Een corona-advent
Door Manuela Kalsky
Elk jaar vier ik Kerst bij mijn familie in Duitsland. Hoe ongemakkelijk de houten banken in de middeleeuwse dorpskerk ook zijn, ieder jaar weer zit ik er vol verwachting te luisteren naar de oude en vertrouwde woorden uit het kerstverhaal van Lucas en zing ik in de kerk en thuis met mijn familie uit volle borst Duitse kerstliederen bij de kerstboom.
Het is een dierbaar ritueel dat me met mijn verleden verbindt, met mijn wortels en de mensen die daarbij horen. Helaas is dit jaar alles anders en zal ik, net als zoveel oude en nieuwe Nederlanders, met pijn in het hart mijn dierbaren met de kerstdagen niet ontmoeten.
Uitzien naar verlossing
Het jaar 2020 staat in het teken van corona. Dat geldt dit jaar ook voor onze verwachtingen tijdens de advent. Misschien kijken we wel meer uit naar het vaccin dan naar Kerst als verlossing van alle kwaad. In het theologisch elftal van Trouw (3 december 2020) zeggen mijn collega-theologen Matthias Smalbrugge en Alain Verheij behartigenswaardige dingen over advent in coronatijd. Je steekt de adventskaarsen niet louter voor de verwerking van je eigen quarantaine aan, maar ook voor het lijden van de hele wereld, meent Verheij. Advent vertelt een groter verhaal over lijden in verleden en heden en over uitzien naar verlossing uit slavernij, ballingschap, oorlog, dakloosheid, armoede en honger. En Smalbrugge onderstreept in hetzelfde artikel dat advent geen passief wachten op het vaccin of op de geboorte van de Messias betekent. Advent zet ons ertoe aan om actief antwoord te geven op de vraag hoe wij ons leven nu zin geven, ín deze omstandigheden. ‘Waanzinnige mensen als Jezus’, zoals hij het zegt, zijn ons daarin voorgegaan en wijzen de weg.
Het visioen van Jesaja
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Jesaja 11: 6-9 (Nieuwe Bijbelvertaling)
De rij van profeten die, net als Jezus, steeds opnieuw het visioen van Jesaja de wereld in brachten – over een land van melk en honing, waar de wolf naast het lam ligt en het kind bij het hol van de slang speelt – is lang. De beelden en verhalen uit dat visioen zijn kwetsbaar en teer, net als het kind dat in armoedige omstandigheden met Kerst in een stal wordt geboren. Vele eeuwen later zullen deze visioenen en verhalen Martin Luther King inspireren tot zijn beroemde rede ‘I have a dream’. En dat motiveert weer anderen om hun droom te volgen, op te staan tegen onrechtvaardige structuren en op te komen voor de meest kwetsbaren onder ons.
Onze droom
Welke droom heeft het coronaverhaal in ons wakker gemaakt? Welk cadeau geven wij met Kerst aan dat kind overal ter wereld, in die schamele stal, hut of tent, in het licht van de belofte van dat goede leven voor allen?
Dr. Manuela Kalsky
Directeur van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving en bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit voor theologie en samenleving.