Wat was de gewijde steen?
Een gewijde steen was in het oude Israël een steen die door mensen op een belangrijke plek werd neergezet, meestal met een religieus doel.
De gewijde steen werd rechtop neergezet, zoals een paal of een pilaar. De term is een vertaling van het Hebreeuwse matseva. Daar komt ook het woord ‘massebe’ vandaan, wat een andere aanduiding is voor een gewijde steen.
Verschillende functies
Het gebruik van gewijde stenen wordt in de Bijbel soms afgekeurd, en soms toegestaan. Dat was waarschijnlijk voor een groot deel afhankelijk van het precieze doel waarvoor men de steen gebruikte:
- voor de verering van afgoden
; - voor de verering van God;
- als teken van een verdrag;
- als gedenkteken.
Een verboden religieus voorwerp
De meeste boeken van de Bijbel, vooral Koningen en de wetboeken, noemen de gewijde steen in verband met afgodendienst. Vaak is er in dezelfde tekst ook sprake van een asjera
In al deze teksten wordt het oprichten van gewijde stenen streng veroordeeld. Deze religieuze praktijk heeft er volgens de bijbelse auteurs aan bijgedragen dat het volk Israël in ballingschap
Een toegestaan religieus voorwerp
Genesis 28:18 vertelt dat Jakob
Een teken van een verdrag
In Genesis 31:45 richt Jakob
In Exodus 24:4 symboliseren twaalf stenen de stammen van Israël. Ze worden door Mozes
Een gedenkteken
Tot slot heeft de gewijde steen in verschillende bijbelteksten de functie van een gedenkteken. Zo zet Jakob