Marcus 10:46-52 – Preekinspiratie

met Marco Visser, predikant (PKN) in Rotterdam en post-doc onderzoeker aan de PThU

De genezing van Bartimeüs is het laatste genezingsverhaal in Marcus. Het is ook de enige keer dat degene die genezen wordt met naam en toenaam wordt genoemd. Er klinkt in dit korte verhaal veel mee.

De omstanders willen Bartimeüs monddood maken: ze berispen hem. Dat woord is door Marcus al eerder gebruikt in situaties waarin mensen Jezus’ werk dwarsbomen: Petrus die Jezus fel terechtwijst (8:32) en de leerlingen die de kinderen bij Jezus weghouden (10:13). Steeds gaat het om zaken die men niet vindt passen bij Jezus’ rol als messias. Jezus mág niet lijden en sterven, want Hij is de messias (8:29, 32); Hij heeft belangrijker dingen te doen dan kinderen bij zich te laten of blinde bedelaars te helpen. Steeds is het een verkeerde, te menselijke invulling van Jezus’ messiasschap. Jezus komt niet als een machtige koning, maar met nederigheid en vriendelijkheid, om te lijden en te dienen.

Tot nu toe in het verhaal wilde Jezus niet dat zijn ware identiteit publiekelijk bekend werd. Steeds zei Hij: zeg niemand iets, maak niet bekend wie Ik ben. Maar Bartimeüs mag van Jezus roepen ‘Zoon van David’. Waarom mag dat nu wel? Met zijn roep geeft Bartimeüs het startschot voor het laatste deel van het evangelie, het lijden en sterven in Jeruzalem en de opstanding. In het gedeelte hiervoor, Marcus 8:27-10:45, heeft Jezus uitvoerig uitgelegd dat Hij als messias moet lijden en sterven. Geen machtsvertoon, maar kruisiging. Nu Hij dat de leerlingen heeft ingeprent, mag iedereen weten dat Hij de messias is, de Zoon van David.

Zoals meestal bij genezingen zegt Jezus ‘ga heen’ tegen degene die Hij beter maakt. Maar Bartimeüs gaat niet weg, maar hij volgt Jezus op zijn weg. Dat past bij twee andere details: als hij hoort dat hij bij Jezus mag komen laat hij achter wat hij heeft: zijn mantel. En hij spreekt Jezus aan als ‘rabboeni’, ‘meester’. Zo wordt Bartimeüs getypeerd als een leerling van Jezus. Hij gaat niet ‘zijns weegs’, maar ‘de weg die Jezus gaat’. Dat is de weg van het lijden. Zo wijst de blinde Bartimeüs de weg van de navolging. De weg van geloof en vertrouwen. Jezus komt als messias om heel te maken wat gebroken is, met oog voor de zwakke, de nederige, de vernederde. Voor de ogen van de wereld wordt het mislukking. Maar wie is er nou blind?

Op deze pagina vind je aantekeningen bij de tekst en achtergrond informatie, zoals over de opbouw en context van de brief.

In dit verdiepend artikel wordt ingegaan op de rol van macht in dit hoofdstuk.

Hier lees je deze tekst in verschillende vertalingen.

En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier de passage in verschillende vertalingen met aantekeningen (tip: zet bij ‘Persoonlijk’ ‘Toon voetnoten’ en ‘Toon verwijzingen’ aan).