De duurzaamheid van het begrip ‘aards’
Tineke Bol-Drieenhuizen
De NBV21 vertaalt het Griekse woord sarx in de brieven van Paulus vaak met ‘aards’. Paulus zet de negatieve pool van ‘het aardse’ tegenover de Geest. Maar is dat wel een verstandige vertaalkeuze, nu we ons steeds meer bewust worden van de noodzaak van zorg voor de aarde?
Deze longread is extra materiaal bij het webinar over de zuchtende schepping in Romeinen 8 in de serie ‘Hoe groen is de Bijbel?’
Meer informatie over de webinarserie ‘Hoe groen is de Bijbel?’
Een berucht vertaalprobleem
Een bekend, en langzamerhand ook berucht vertaalprobleem is dat van het Griekse woord sarx. Een complex en geladen begrip dat in de NBG-vertaling uit 1951 nog overal weergegeven werd met ‘vlees’. Maar hoe aantrekkelijk zo’n recht-toe-recht-aan vertaling ook lijkt, het doet geen recht aan de verschillende betekenisaspecten van het Griekse woord. In het Nederlands bestaat gewoonweg niet één overkoepelend begrip dat de lading van sarx in alle gevallen dekt. Een moderne contextuele vertaling in natuurlijk Nederlands, zoals de NBV, ontkomt er dus niet aan om sarx gevarieerd te vertalen.
Maar variatie betekent niet noodzakelijkerwijs dat er een grote hoeveelheid verschillende woorden zonder onderling verband in een vertaling terechtkomt. Het is juist voor de vertaling van sarx van belang dat het begrip in de vertaling herkenbaar blijft. Want niet alleen heeft het Griekse begrip veel verschillende betekenisaspecten, het wordt vooral door Paulus gebruikt in een specifieke retorische structuur met een compacte stijl waarin het een duidelijk ‘tegenpoolkarakter’ heeft. Daarom werd na veel wikken en wegen besloten de keuzes van de NBV aan te scherpen en in de NBV21 met behulp van het begrip ‘aards’ de samenhang duidelijker tot uitdrukking te laten komen. ‘Aards’ is een begrip dat in de NBV al voorkomt en dat daarin nooit tot kritiek heeft geleid. Dus blijkbaar is het voor de lezers duidelijk wat ermee bedoeld wordt.
Cor Hoogerwerf, ‘De mens, het aardse en de Geest. De vertaling van sarx in de NBV21’.
Maar elke vertaalkeuze, zeker als die gevoelig ligt zoals deze, heeft ook nadelen. Vertalers proberen die allemaal in kaart te brengen en te wegen om te zien wat zwaarder weegt, de voordelen of de nadelen. Uiteindelijk werd voor de NBV21 de knoop doorgehakt: de vertaling van sarx met behulp van het begrip ‘aards’ zou niet de gouden formule zijn die een eind maakt aan alle discussie, maar het zou wel een verbetering zijn ten opzichte van de bestaande keuzes.
In strijd met onze zorg voor de aarde?
Maar zo dacht niet iedereen erover, en er ontstond al discussie voordat de vertaling gepubliceerd werd. Juist in een tijd waarin ons ecologisch bewustzijn groeit en we niet meer willen wegkijken van onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor de aarde en alles wat daarop leeft, werd volgens critici in de vertaling voor de eenentwintigste eeuw het woord ‘aards’ wel erg negatief ingezet. Hoezo een verbetering?
Het verwijt aan het adres van de NBV21 was dat de vertaling het begrip negatief zou laden, terwijl het juist een positief begrip is of in ieder geval moet zijn. En die negatieve lading zou ook negatieve gevolgen hebben voor onze verbondenheid met en zorg voor de aarde.
Is dat verwijt terecht? Is het inderdaad de NBV21 die het begrip ‘aards’ negatief laadt, en kan dat zulke vergaande gevolgen hebben voor de houding die we innemen ten opzichte van de aarde?
Hoe krijgen woorden betekenis? – 1: De context
Laten we kijken naar de vertaling ‘aards(e)’ in de volgorde waarin ook een vertaler daarnaar kijkt.
Allereerst is er dan natuurlijk de Griekse brontekst waarin in dit geval het woord sarx voorkomt. Voordat er over het Nederlands nagedacht kan worden, moet eerst duidelijk worden wat dat Griekse begrip zeggen wil. Je kunt daarvoor gaan zoeken in een woordenboek, maar dat is niet voldoende. Van een woord kun je zeggen dat het verwijst naar ‘iets’ in de werkelijkheid. Dat ‘iets’ kan heel concreet zijn, bijvoorbeeld ‘vlees’ in het geval van sarx, maar heel vaak gaat het ook om een abstract begrip of een eigenschap, en er kan ook met het woord ‘gespeeld’ zijn. Er is natuurlijk een relatie tussen een woord en zijn betekenis, maar die relatie is minder statisch dan we misschien denken. Er zijn maar weinig woorden die maar naar één zaak of ding in de werkelijkheid verwijzen. Een woord roept een bepaald beeld op, maar we weten pas zeker of dat beeld ook klopt als we de context kennen. Dat geldt voor elke taal en dus is dit duidelijk te maken met een voorbeeld in het Nederlands. Waar denk je bijvoorbeeld aan bij het woord ‘bank’? Klopt dat beeld nog in de zin: ‘We hebben een nieuwe bank uitgekozen?’ En klopt het nog als je hoort dat deze bank alleen investeert in duurzame ondernemingen?
Alleen met behulp van de context is de betekenis van een woord vast te stellen. Dat principe is voor vertalen van het grootste belang. Dat zien we dus ook terug bij de benadering van het woord sarx. De context bepaalt ook daarbij wat het woord betekent of welk betekenisaspect leidend is. En pas als dat bekend is, kan er gezocht worden naar een begrip dat in het Nederlands het beste dat betekenisaspect uit kan drukken, ook weer in de context.
Hoe krijgen woorden betekenis? – 2: De flexibiliteit van ‘aards’
Als we dan kijken naar de omschrijving die Van Dale geeft van het woord ‘aards’, dan zien we dat we te maken hebben met een tamelijk flexibel woord: ‘op de aarde betrekking hebbend, tot het leven op aarde behorend en daarvan het karakter dragend; in beperkende betekenis sterk aan de aarde gebonden; niet hemels.’ We kunnen uit de omschrijving niet opmaken of het woord nu een negatieve of een positieve lading heeft. In eerste instantie staat vooral het verband met de aarde centraal. En verder kan het ook iets beperkends in zich hebben en zich onderscheiden van het antoniem ‘hemels’. Maar ook dan is het nog niet per se negatief of positief.
Die flexibiliteit is een
goede eigenschap als vertaling van sarx, want ook dat is een heel
buigzaam begrip. Sarx heeft net als ‘aards’ een heel fysieke kant, maar
tegelijkertijd klinkt in ‘aards’ ook het antoniem ‘hemels’ mee en het kan
daardoor net als sarx goed werken als tegenpool van ‘Geest’. ‘Aards’ kan
verder heel makkelijk gecombineerd worden met diverse substantieven – ‘aardse
begeerte(n)’, ‘aardse maatstaven’, ‘aardse natuur’, ‘het aardse streven’ –
zodat de verschillende dimensies van Paulus sarx-begrip goed uit de verf
komen. En verder kan ‘aards’ net als sarx goed in een negatieve context
gebruikt worden, terwijl het dat op zichzelf helemaal niet is. ‘Aards’ leent
zich dus goed als vertaling van sarx, vanwege die buigzaamheid en die
buigzaamheid hangt samen met de neutrale aard van het woord.
Hoe krijgen woorden betekenis? – 3: De connotatie
En dat brengt ons bij een ander interessant aspect van de betekenis van een woord: de connotatie. De connotatie geeft informatie over de houding van de spreker ten opzichte van de werkelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan het woord ‘gezicht’, dat verwijst naar een deel van het lichaam, maar het zegt niet veel over wat een spreker denkt of voelt bij dat lichaamsdeel. Het woord is stilistisch neutraal. Dat geldt niet voor het woord ‘smoel’. Dat woord verwijst naar hetzelfde lichaamsdeel, maar geeft ook informatie over wat de spreker vindt van dat gezicht. Hij kan ook nog kiezen voor het deftige woord ‘gelaat’.
Om te bepalen welk woord met welke gevoelswaarde het beste past, hebben we opnieuw de context nodig. Het klopt niet om te zeggen: ‘De dokter onderzocht de smoel van de patiënt’, of: ‘Moet ik je soms een dreun op je gelaat geven?’ De context vraagt in de eerste zin om een neutraal of eventueel deftig woord. En in de tweede zin past ook het neutrale woord, maar staat het deftige woord niet op zijn plek. Opvallend is dus dat het neutrale woord een stuk flexibeler is dan woorden met een uitgesproken gevoelswaarde.
Welke connotatie heeft het woord ‘aards’? Laten we eens een paar voorbeeldzinnen naast elkaar zetten om te zien welke gevoelens het woord ‘aards’ oproept. In de zin: ‘Het vakantieoord lijkt wel het aardse paradijs’, krijgen we een positief beeld van een prachtige plek op aarde. Met ‘warme aardse kleuren’ kunnen we iets van schoonheid uitdrukken. Maar ‘het aardse’ kan ook gebruikt worden om het vergankelijke aan te duiden. In de vraag ‘Wat is de zin van ons aardse bestaan’ is het nog redelijk neutraal, maar dat verandert in ‘Eens verlaten wij dit aardse tranendal’.
In de kritiek op de inzet van ‘aards’ als vertaling van sarx wordt gesuggereerd dat het de NBV21 is die het woord negatief maakt, maar dat lijkt toch niet het geval te zijn. Het woord blijkt heel buigzaam te zijn, maar zelf geen negatieve connotatie te hebben. Maar juist door zijn flexibiliteit kan het woord zich makkelijk plooien naar de eisen van de context, soms negatief, maar ook positief.
Het gebruik van aards in de Bijbel
Dan blijft nog de vraag wat het effect is van het gebruik van een woord als ‘aards’ in een negatieve context? Want stel je voor dat je het daardoor altijd associeert met iets negatiefs, dan zou het woord in de loop van de tijd zijn neutraliteit kunnen verliezen en dan zou de gevoelswaarde kunnen veranderen. Hetzelfde is immers ook gebeurd met een woord als ‘wijf’: in de Statenvertaling van 1637 nog een heel neutraal woord voor vrouw, vandaag de dag geladen met een uiterst negatieve gevoelswaarde. Er zouden nog meer van dit soort voorbeelden te geven zijn, dus een dergelijke verandering is helemaal niet denkbeeldig.
Maar is die verandering dan nu ingezet met het gebruik van ‘aards’ in de NBV21? Over het gebruik van dit begrip in de Bijbel zijn nog twee opvallende dingen te zeggen. In de eerste plaats wordt dit woord in de Bijbel niet uitsluitend in negatieve zin gebruikt. Lees bijvoorbeeld 1 Korintiërs 15:39-48.
Vers 39 zet in met het ‘aardse’ lichaam, maar niet in negatieve zin. Dat is dus het eerste wat er over ‘aards’ in de NBV21 te zeggen valt: het woord wordt ook in neutrale zin gebruikt.
Vanaf vers 42 verschuift er wel wat, dan komt het aardse lichaam tegenover het geestelijke lichaam te staan, en blijkt het aardse beperkt en tijdelijk te zijn, terwijl het geestelijke hoort bij het onvergankelijke.
Of, met de woorden van vers 47 en verder, het aardse staat tegenover het hemelse. En dat is het tweede dat nog over het Bijbelse woord ‘aards’ te zeggen is, het past heel goed in een tegenstelling. Dat was in zekere zin al zichtbaar in de omschrijving van Van Dale, maar in de Bijbel is bij het ‘aardse’ het ‘hemelse’ niet weg te denken. Toch houdt het begrip ‘aards’ of ‘aardse’ zelf niet per definitie een oordeel in, maar het geeft wel aan dat het hoort bij dat wat beperkt en onvolmaakt is.
Paulus pleit voor een onverminderde toewijding aan de Heer. Maar hij ziet dat mensen die zorg hebben voor hun gezin zich bezig moeten houden met aardse zaken. Het gaat hier helemaal niet om zaken die duister of zondig zijn, maar zaken van het dagelijks leven. Niets om je voor te schamen, maar volgens Paulus wel een obstakel om je volledig toe te wijden aan de Heer. En dat zal in meer of mindere mate herkenbaar zijn.
Het is juist die tegenstelling die het begrip ‘aards’ zo geschikt maakt als vertaling van sarx, in een context waarin het ‘aardse’ en het ‘hemelse’ wel tegenover elkaar komen te staan in het contrast tussen twee machtssferen, waarin het ‘aardse’ is aangetast door de zonde.
Ten slotte
Moeten we er bang voor zijn dat de vertaalkeuze voor sarx in de NBV21 de zorg voor de aarde in de weg staat? Of dat het de NBV21 is die dit woord negatief laadt? Het woord kan inderdaad negatief geladen worden, maar alleen door de context. Het is van zichzelf heel neutraal en flexibel, maar het roept ook sterk een tegenstelling op. En in de Bijbel is die tegenstelling tussen het ‘aardse’ en het ‘hemelse’ eigenlijk altijd aanwezig. Maar niet in de zin dat het ‘aardse’ er niet toe zou doen. We zien juist dat de schepping, oftewel de aarde, ook zucht onder de last van het ‘aardse’ dat is aangetast door de zonde. Dat ‘aardse streven leidt tot de dood, maar het streven waartoe de Geest aanzet leidt tot leven en vrede.’ Ook voor de aarde, want ‘ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt’ (Rom. 8).
Drs. Tineke Bol-Drieenhuizen is Redacteur bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en werkte mee aan de NBV21.
Bronvermelding
Tineke Bol-Drieenhuizen, ‘De duurzaamheid van het begrip “aards”‘ in: Met Andere Woorden 41/online (7 november 2022), debijbel.nl/bericht/de-duurzaamheid-van-het-begrip-aards.