Vrijgelaten slaven in de Bijbel
Meesters hadden in de tijd van het Nieuwe Testament het recht om hun slaven vrij te laten. Dat kon formeel of informeel gebeuren, tijdens het leven van de meester of per testament. Vaak werden slaven vrijgelaten nadat ze enkele tientallen jaren voor hun meester gewerkt hadden.
De rechten en plichten van een vrijgelaten slaaf
Als een slaaf vrijgelaten werd, kreeg hij of zij niet dezelfde status als een vrijgeborene. Die status konden de kinderen van een vrijgelaten slaaf wel krijgen.
Nadat een slaaf vrijgelaten was, had hij nog allerlei verplichtingen. Zo veranderde de verhouding van meester en slaaf meestal in een verhouding van patroon en cliënt. De vrijgelaten slaaf moest dan nog steeds allerlei diensten verlenen. Het was een vrijgelatene ook verboden om een rechtszaak aan te spannen tegen zijn of haar meester.
Redenen om een slaaf vrij te laten
Meestal werden slaven niet vrijgelaten uit liefdadigheid, maar om andere redenen:
- Slaven konden zichzelf vrijkopen door hun eigenaar een som geld te geven.
- Vrijlaten kon een afweging zijn van lasten en baten. De kosten voor een zieke slaaf konden bijvoorbeeld hoger zijn dan de inkomsten die zo’n slaaf opleverde.
- Een andere belangrijke reden was status. Je had een hogere status als de mensen die voor je werkten, geen slaven waren maar vrije mensen.