Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Nieuwe Testament

De evangeliën

Aan het begin van het Nieuwe Testament staan vier boeken die ‘evangelie’ worden genoemd. Het woord evangelie betekent: goede boodschap. De goede boodschap is het nieuws dat God zijn Zoon Jezus naar de wereld gestuurd heeft. Hij is gekomen om de mensen te redden.
De vier evangeliën zijn genoemd naar de mensen die de verhalen over Jezus hebben opgeschreven. Volgens de traditie zijn dat: Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Alle vier vertellen ze op hun eigen manier het goede nieuws over het leven van Jezus, zijn sterven en zijn opstanding.
De eerste drie evangeliën (Matteüs, Marcus en Lucas) lijken het meest op elkaar. Ze vertellen vaak over dezelfde dingen. Er worden dezelfde soort woorden in gebruikt. En de volgorde van de verhalen in deze drie evangeliën is gelijk.
De opbouw van deze drie evangeliën is als volgt:

  • De verhalen over Jezus’ geboorte (de geboorte van Jezus staat niet in Marcus)
  • Het optreden van Jezus in Galilea, in het noorden van Israël
  • De reis van Jezus naar Jeruzalem, in het zuiden
  • De kruisiging van Jezus en zijn opstanding in Jeruzalem.

Het evangelie volgens Johannes is anders dan de eerste drie evangeliën. Johannes vertelt verhalen over Jezus die niet voorkomen in de andere evangeliën. Ook gebruikt Johannes vaak andere woorden. En de volgorde van de verhalen in het Johannes-evangelie is ook anders. Hier reist Jezus bijvoorbeeld niet één keer naar Jeruzalem, maar gaat hij er drie keer heen.

De handelingen van de apostelen

Het boek Handelingen gaat over de tijd na de dood en de opstanding van Jezus. Het vertelt over de eerste christelijke gemeentes. Dit boek is waarschijnlijk geschreven door dezelfde schrijver als het evangelie volgens Lucas.

Handelingen laat zien hoe steeds meer mensen in het Romeinse rijk christen worden. Het boek vertelt hoe de apostelen vanuit Jeruzalem op weg gaan en het goede nieuws verder vertellen. Ze beginnen in de omgeving van Jeruzalem. Daarna reizen ze door het gebied rondom de Middellandse Zee. Uiteindelijk komen ze in Rome, de hoofdstad van het Romeinse rijk.

Het eerste deel van Handelingen gaat vooral over de apostel Petrus. Het tweede deel gaat vooral over de reizen van de apostel Paulus. Het boek Handelingen maakt duidelijk dat het verspreiden van de christelijke boodschap het werk is van de heilige Geest. De apostelen hebben van Jezus de opdracht gekregen om het goede nieuws verder te vertellen. De christelijke kerk gaat dus verder met het werk van Jezus en zijn boodschap over Gods nieuws wereld.

Hoe begin ik?

Wil je meer weten over de Bijbel, maar weet je niet waar je moet beginnen?

Met dit leesplan lees je 21 dagen lang elke dag een stukje uit de Bijbel. De teksten zijn zo gekozen dat je allerlei soorten bijbelboeken en verschillende soorten teksten leest.

Er staat steeds een korte samenvatting bij en een vraag om over na te denken.

De brieven van Paulus

De meeste brieven in het Nieuwe Testament zijn van Paulus. Paulus schreef deze brieven aan gemeentes van volgelingen van Jezus, of aan mensen die hij op zijn reizen had ontmoet. De brieven van Paulus staan op volgorde van lengte. De langste brief (aan de Romeinen) staat vooraan. De kortste brief (aan Filemon) staat achteraan.

In Romeinen, 1 en 2 Korintiërs en Galaten staan de belangrijkste dingen die Paulus over God en Jezus te vertellen heeft. Deze vier brieven worden daarom wel zijn ‘hoofdbrieven’ genoemd.

Naast deze hoofdbrieven zijn er nog vijf andere brieven die bestemd waren voor gemeentes van christenen: Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen en 1 en 2 Tessalonicenzen. In drie van deze brieven (Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen) en in de brief aan Filemon staat dat Paulus ze schreef toen hij in de gevangenis zat. Daarom worden deze vier brieven ook wel ‘de gevangenisbrieven’ genoemd.

Ten slotte zijn er nog drie brieven gericht aan mensen die Paulus hielpen. 1 en 2 Timoteüs zijn geschreven aan zijn medewerker Timoteüs. Titus is geschreven aan Titus, een andere medewerker van Paulus.

De andere brieven

Brieven hadden in de tijd van het Nieuwe Testament vaak een paar vaste kenmerken. Er stond wie de brief geschreven had, voor wie de brief bedoeld was, en waarom die geschreven werd. Ook hadden brieven meestal een duidelijk begin en een duidelijk einde.
Deze kenmerken zien we terug bij de meeste brieven in het Nieuwe Testament, maar niet bij alle brieven. In de brief aan de Hebreeën staat niet wie hem geschreven heeft. We weten dus niet wie de afzender is. Ook in 1, 2, 3 Johannes staat geen naam van een afzender. De schrijver noemt zich ‘de kerkleider’. Maar de manier waarop hij schrijft, lijkt erg op het evangelie volgens Johannes.

De andere brieven zijn genoemd naar de naam die boven aan de brief staat. Er is één brief van Jakobus, de broer van Jezus en één brief van Judas, een andere broer van Jezus. En er zijn twee brieven van Petrus, een leerling van Jezus.

Openbaring van Johannes

Het boek Openbaring is geschreven voor de christenen in een gebied dat nu in Turkije ligt. De schrijver van dit boek wil de christenen moed geven. Ze moeten de Romeinse keizer niet als een god vereren. Ook als ze vanwege hun christelijke geloof vervolgd worden, moeten ze proberen vol te houden. Het is nu nog moeilijk, en er zullen nog ergere dingen gebeuren. Maar straks zal alles anders worden. Dan komt Gods nieuwe wereld.

Veel beelden en voorstellingen in het boek Openbaring komen uit de profetenboeken van het Oude Testament. Het is daarom niet altijd makkelijk voor lezers van nu om de beschrijvingen goed te begrijpen.

Wanneer zijn de boeken van de Bijbel geschreven?

We weten niet precies wanneer de verschillende boeken van het Oude Testament geschreven zijn. De meeste bijbelwetenschappers denken dat de teksten in het Oude Testament heel oud zijn. Deze teksten zijn geschreven in de tijd voor de Babylonische ballingschap, tussen 1000 en 600 voor Christus. Maar er zijn ook teksten die veel later geschreven zijn, tussen 600 en 150 voor Christus.
Sommige bijbelboeken, zoals Ezra en Nehemia, gaan over de tijd na de Babylonische ballingschap in 600 voor Christus. Deze boeken moeten dus daarna geschreven zijn. Andere boeken gaan over de geschiedenis van Israël voor de Babylonische ballingschap. Maar dat betekent niet dat ze in die tijd geschreven zijn. Het is ook mogelijk dat in sommige boeken heel oude teksten staan en dat er later nieuwe teksten aan zijn toegevoegd. Dat zou betekenen dat ze niet in één keer zijn geschreven, maar dat ze over een langere periode zijn ontstaan.

Van de boeken van het Nieuwe Testament weten we vrij precies wanneer ze zijn geschreven. De brieven van Paulus zijn de oudste bijbelboeken van het Nieuwe Testament. Deze brieven zijn geschreven tussen 50 en 60 na Christus. Dan komt het evangelie volgens Marcus, dat rond 70 na Christus geschreven is. Daarna komen de andere boeken die allemaal tussen 80 en 125 na Christus zijn geschreven. De boeken van het Nieuwe Testament zijn dus in een vrij korte periode ontstaan.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons