Waar gaat de Bijbel over?
Twee delen
De Bijbel is een verzameling boeken die uit twee delen bestaat: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het Oude Testament is het dikste deel, en bestaat uit 39 of 47 boeken. Het Nieuwe Testament is een stuk dunner en bestaat uit 27 bijbelboeken.
In het Oude Testament staan. Dat hangt er vanaf welke bijbelvertaling je gebruikt. Er zijn een paar bijbelboeken die we ‘deuterocanonieke boeken’ noemen. Deze boeken staan niet in alle bijbelvertalingen. In de Bijbel in Gewone Taal zijn deze boeken bijvoorbeeld niet vertaald.
Indeling
In dit schema kun je zien hoe de boeken in het Oude en Nieuwe Testament heten, en wat voor soort boeken het zijn. Het schema laat de indeling van de bijbelboeken zien zoals die al heel lang in het christendom gebruikt wordt.
De joodse Bijbel (de Tanach) bestaat uit dezelfde boeken als het Oude Testament zonder deuterocanonieke boeken. Maar de volgorde van de bijbelboeken en de manier waarop de boeken zijn ingedeeld, is anders. In de Tanach zijn de boeken ingedeeld in drie groepen: Tora (de vijf boeken van Mozes), Neviiem (de profetenboeken) en Ketoeviem (de Geschriften).
Hoe begin ik?
Wil je meer weten over de Bijbel, maar weet je niet waar je moet beginnen? Met dit leesplan lees je 21 dagen lang elke dag een stukje uit de Bijbel. De teksten zijn zo gekozen dat je allerlei soorten bijbelboeken en verschillende soorten teksten leest. Er staat steeds een korte samenvatting bij en een vraag om over na te denken.
Het Oude Testament
De boeken van het Oude Testament zijn geschreven voor het begin van onze jaartelling, tussen 1000 en 150 voor Christus. In deze boeken wordt de geschiedenis van het volk van Israël verteld, vanaf het begin van de wereld tot de tijd dat de Joden weer terugkomen uit Babylonië.
De naam Oude Testament komt niet voor in de Bijbel zelf. Deze naam is ontstaan in de tijd van de eerste christenen. Met deze naam wilden de mensen het verschil aangeven tussen de boeken die geschreven waren voor de geboorte van Jezus en die boeken die daarna geschreven waren. De boeken van het Oude Testament worden in het Nieuwe Testament meestal aangeduid als: ‘de wet van Mozes en de andere heilige boeken’ (Matteüs 5:17).
Deuterocanonieke boeken
De deuterocanonieke boeken zijn een uitbreiding bij de boeken van het Oude Testament. Deze uitbreiding bestaat uit acht bijbelboeken en uit toevoegingen aan de bijbelboeken Ester en Daniël. Deze boeken en de extra hoofdstukken bij Ester en Daniël zijn geschreven, tussen het jaar 200 en het begin van onze jaartelling. Ze zijn dus geschreven in de tijd tussen het Oude en het Nieuwe Testament.
Volgens de rooms-katholieke en de lutherse traditie horen de deuterocanonieke boeken bij de heilige boeken van het Oude Testament. In rooms-katholieke en lutherse bijbelvertalingen zijn deze boeken dus altijd in de Bijbel opgenomen. In protestantse bijbelvertalingen worden deze boeken soms toegevoegd als ‘extra’ boeken. Volgens de protestantste traditie horen de deuterocanonieke boeken niet tot de heilige boeken van het Oude Testament, maar is het wel goed om ze te lezen.
Het Nieuwe Testament
De boeken van het Nieuwe Testament zijn geschreven door de eerste christenen, tussen 50 en 125 na Christus. Deze boeken gaan over allemaal over Jezus. Over de betekenis van zijn leven en sterven, en over de betekenis van Jezus voor zijn volgelingen.
Ook de naam Nieuwe Testament is ontstaan in de tijd van het vroege christendom. De vroege christenen gebruikten deze naam om aan te geven dat er na de komst van Jezus een nieuwe situatie was ontstaan. De naam Oude Testament verwijst naar het verbond van God met het volk van Israël. De naam Nieuwe Testament verwijst naar het verbond van God met alle mensen.
Door de komst van Jezus gingen de volgelingen van Jezus het Oude Testament op een nieuwe manier lezen. Zij lazen veel teksten in het Oude Testament op zo’n manier dat deze teksten iets over Jezus vertelden. Het Oude Testament werd gezien als een boek met beloftes die in de tijd van het Nieuwe Testament uitkwamen.