Op reis

Tijdens onze autoritten hebben we de afgelopen maanden vaak het kinderliedje Op reis gedraaid van Ron Schröder en Marcel en Lydia Zimmer. Vooral bij onze zoon van drie viel het liedje in de smaak. Druk gebarend en zingend klonk het vanaf de achterbank: Op reis, op reis, daar gaan we, hand in hand.

Reizen doen we allemaal. Van ons huis naar het werk. Van ons huis naar de supermarkt of naar familie. Veel van onze reizen zijn kort en hebben een duidelijk doel. Ze brengen ons van a naar b.

Onze reistijd is daarbij meer dan verloren tijd tussen twee bestemmingen. Hij biedt een overgang waarin je je gedachten kunt ordenen. Hij geeft rust, biedt opklaringen in je hoofd en geeft ‘ritselruimte’: ruimte om in te wonen, om los te laten en aan iets nieuws te kunnen beginnen.

In de vakantieperiode zullen veel mensen weer een langere reis maken. Een paar dagen met de fiets naar familie, een paar weken weg met de caravan of tent, of op reis met de trein of vliegtuig. Zo’n langere reis doet wat met je. Je komt op andere plekken, eet ander voedsel en ziet nieuwe dingen. Ook in je hoofd brengt zo’n reis heel wat op gang. Jij beweegt en dat beweegt iets in jou. Je zet zaken op een rij, denkt na over hoe je zaken anders wilt en maakt nieuwe plannen.

In de Bijbel wordt er ook heel wat afgereisd. Abraham, het volk Israël, de ballingen, de apostelen. Hun reismethoden zijn zo divers als hun redenen. Sommige moesten gedwongen op weg, anderen uit eigen keuze of door God geroepen. In de woorden van het liedje Op reis:

In Bijbelverhalen zie je dat reizen vaak iets doen met je identiteit. Als je je openstelt voor de reis, kom je er anders uit. Jona veranderde van een man die wegrent voor zijn roeping tot een trouwe profeet (ook al kon hij zich niet altijd vinden in de keuzes van de God die hij diende). Reizend naar Elisabet en later naar Betlehem groeide Maria van een jong en onzeker meisje uit tot een volwassen vrouw die de moeder werd van Jezus Christus. De mensenmassa die op weg ging naar Babel dromde daar eerst samen om daarna te ontdekken dat God hen juist over de wereld wilde verspreiden.

Het krachtigst wordt de veranderingen die je op reis kunt ondergaan misschien wel verwoord in Psalm 126:6:

Wie op reis gaat, komt vroeg of laat zichzelf tegen, en komt nooit onveranderd aan op de bestemming. Het is misschien wel daarom dat een reis ook functioneert als beeld voor een nieuw deel van je levenspad: een pensionering, een zoektocht naar een baan, een overstap naar een andere school of een verhuizing. Je laat het oude los, begint aan iets nieuws en wordt in die reis gevormd. Dat is soms spannend en af en toe zelfs ontwrichtend. Een reis vormt je identiteit. Hoe mooi is het daarom als je dat samen doet, in plaats van alleen, samen, hand in hand.

Ga je op reis deze zomer, per auto, fiets, trein of vliegtuig? Of zit je even stil op je balkon of in je tuin en geef je ruimte aan de reizen in je hoofd? In alle gevallen wens ik je daarbij veel ruimte voor nieuwe ontdekkingen en een goede reis! Dat de reis je mag vormen en nieuwe perspectieven mag geven.

Robin ten Hoopen
Predikant Ontmoetingskerk Bergambacht