bijbel
Het gebied waar de Israëlieten woonden, was vaak het toneel van oorlogen, omdat het op een strategische plek lag: tussen Egypte in het zuiden, de Middellandse Zee in het westen, Assyrië
Drie perioden
De geschiedenis van de oorlogen en veldslagen die in de Bijbel worden beschreven, kan ingedeeld worden in drie perioden:
- de periode vóór de tijd van de koningen: gevechten tussen Israëlitische stammen en Kanaänitische volken en Filistijnen;
- de tijd van de koninkrijken Israël en Juda: gevechten tussen Israël en Juda onderling, en oorlogen met omringende landen zoals Aram
en Moab; - de tijd van de overheersing door de grootmachten Assyrië, Babylonië, Perzië, hellenistische vorsten en Rome.
Veldslag of belegering
Er worden in de Bijbel twee soorten oorlog beschreven:
- de veldslag
in het open veld - de belegering
van een stad
Oorlogen in de vorm van een veldslag tussen twee legers kennen we vooral uit de tijd vóór de koningen. De Assyriërs waren vooral berucht om hun belegeringsoorlogen.
Regels voor oorlogsvoering
In Deuteronomium 20 staan regels waaraan de Israëlieten zich moesten houden bij oorlogsvoering. Bijvoorbeeld onder welke voorwaarden mannen niet in het leger hoefden, en wat er moest gebeuren met de inwoners van een veroverde stad.
Oorlog in het voorjaar
De gunstigste tijd om oorlog te voeren was het voorjaar, na de regens van de winter, en voordat de hitte van de zomer begon. In 2 Samuel 11:1 staat dan ook gezegd dat het voorjaar de tijd is ‘waarin koningen gewoonlijk ten strijde trekken’.