Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Ruth 1:1-22 en 4:13-22 – Preekinspiratie

Deze passage in de NBV21

1In de tijd dat de rechters het volk leidden, brak er een hongersnood uit in het land. Een man trok daarom met zijn vrouw en zijn twee zonen weg uit Betlehem in Juda, om als vreemdeling te gaan wonen in de vlakte van Moab. 2De naam van de man was Elimelech, die van zijn vrouw Naomi, en zijn twee zonen heetten Machlon en Kiljon; het waren Efratieten uit Betlehem in Juda. Toen ze in de vlakte van Moab waren aangekomen, bleven ze daar wonen. 3Na enige tijd stierf Elimelech, de man van Naomi, en zij bleef achter met haar twee zonen. 4Zij trouwden allebei met een Moabitische vrouw. De naam van de ene was Orpa, die van de andere was Ruth. Nadat ze daar ongeveer tien jaar gewoond hadden, 5stierven ook Machlon en Kiljon, en de vrouw bleef alleen achter, zonder haar twee zonen en zonder haar man.

6Toen Naomi hoorde, daar in Moab, dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en het weer brood had gegeven, maakte ze zich samen met haar twee schoondochters gereed om Moab te verlaten en terug te keren. 7Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had en ging terug naar Juda. Maar eenmaal onderweg 8zei Naomi: ‘Gaan jullie nu maar allebei terug naar het huis van je moeder. Moge de HEER zo goed voor jullie zijn als jullie voor mij en mijn gestorven zonen zijn geweest. 9Moge Hij ervoor zorgen dat jullie allebei geborgenheid vinden in het huis van een man,’ en ze kuste hen. Toen barstten zij in tranen uit 10en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk!’ 11‘Ga terug, mijn dochters,’ zei Naomi, ‘waarom zouden jullie met mij meegaan? Kan ik soms nog zonen krijgen die jullie mannen kunnen worden? 12Ga toch terug, want ik ben te oud voor een man. Zelfs al zou ik nog hoop koesteren, zelfs al sliep ik vannacht nog met een man en al bracht ik nog zonen ter wereld – 13zouden jullie dan wachten tot ze groot zijn en je ervan laten weerhouden met een andere man te trouwen? Nee, mijn dochters, mijn lot is te bitter voor jullie; de HEER heeft zich tegen mij gekeerd.’ 14Opnieuw begonnen zij te huilen. Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde. 15‘Kijk, je schoonzus gaat terug naar haar volk en haar god,’ zei Naomi, ‘ga haar toch achterna!’ 16Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 17Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Alleen de dood zal mij van u scheiden, en anders mag de HEER met mij doen wat Hij wil!’ 18Naomi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan. 19Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem.

Hun aankomst in Betlehem baarde veel opzien. Overal in de stad riepen de vrouwen: ‘Dat is toch Naomi?’ 20Maar ze zei tegen hen: ‘Noem me niet Naomi, noem me Mara, want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. 21Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Naomi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?’ 22Zo kwam Naomi terug uit Moab, samen met haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.

Ruth 1:1-22NBV21Open in de Bijbel

13Daarna nam Boaz Ruth bij zich, zij werd zijn vrouw, en hij sliep met haar. De HEER liet haar zwanger worden en ze baarde een zoon. 14De vrouwen zeiden tegen Naomi: ‘Geprezen zij de HEER, die jou vandaag iemand gegeven heeft die voor je zorgen zal. Moge zijn naam in Israël blijven voortbestaan! 15Hij zal je je levensvreugde teruggeven en je onderhouden als je oud bent, want je schoondochter, die je liefheeft en die meer waard is dan zeven zonen, heeft hem gebaard.’ 16Naomi nam de jongen op haar schoot en bleef hem vanaf dat moment verzorgen. 17De buurvrouwen gaven hem zijn naam. ‘Naomi heeft een zoon gekregen,’ zeiden ze, en ze noemden hem Obed. Hij is de vader van Isaï, die de vader is van David.

18Dit zijn de nakomelingen van Peres: Peres verwekte Chesron, 19Chesron verwekte Ram, Ram verwekte Amminadab, 20Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, 21Salmon verwekte Boaz, Boaz verwekte Obed, 22Obed verwekte Isaï, en Isaï verwekte David.

Ruth 4:13-22NBV21Open in de Bijbel

Waar gaat het om in dit gedeelte?

Bekijk of luister

met Anne-Mareike Schol-Wetter, Hoofd Bijbelgebruik bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Blijf op de hoogte

Wil je een seintje ontvangen wanneer er nieuw materiaal online staat?

Ter inspiratie: De kaars vlamt weer op

Het begin van Ruth (1:1-5) is als een kaars die uitdooft: een man trekt weg met zijn gezin om elders als vreemdeling te wonen. De man sterft, de zonen sterven, de vrouw blijft alleen achter. Het eind van het boek gaat juist over nieuw leven, zoals het geslachtsregister laat zien (4:18-22). De kaars leek gedoofd, maar de vlam wordt nieuw leven ingeblazen.

De overgang van dood naar nieuw leven in het boek Ruth weerspiegelt de situatie van Israël. De situatie van Israël in ballingschap wordt vaak voorgesteld als een doodgelopen spoor. Het nieuwe Israël komt als het ware uit de dood tevoorschijn (denk aan Ezechiël 37). Diezelfde symboliek zit in het boek Ruth. De lijn die gebroken leek te zijn wordt nieuw leven ingeblazen.

Tegelijk laat het boek Ruth zien dat de nieuwe tijd niet simpelweg ‘terug naar vroeger’ is. Bij deze nieuwe toekomst past een nieuw type leider. Deze nieuwe leider, waarvan Boaz een voorbeeld is, is geen militaire held. Zijn heldendom is opkomen voor de zwakken. De bevrijding die hij brengt kenmerkt zich door chèsèd, eenvoudige trouw. Daarin volgt hij het voorbeeld van Ruth. Want de kern van het verhaal is hoe Ruth, als buitenlandse, dankzij haar daden van trouw (chèsèd) in Israël wordt opgenomen, en hoe dankzij haar de bittere Naomi haar levensvreugde terugvindt.

Het boek laat zien dat een rijk en harmonieus leven mogelijk is als mensen de weg van chèsèd bewandelen. Zo schetst het boek een ideaalbeeld van de gemeenschap. Een beeld van samen delen en samen eten; een sfeer van eensgezindheid; gezamenlijke lofprijzing aan God; vreugde. Er is solidariteit tussen arm en rijk en tussen man en vrouw, harmonie tussen mensen onderling, met God en met het land. Dit verbeeldt de situatie van Gods nieuwe wereld. Daarmee wijst het boek Ruth vooruit naar de messiaanse tijd die ook de profeten beschrijven, als de volken zullen toetreden om te delen in de zegen van Israël. Het boek Ruth eindigt met het geslachtsregister van David. Het boek beschrijft niet alleen de voorgeschiedenis van David. Het brengt ook een messiaans beeld naar voren, over de ideale gemeenschap en de ideale leider, en over een weg uit de dood naar het leven.

Meer weten?

Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?

Op deze pagina vind je aantekeningen bij de tekst en meer informatie over de opbouw en context.

In dit verdiepend artikel wordt ingegaan op verschillende manieren van kijken naar Betlehem, is het nu klein en gering of juist niet?

Hier lees je deze tekst in verschillende vertalingen. En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier de passage in verschillende vertalingen met aantekeningen (tip: zet bij ‘Persoonlijk’ ‘Toon voetnoten’ en ‘Toon verwijzingen’ aan).

Bijbel Basics

Een bijpassend Bijbel Basics item vind je hier.

Op deze pagina:

... vind je in video-vorm, podcast en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.

Het verhaal van Ruth is niet alleen een aangrijpend verhaal over menselijke trouw, maar wijst ook vooruit naar de messiaanse tijd waarin de volken zullen toestromen om de God van Israël te aanbidden.

Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons