Hoe zag de herdersuitrusting eruit?
Een herder was met zijn kudde vaak lange tijd in het veld, ver weg van de bewoonde wereld. Daarom was het belangrijk dat hij een goede uitrusting had.
Kleding
De herder droeg een lang onderkleed, met een gordel om zijn middel. Daaroverheen droeg hij een dikke mantel, vaak geweven van kameelhaar. Vooral ’s nachts was dat geen overbodige luxe, want het kon behoorlijk koud zijn op het veld. Een eenvoudige doek om zijn hoofd, vastgebonden met een koord of band, beschermde hem overdag tegen de felle zon.
Herdersstaf
De herdersstaf bestond uit een lange, rechte stok met een gekromd uiteinde. De staf diende in de eerste plaats als ‘wandelstok’ voor de herder om zijn tocht door heuvelachtig of ruig landschap makkelijker te maken. Daarnaast gebruikte de herder zijn staf om de schapen op te drijven en bij elkaar te houden (Micha 7:14), of om ze weg te trekken uit gevaarlijke plaatsen. Ten slotte maakte de herder gebruik van zijn staf bij het tellen van de schapen: hij liet daarbij de schapen één voor één onder de staf door de schaapskooi binnengaan (Leviticus 27:31-33; Ezechiël 20:37).
Wapens
Om zijn kudde te beschermen tegen wilde dieren zoals hyena’s en jakhalzen droeg de herder een herdersstok bij zich. Dat was een zware knuppel
Bij de wapenuitrusting van de herder hoorde ook een slinger
Persoonlijke bezittingen
De herderstas was een buidel van leer of stof waarin de herder zijn persoonlijke bezittingen en wat proviand bewaarde. De tas werd over de schouder gedragen of aan de gordel rond de heupen bevestigd. Toen David
In zijn tas had de herder altijd een hoorn gevuld met olijfolie
Ook hadden veel herders een fluit