Onreinheid van personen in de Bijbelse reinheidswetten
Mensen konden door verschillende oorzaken onrein
- vloeiingen uit het lichaam;
- het aanraken van een dode;
- contact met een onrein persoon of voorwerp.
Huidvraat
Zwellingen, uitslag of plekken op de huid konden duiden op huidvraat
Als de aandoening genezen was, volgde er een ‘reinverklaring’ door de priester. Daarna moest de genezen persoon een reinigingsoffer
Vloeiingen uit het lichaam
Bepaalde vloeistoffen die door het lichaam worden uitgescheiden, namelijk (menstruatie) bloed, zaad en vloeiingen na de bevalling, maakten een persoon onrein. De periode van onreinheid die het gevolg was, was afhankelijk van de soort uitscheiding. Zulke vloeiingen werden waarschijnlijk als verontreinigend gezien doordat ze verbonden werden met voortplanting. Aan de voortplanting werden sterke, ongrijpbare krachten toegekend.
Regels over deze soort van onreinheid staan met name in Leviticus 12 en Leviticus 15.
Contact met een dood lichaam
Onreinheid werd ook veroorzaakt door het aanraken van een lijk, een menselijk bot of een graf (Numeri 19). Omdat doden nu eenmaal begraven moesten worden, kon deze onreinheid niet helemaal vermeden worden. Maar om weer rein te worden moest men uitgebreide reinigingsrituelen ondergaan.
Onreinheid door contact met een onrein persoon of voorwerp
Omdat onreinheid volgens de Tora