Weduwen en wezen in het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament wordt, net als in het Oude Testament, de hachelijke positie van weduwen en wezen genoemd. Maar hier komt ook het beeld naar voren van economisch zelfstandige weduwen. Hun zelfredzaamheid was misschien het gevolg van het Grieks-Romeinse huwelijksrecht.
De rol van weduwen in de christelijke gemeente
In het vroegste christendom speelden weduwen een bijzondere rol. Dat gold ook voor ongetrouwde en gescheiden vrouwen die ook wel met de term chêrai, ‘weduwen’, aangeduid worden. Weduwe zijn was niet langer een noodlot, maar ook een kans voor een bijzondere levensvorm. Zie bijvoorbeeld de weduwen in Handelingen 9:36-43 die kleding herstellen en zo goed werk doen.
In 1 Timoteüs 5:2-16 wordt uitvoerig over de plaats van weduwen in de gemeente geschreven. De briefschrijver maakt een onderscheid tussen twee groepen: weduwen boven de zestig die maar één man hebben gehad, en jongere weduwen die alleen willen blijven om Christus beter te kunnen dienen. Alleen de eerste groep noemt hij ‘echte’ weduwen.