De Bijbel weet mensen te verbinden
‘Wat heeft de NBV21 je te zeggen voor je leven en werk?’ De Amsterdamse rabbijn Menno ten Brink is senior rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam en tevens geestelijk verzorger bij het Sinai Centrum. Hij was een van de Nederlanders die op 13 oktober 2021 de NBV21 kregen aangeboden.
‘We waren als rabbijnen al betrokken bij de totstandkoming van de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004’, vertelt Ten Brink. ‘Daarvan is naderhand ook een “verjoodste” uitgave gemaakt: de Tanach, met aan de rechterkant van de pagina de Hebreeuwse tekst en aan de linkerkant de aangepaste NBV tekst (Hebreeuws leest men van rechts naar links), en met de originele Hebreeuwse spelling van namen. Mede vanwege de contacten uit die tijd werd mij nu gevraagd om naar Den Haag te komen en een exemplaar van de NBV21 in ontvangst te nemen. Ik zou dan dus niet alleen de joodse Bijbel krijgen maar ook het christelijke deel, het Nieuwe Testament. Daar heb ik wel even over geaarzeld. Maar ik ben actief in de dialoog met andere religies en vind verbinding met bijvoorbeeld christenen en moslims uitermate belangrijk. Daarom ben ik gegaan. En daar heb ik geen seconde spijt van gehad.’
Wie is Menno ten Brink?
Haha, wat zal ik zeggen op die vraag … Ik ben 63, jurist, werkte onder meer bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, totdat ik naar Londen ging om de opleiding tot rabbijn te volgen. Vanaf 1993 ben ik rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam (en toentertijd ook van die in Rotterdam) en ik ben meer dan twaalf jaar krijgsmachtrabbijn geweest, de eerste liberale rabbijn, bij Defensie. Ook ben ik voorzitter van het College van Rabbijnen van het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom. En, niet minder belangrijk, ik ben gelukkig getrouwd en vader van drie kinderen en grootvader van een kleinzoon.
Het joods-zijn is mij met de paplepel ingegoten. Mijn ouders hebben de oorlog heel bewust meegemaakt. Ze moesten onderduiken en hebben bijna al hun familie verloren. Dat heeft hun leven getekend. Ik voel me daardoor geroepen om me in te zetten voor de opbouw van de joodse gemeenschap. Mijn ouders waren ook actief joods; mijn opa was voor de oorlog opper-voorzanger in Den Bosch en leraar in de orthodox-joodse gemeenschap.’
U was een van de twaalf representanten van geloofsgemeenschappen die bij de presentatie van de NBV21 een exemplaar aangeboden kregen. Hoe was het om dat mee te maken?
‘Mooi vond ik dat er verbinding gemaakt werd tussen de verschillende christelijke stromingen. Dat de Bijbel mensen dus ook weet te verbinden en niet alleen verdeeldheid brengt. Ik kreeg de vraag of ik de NBV21 zou gaan gebruiken. Ik zei: wel in de studeerkamer, maar niet in de synagogedienst. Daarvoor is deze uitgave niet geschikt.’
Het antisemitisme is springlevend. Gelukkig hebt u persoonlijk geen nare dingen meegemaakt, maar u kent wel mensen voor wie dat anders is. Helpt de joodse Bijbel mensen die ermee te maken krijgen?
‘Goede vraag. Mijn voeding haal ik grotendeels uit de Tenach – de joodse Bijbel – en de Talmoed, de mondeling overgeleverde traditie. Dat heeft me een bepaalde manier van denken opgeleverd en dat helpt. Eén van de mooiste en fundamenteelste regels uit de Tora (de eerste vijf Bijbelboeken, PS) is: ‘Hou van de ander als van jezelf.’ Hillel
U bent in uw opleiding tot rabbijn ondergedompeld in het joodse gedachtegoed. Wat doet dat?
‘Het is een ongelooflijke verrijking. De teksten zijn oud, maar niet verouderd! Je leert verbanden te leggen, je leert wat een Hebreeuws woord écht betekent, je beseft dat elke vertaling interpretatie is. Bij het lezen in de Nieuwe Bijbelvertaling dacht ik af en toe: “Hè, waarom is dat nou zó vertaald?” Bijvoorbeeld bij de zin “Sta niet aan de kant als het bloed van je naaste stroomt” (Leviticus 19:16). Die gaat vooraf aan de bekende oproep: “Heb je naaste lief als jezelf” (vers 18). Vreemd genoeg is die zin niet vertaald, ook niet in de NBV21. Een groot gemis.’
Opmerking van de redactie: In Leviticus 19:16
Soms vind ik de Bijbel lastig. Bijvoorbeeld als bij een ruzie een hand afgehakt moet worden. Of als het volk Israël de bewoners van Kanaän moet uitroeien.
‘Volgens mij mag je het oneens zijn met wat daar staat. Ook moet je de Bijbeltekst zien in het licht van de tijd waarin die geschreven is, duizenden jaren geleden. Er bestonden toen gruwelijke lijfstraffen, net als in onze Middeleeuwen. Het zou erg zijn als we nog steeds handen zouden afhakken of homo’s zouden stenigen. God zij dank gelden zulke teksten nu niet meer.’
Het is 2022. Wat hebben we anno nu aan die oude geschriften?
‘Nou – ik ageer altijd tegen een term als het “Oude Testament”. Het is niet oud, het is zo levend als wat! We blijven die teksten lezen en verbindingen leggen tussen onze tijd en wat we in de Bijbel lezen. Ze geven inspiratie voor de tijd van nu, soms via een allegorische, symbolische betekenis, soms door de zoektocht naar de bedoeling. Waarom zou je een bokje niet mogen koken in de melk van zijn moeder (Exodus 23:19)? Daar weten we eigenlijk de reden niet van. Eén van de interpretaties is: dat mag niet omdat je dan het kind vermoordt waar de moeder bij is. En door die melk zou het kind juist moeten léven. Onbestaanbaar – en dat is de kern ervan.’
Het blijven oude teksten. Heeft God de laatste tien, twintig eeuwen dan gezwegen?
‘Dat is een moeilijke vraag. (Aarzelend:) men zegt wel eens dat hoe verder we van die bron af raken, hoe minder goed we Gods stem horen. Laat ik vertellen wat ik ervoer toen ik veertig jaar geleden een trektocht door de Sinaïwoestijn maakte. Ik zag om me heen geen steenmassa of zandbak; er waren prachtige kleuren en intense geuren. We sliepen onder de blote sterrenhemel. Iets mooiers is er niet! Op zulke momenten kun je contact met God hebben, of een spirituele ervaring. Dus wat daar duizenden jaren geleden gebeurde, gebeurt nog steeds. Alleen, we moeten ons daar wel voor openstellen. En onze antennes zo afstemmen dat we het ook opvangen.’
De NBV21 is anders dan de NBV. Wat vindt u van de veranderingen in de vertaling?
‘Mijn eerste indruk is dat een aantal verkeerde interpretaties eruit is gehaald. Daar ben ik blij mee. Ik vind het jammer dat opnieuw gekozen is voor het woord “HEER” voor de Godsnaam, in plaats van “de Eeuwige”. God is geen persoon maar een zuiver spiritueel wezen. Hij is ook geen man, maar die suggestie werk je nu wel in de hand. Dat vind ik een gemiste kans.’
Meer lezen over de keuze voor de vertaling van de Godsnaam in de NBV21? Lees dan deze blog
Wat kan de NBV21 betekenen in onze seculiere samenleving?
‘De Bijbel kan mensen geestelijk rijker maken en zorgen dat ze beter weten wie ze zijn en hoe ze in de maatschappij staan. De Bijbel helpt me om te beseffen dat er meer dan één waarheid is – iets wat ultraorthodoxe gelovigen, ook uit andere religies, ontkennen. ”Wij zijn het authentieke jodendom”, zeggen sommigen. Zo’n authentiek jodendom bestaat niet. Had Mozes soms een zwarte hoed en pijpenkrullen? Kom op zeg! Het joods-zijn ontwikkelt zich, net als het christendom en de islam. Waarheid is niet statisch, maar beweeglijk. Niemand kan claimen dat hij of zij de enkele waarheid heeft.
Dat de Bijbel het lastig heeft, is een feit. Bij jongeren kun je niet zomaar met religie of met de Bijbel aankomen. Wat wél werkt is het “leren”, dat in de joodse traditie zo belangrijk is. Jongeren kun je leren nadenken aan de hand van teksten uit de Tenach of de Talmoed. Zeker als ze willen weten wat hun wortels zijn, of als ze met levensvragen zitten, of als ze hun mening willen vormen over bijvoorbeeld euthanasie. Ik ga als rabbijn niet zeggen of dat wel of niet mag, maar help ze nadenken. En dan kunnen ze tot het inzicht komen dat er ook alternatieven zijn.’
Leest u wel eens in wat christenen het Nieuwe Testament noemen?
‘Jawel. Niet als gelovige, maar uit interesse, om te weten wat christenen denken en geloven. Helaas heeft het christendom ook vooroordelen tegen Joden in stand gehouden. Met name in de begintijd van het christendom en de middeleeuwen, maar ook nog inde modernere tijd. Ik vergelijk het met de puberteit: dan zetten kinderen zich af te tegen hun ouders. Dat kan hard botsen. Het christendom heeft zich toen afgezet tegen het jodendom, waar het vandaan kwam. Dat heeft veel ellende opgeleverd. Maar het kan ook anders: dat we elkaar aanvullen.’
U bent ook geestelijk verzorger in het Sinai Centrum. Wat hebt u daarbij aan uw Bijbel?
‘Als ik met mensen omga die – bijvoorbeeld – een trauma hebben, val ik regelmatig terug op de verhalen van de aartsvaders. Bijvoorbeeld over Jakob, die bij Betel die droom krijgt met die ladder terwijl hij eenzaam op de grond ligt te slapen. Of die later, bij de Jabbok, met iemand worstelt. Is het een engel, is het God – wie of wat is het waarmee je worstelt? Jakob kwam gewond uit dat gevecht: levenslang bleef hij hinken. Heel herkenbaar voor mensen met psychische problemen. Maar Jakob werd wél de stamvader van het volk Israël.’
Interview en tekst: Peter Siebe