Zegen in het Nieuwe Testament
In het Oude Testament heeft zegenen de betekenis van het uitspreken van iets goeds over iemand. In het Nieuwe Testament verschuift de betekenis: de zegen is hier een uitspraak van dankzegging of heiliging.
Zegen als dankzegging
In het vroege Jodendom betekent zegenen hoofdzakelijk het zeggen van korte vaststaande teksten voor en na het eten. Zegenen heeft hier vooral de betekenis van danken. In het Nieuwe Testament vinden we hier voorbeelden van. Voordat Jezus
Zegen als heiliging
Zegenspreuken werden in het vroege Jodendom ook gezegd bij het begin van de sabbat