Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Betlehem: klein of niet?

Dit verdiepende artikel gaat in op het Micha-citaat in Matteüs 2:6. Het bespreekt de tekstuele verschillen en de mogelijke interpretatie die erachter ligt. Hoewel Micha 5:1 en Matteüs 2:6 op het eerste gezicht precies het tegenovergestelde lijken te zeggen, zal gek genoeg de conclusie zijn dat ze vermoedelijk precies dezelfde gedachte hebben willen overbrengen.

‘Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren (…).’ Deze tekst uit Micha 5:1 is binnen het christendom vooral bekend geworden doordat de evangelist Matteüs de profetie geciteerd en op Jezus heeft toegepast. Maar wanneer we Micha 5:1 en het citaat in Matteüs 2:6 naast elkaar leggen, zien we enkele opvallende verschillen tussen de twee teksten. Wat het meest in het oog springt, is dat terwijl Micha de stad Betlehem ‘klein’ noemt, Matteüs Betlehem juist karakteriseert als ‘zeker niet de minste’. In dit artikel zullen we de verschillen tussen Micha 5:1 en Matteüs 2:6 onder de loep nemen en er een verklaring voor proberen te vinden.

‘Te klein’ versus ‘zeker niet de minste’

Micha 5:1 luidt in de vertaling van de NBV21 als volgt:

Uit jou, Betlehem in Efrata,

te klein om tot Juda’s geslachten te behoren,

uit jou komt iemand voort die voor Mij over Israël zal heersen.

In Matteüs 2:6 staat het volgende:

“En jij, Betlehem in het land van Juda,

bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda,

want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’

Waar Micha Betlehem ‘(te) klein’ noemt, spreekt Matteüs juist over ‘zeker niet de minste’. Hoe valt dat te verklaren? Matteüs heeft hier geen gebruik gemaakt van de Septuaginta (LXX), de Griekse vertaling van het Oude Testament. Die sluit in dit vers namelijk vrij nauw aan op de Hebreeuwse tekst.

In het verleden hebben sommige exegeten geprobeerd het verschil tussen Micha 5:1 en Matteüs 2:6 uit te leggen (en het citaat van Matteüs te rechtvaardigen) door te veronderstellen dat de Hebreeuwse tekst van Micha 5:1 er oorspronkelijk anders heeft uitgezien. Een extra argument daarvoor was dat de zinsbouw in de Masoretische tekst wat ongebruikelijk is. Letterlijk vertaald luidt de Hebreeuwse tekst van Micha 5:1a-b namelijk als volgt:

“En jij, Betlehem in Efrata, klein om te zijn onder Juda’s geslachten”

De woorden ‘klein om te zijn’ (in het Hebreeuws ṣāʿîr lihǝyôt) zijn wat merkwaardig. Het is onzeker hoe ze precies begrepen en vertaald moeten worden. Vooral de vorm lihǝyôt (‘om te zijn’) is vreemd. Precies hetzelfde woord komt ook in het volgende deel van de zin voor (‘om [heerser] te zijn’). Dat maakt het goed denkbaar dat er sprake is van een overschrijffout.

Bijbelgeleerden hebben verschillende tekstwijzigingen voorgesteld om dit probleem op te lossen. We noemen er twee.

1. Door sommige geleerden wordt voorgesteld om in plaats van lihǝyôt, ‘om te zijn’, de woorden lōʾ hāyît, ‘jij was niet’, te lezen, wat in het Hebreeuws erg op elkaar lijkt. De hele zin zou in dat geval luiden: ‘Jij was niet klein onder de geslachten van Juda.’ Dit komt vrijwel overeen met het citaat van Matteüs.

2. Andere exegeten stellen voor om het woordje lihǝyôt (‘om te zijn’) helemaal weg te laten en de laatste letter van Efrata (een hee) als lidwoord (in het Hebreeuws ha-) toe te voegen vóór ‘klein’. De tekst luidt op die manier: ‘En jij, Betlehem in Efrata, de kleinste onder de geslachten van Juda, (…)’.Deze tekstwijziging was niet bedoeld om Micha 5:1 beter af te stemmen op het citaat in Matteüs, maar om een meer voor de hand liggende Hebreeuwse zin te krijgen. Toch zou het citaat van Matteüs ook uit deze Hebreeuwse zin af te leiden kunnen zijn. In het Hebreeuws kan dezelfde zin namelijk ook worden geïnterpreteerd als een (retorische) vraag: ‘Ben jij soms de kleinste onder de geslachten van Juda?’ (het lidwoord ha- wordt dan opgevat als een vraagwoord, dat er in het Hebreeuws hetzelfde uitziet). Vervolgens zou de vraag in de Griekse vertaling kunnen zijn omgezet in een directe bewering, het antwoord op de retorische vraag: ‘Jij bent zeker niet de kleinste (…)’, een vertaaltransformatie die we ook in de Septuaginta regelmatig aantreffen (bv. Jes. 45:21).

Wat is de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst?

Het is maar de vraag of een van de bovengenoemde tekstwijzigingen daadwerkelijk een meer oorspronkelijke lezing van Micha 5:1 biedt dan de MT. Tegen alle twee de voorstellen pleit dat er geen steun voor is in andere oude handschriften en vertalingen, en tegen de eerste dat het geen betere tekst oplevert. De Bijbelgeleerde Barthélemy, die in dit onderzoeksgebied als belangrijke autoriteit geldt, beschouwt de MT-lezing van Micha 5:1 als de meest oorspronkelijke. Die bevat namelijk de lastigste lezing (de zogenaamde lectio difficilior), die meer kans heeft om oorspronkelijk te zijn, omdat schrijvers of redacteuren eerder geneigd waren teksten te vereenvoudigen. De vorm lihǝyôt (‘om te zijn’) kan dan betekenen dat Betlehem (te) klein is om binnen de categorie van de geslachten van Juda te vallen, letterlijk: ‘(te) klein om te zijn onder Juda’s geslachten’. Dit is gevolgd door de NBV21: ‘te klein om tot Juda’s geslachten te behoren’.

Waar komt het verschil vandaan?

Laten we er dus vanuit gaan dat Micha 5:2 met ‘(te) klein’ inderdaad de oudste Hebreeuwse tekst is. Hoe is dan de variant ‘zeker niet de geringste’ in Matteüs 2:1 ontstaan? Er zijn verschillende mogelijkheden.

Ten eerste is het mogelijk dat er in Matteüs’ tijd een Hebreeuwse versie van Micha 5:1 circuleerde die subtiel afweek van de MT en die leek op het tweede voorstel dat we hierboven besproken hebben (‘En jij, Betlehem in Efrata, de kleinste onder […]’). Matteüs zou van deze afwijkende Hebreeuwse tekst gebruik kunnen hebben gemaakt, en die als retorische vraag kunnen hebben opgevat.

Een tweede mogelijkheid is dat Matteüs eenvoudigweg een tekst als de MT voor zich heeft gehad maar die op zijn eigen manier heeft geïnterpreteerd en vertaald, met een eigen doel voor ogen. De gedachte van Matteüs was wellicht dat deze kleine stad door de geboorte van de messias groot was gemaakt.

Een derde optie is dat Matteüs zich op een bestaande Griekse traditie heeft gebaseerd waarin dit verschil al aanwezig was. Deze mogelijkheid wordt verdedigd door Maarten J. Menken. Volgens hem heeft Matteüs niet zelf de aanpassingen in het citaat aangebracht, aangezien de taal van het citaat niet kenmerkend is voor Matteüs.  In plaats daarvan gebruikte Matteüs een Griekse bron waarin de Hebreeuwse tekst op een wat vrije wijze was weergegeven. Het woordje lihǝyôt (‘om te zijn’) zou door deze bron opzettelijk gelezen kunnen zijn als lōʾ hāyît (‘jij was niet’; vergelijk oplossing 1 hierboven). Zulke vrije interpretaties waren in die tijd heel gebruikelijk en komen we ook in de Targoem en de Septuaginta veelvuldig tegen.

Andere verschillen

Er zijn nog enkele andere verschillen tussen de twee teksten.

  • Daar waar Micha 5:1 Betlehem situeert ‘in Efrata’, spreekt Matteüs 2:6 over Betlehem ‘in het land van Juda’. Waarschijnlijk is er in het citaat voor Juda gekozen omdat die naam voor lezers veelzeggender was dan Efrata. De verwachting was immers dat de messias uit het huis van David, en daarmee uit de stam van Juda, zou voortkomen (vgl. Op. 5:5; Gen. 49:9-10 LXX).
  • Verder lezen we in Micha 5:1 ‘onder de geslachtenvan Juda’, terwijl Matteüs 2:6 ‘onder de leiders van Juda’ heeft. Het Hebreeuwse woord ʾelep (‘duizend’, ‘stam’, ‘geslacht’) lijkt te zijn gelezen als ʾallûp (‘stamhoofd’), wat vervolgens in het Grieks is weergegeven als hēgemōn. Mogelijk speelde daarbij invloed van Psalm 68:28 (67:28 LXX), waar eveneens wordt gesproken over de leiders (hēgemōn) van Juda.
  • Tot slot wijkt de laatste zin van het citaat enigszins af van de tekst in Micha: ‘want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden’. Deze zin lijkt door Matteüs te zijn ontleend aan 2 Samuel 5:2 (of de parallel daarvan in 1 Kron. 11:2).

Voor deze verschillen geldt dat het onwaarschijnlijk is dat ze al in een Hebreeuwse brontekst aanwezig waren. Volgens Menken is de toevoeging van 2 Samuel 5:2 een aanpassing door Matteüs zelf, terwijl de andere afwijkingen vermoedelijk al te vinden waren in de Griekse bron waar hij zich op baseerde. Micha 5:1 verwijst impliciet naar een koning uit het huis van David. De toevoeging van 2 Samuel 5:2, waar het gaat over Gods belofte aan David dat hij de leider zou zijn die het volk Israël zou hoeden, versterkt de verwijzing naar de messias als zoon van David.

Een grootse stad

De vraag hoe de verschillen tussen Micha 5:1 en het citaat in Matteüs 2:6 verklaard kunnen worden, valt dus niet eenduidig te beantwoorden. Bij de meeste verschillen zal het gaan om aanpassingen of interpretaties door de evangelist zelf of om afwijkingen die al aanwezig waren in een Griekse bron die hij gebruikte. Bij de kwestie van ‘de kleinste’ of ’zeker niet de minste’ is het mogelijk dat Matteüs’ lezing verband houdt met een Hebreeuwse tekst die afweek van de MT.

Een opsomming van de verschillen tussen Micha 5:1 en het citaat in Matteüs 2:6 kan de indruk wekken dat de twee teksten behoorlijk ver uit elkaar liggen. Maar als je kijkt naar wat beide teksten willen zeggen, valt dat uiteindelijk wel mee. In beide teksten staat het menselijke, aardse perspectief tegenover het goddelijke, hemelse perspectief. Wat in de ogen van mensen klein is, is groot bij God, en andersom.

In Micha staat Betlehem, dat in de tijd van de profeet te klein is om mee te tellen, tegenover de toekomstige vredevorst die God uit Betlehem zal laten voortkomen. Micha laat Betlehem dus verschijnen vanuit menselijk perspectief. Hij laat impliciet dat Betlehem binnen Gods handelen een grote rol krijgt.

Binnen het verhaal van Matteüs laat het citaat van Micha 5:1 zien dat de messias uit Betlehem komt en niet uit Jeruzalem. De focus ligt hier op de grote rol van Betlehem in Gods plan, dus vanuit Gods perspectief. Daarbij past de weergave dat Betlehem ‘zeker niet de minste’ is.

De strekking ervan blijft hetzelfde: Betlehem lijkt in de ogen van mensen misschien klein, maar door een goddelijke lens gezien is de stad zeker niet de minste, omdat uit deze stad de beloofde koning afkomstig is.

Dr. Mirjam van der Vorm-Croughs is specialist vertalen & exegese Oude Testament bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.

Bronvermelding

Mirjam van der Vorm-Croughs, ‘Betlehem: klein of niet?’ in: Met Andere Woorden 43/online (oktober 2024).

Geraadpleegde literatuur:

  • Sijbrand Alblas, ‘Een vrij citaat in Matteüs 2:6? Betlehem bij Micha en Matteüs’ in: Met Andere Woorden 38/2 (november 2019), 42-49.
  • Francies I. Andersen & David Noel Freedman, Micah. A New Translation with Introduction and Commentary, New Haven & Londen 2000.
  • Dominique Barthélemy, ed., Critique textuelle de l’Ancien Testament 3. Ézéchiel, Daniel et les 12 Prophètes, Fribourg 1992.
  • W.D. Davies en D.C. Allison, The Gospel according to Saint Matthew, Volume I, Edinburgh 1988.
  • Rainer Kessler, Micha, Freiburg 1999.
  • Maarten J.J. Menken, Matthew’s Bible. The Old Testament Text of the Evangelist, Leuven, Paris, Dudley (MA) 2004.
  • A.S. van der Woude, Micha, Nijkerk 1977.

Preekinspiratie bij Advent en Kerst

Dit artikel is geschreven als verdiepende achtergrond bij een serie van zes Preekinspiratie-items bij Advent en Kerst 2024.

Vakblad Met andere woorden

Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.

Lees meer

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons