Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De schaapskooi uit de Bijbel

Als het nacht werd, bracht de herder zijn kudde naar de schaapskooi. De schapen en geiten waren daar beschermd tegen wilde dieren, kou en rovers.

Dubbele omheining

Schaapskooien werden meestal gebouwd in een dal of aan de zonnige kant van een heuvel waar bescherming was tegen de koude wind. De schaapskooi bestond uit een laag gebouw met openingen in de vorm van gewelven. Eromheen was een stenen omheining gebouwd. Als het weer mild was, mochten de schapen in de omheining blijven, maar als het guur was, liet de herder ze het gebouwtje binnengaan.

Zonder deur

De omheining was gemaakt van stenen die los op elkaar werden gestapeld. Aan de buitenkant van de muur werden grote stenen gebruikt, aan de binnenkant kleinere. Onderaan was de muur bijna een meter dik, naar boven toe werd hij smaller. Bovenop de muur lagen doorntakken om indringers tegen te houden.
Er was geen deur bij de ingang van de omheining. De herder ging ’s nachts voor de ingang liggen en blokkeerde die zo. In Johannes 10:9 zegt Jezus dat hij de deur van de schaapskooi is, waardoor de schapen naar binnen en naar buiten gaan.

Tijdelijke schaapskooi

Als een herder maar voor korte tijd in een gebied verbleef, ver weg van huis of in bergachtige gebieden, bouwde hij soms een tijdelijke schaapskooi. Hij vlocht hiervoor een omheining met takken van doornstruiken of maakte een raamwerk van dikke takken.

 

 

 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.10
Volg ons