Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
8 april 1983

Beeldspraak in Hosea

Dr. J. Loewen

Beeldspraak in de Bijbel plaatst de vertaler voor een van de moeilijkste problemen in zijn werk. Vertaalt hij letterlijk – iets wat een vertaler uit de ene moderne taal in de andere nooit zou doen – dan gaat maar al te vaak de betekenis verloren. Maar kiest hij een vergelijkbare beeldspraak uit zijn eigen taal die in een geheel andere periode onder heel andere omstandigheden is ontstaan, dan voert hij een anachronisme in de tekst in die al evenmin aanvaardbaar is.

De vertaalconsulent van de Wereldbond van Bijbelgenootschappen ds. Jacob Loewen, die meer dan 25 jaar Bijbelvertalers in Afrika en Latijns Amerika begeleidde, wijdde aan dit probleem een artikel in het kwartaalblad ‘The Bible Translator’. Hij beperkte zich daarbij tot beeldspraak in Hosea. Hij schrijft:

Te letterlijk

Als we niet beseffen dat een bepaald woord of een zekere uitdrukking idiomatisch of figuurlijk gebruikt wordt, zijn we geneigd het woord of die uitdrukking letterlijk te vertalen. Doen we dat dan beroven we onze lezers van de ware betekenis. Dat is herhaaldelijk gedaan door vertalers van het boek Hosea.

(a) De vertaling komt als onzin over: De lezers begrijpen wel ieder afzonderlijk woord, maar de bedoeling van de boodschap komt niet over.
Een voorbeeld is Hosea 4:19 waar in de NBG-Vertaling 1951 staat: ‘Een wind heeft hen met zijn vleugels omsloten’.

Toen een Afrikaanse vertaler die tekst aan een landgenoot liet lezen, was diens reactie ronduit: ‘Maar dat is onzin; de wind heeft geen vleugels.’ De man begreep ieder afzonderlijk woord, maar samen zeiden ze hem niets.

(b) De vertaling brengt lezers of hoorders in verwarring, en Gods Woord verliest aan kracht. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Hosea 6:11 – ‘Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd…’ Toen deze zin aan de mensen werd voorgelegd, waren de meesten van mening dat één man werd aangesproken, genaamd Juda. Ze begrepen niet dat het om de ‘stam Juda’ ging. Maar het ergste was dat het woord ‘oogst’ door de lezers letterlijk werd genomen, terwijl Hosea het figuurlijk gebruikte voor het komend oordeel.

Het gevolg was dat, toen we mensen. vroegen ons uit te leggen wat deze letterlijk vertaalde tekst betekent, het antwoord luidde: ‘Ik denk dat iemand personeel nodig heeft om de oogst op tijd binnen te halen en daarom roept hij Juda erbij om mee aan het werk te gaan.’

De letterlijke vertaling maakt niet duidelijk dat Hosea bedoelt: ‘o volk van Juda’s stam, denk eraan dat God je zal oordelen en straffen voor al het kwaad dat je deed.’

(c) De vertaling wordt wel begrepen maar er wordt een heel andere betekenis aan gehecht, en meestal de verkeerde: Zoiets ontdekken we in de meeste oudere vertalingen in Hosea 4:12 – ‘…zodat zij zich in ontucht aan God onttrekken’. Afrikanen legden die woorden als volgt uit: ‘De mensen keerden zich van God en de kerk af en gingen overspel bedrijven.’ Ze zeiden dat ze zulke mensen wel kenden, die er een tweede vrouw bijgenomen hadden, of met andere vrouwen naar bed gingen. Geen van hen begreep dat Hosea het heeft over mensen die God de rug toegekeerd hadden en weer afgoden zijn gaan vereren.

Een soortgelijk probleem vinden we ook in Hosea 6:2 – ‘Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derde dage zal Hij ons oprichten.’ Een Afrikaanse vertaler vertaalde ‘herleven’ met ‘ontwaken’ en verstond ‘oprichten’ als ‘ons helpen om rechtop te gaan zitten’. Hij besefte niet dat Hosea op poëtische wijze spreekt, waarbij twee regels samen één gedachte weergeven. Hij probeerde dus aan ieder van de twee zinnen een geheel eigen betekenis te hechten. Het ene zou op de tweede dag gebeuren en het andere op de derde dag. Maar de betekenis is eigenlijk heel eenvoudig: ‘In een dag of twee, drie zal hij u doen herleven.

(d) De eigen cultuur van de lezer werpt op een letterlijke vertaling soms een volkomen verkeerd licht: Een voorbeeld daarvan vinden we in Hosea 1:5 – ‘Te dien dage zal het geschieden, dat ik Israëls boog verbreken zal in het dal van Jizreël.’ Toen deze tekst vertaald werd in de taal van een Afrikaanse stam die de boog alleen kende als een jachtwapen, lazen die mensen erin dat God Israël zou vernietigen door het zijn voedsel af te nemen. Ze konden daarom niet begrijpen dat het gaat om het feit dat God Israëls militaire macht zal vernietigen.

Om dezelfde reden werd in Hosea 4:5 de uitspraak ‘… en verdelgen zal ik uw moeder’ verkeerd begrepen. Want ze lazen: ‘God gaat iemands moeder doden en die man of vrouw zal erg verdrietig zijn.’ Niemand begreep dat Hosea met het woord ‘moeder’ doelde op ‘de overleving van Israël als natie.’

Zelfs de vertaling zoals de Groot Nieuws Bijbel die geeft: ‘… en Israël, uw moeder, komt om’ zou door die stam niet echt begrepen zijn. Pas toen we gingen uitleggen, dat Hosea zoiets bedoelde als: ‘Ik zal de natie Israël volkomen vernietigen, zoals men een boom vernietigt door hem om te kappen’, gingen ze de profeet begrijpen.

Het allergrootste misverstand kwam ik onlangs tegen. In Hosea 6:5 staat: ‘Daarom heb ik er door de profeten op ingehouwen…’ De vertalers beseften niet dat ze hier opnieuw geconfronteerd werden met een poëtische dubbelzin: ‘Daarom heb ik er door de profeten op ingehouwen; heb ik hen gedood door de woorden mijns monds’.

Omdat deze uitdrukking vertaald was als twee los staande zinnen zei een Afrikaan me, ‘O ja, dat begrijp ik best. Zoiets gebeurt wel vaker in ons dorp. Als een dief gegrepen wordt, hakt de moslim Mullah hem de hand af. Zoiets moet God met Israël gedaan hebben.’

Maar de profeet doelt hier niet op het feit dat God de armen en benen afhakt van zijn volk. De Groot Nieuws Bijbel vertaalt mijns inziens dan ook veel beter en zegt: ‘Daarom heb ik gesproken bij monde van de profeten, mijn uitspraken hadden een dodelijke kracht.’ Door het poëtisch aspect van de uitspraak over het hoofd te zien, is het letterlijke, maar in dit verband onjuiste woord ‘ingehouwen’ gekozen.

Verkeerd in beeld

Zoals ik in het begin al zei, beseft ook een Afrikaanse of Aziatische vertaler maar al te goed dat een uitdrukking niet letterlijk bedoeld is. Hij ziet beeldspraak, maar verklaart die vanuit één van de componenten die samen de bedoeling van de profeet weergeven. Of hij kiest een betekenis die aansluit bij zijn eigen cultuur. En dan kan de bedoeling van de Bijbeltekst totaal verkeerd overkomen.

Dat kan ik illustreren met een tekst uit Hosea 5:7 – ‘Nu kan ik (elke) nieuwe maan hen verteren met hun bezittingen.’ De Afrikaanse vertaler beseft dat woorden als ‘nieuwe maan’ en ‘verteren’ figuurlijk bedoeld zijn. Maar in zijn cultuur is de ‘nieuwe maan’ het moment waarop de boze geesten worden losgelaten. Die geesten doden mensen en vernietigen oogsten, vooral door meeldauw en soortgelijke plantenziekten. Volgens deze vertaler sprak Hosea ook over iets dergelijks.

Maar de Bijbel bedoelt iets heel anders. Bij ‘nieuwe maan’ denkt Hosea aan ‘nieuwe koningen van naties rondom Israël’ (zie Hosea 5:8 en 9). Noch de Good News Bible, noch de Groot Nieuws Bijbel stelden mij in staat om die vertaler een beter inzicht te geven. Maar de Bijbel in de Spaanse omgangstaal bood die mogelijkheid wel. Daar staat, vertaald in het Nederlands: ‘In een maand tijds zullen al hun landerijen vernietigd worden.’

Een totaal verkeerde betekenis wordt vaak gehecht aan Hosea 5:10 – ‘Op hen zal Ik mijn verbolgenheid uitgieten als water.’ Het is waar, zowel de Afrikaanse vertaler als de Afrikaanse lezers verstonden ‘verbolgenheid’ als ‘Gods toornig oordeel’, maar ze konden het verband niet leggen met: ‘als water.’

De Afrikanen voelden deze zin aan als ‘zorgeloos’ en zonder ‘echte consequenties’. Alsof God gedachteloos zou oordelen, zoals iemand gedachteloos water verspilt. Dat staat wel heel ver af van ‘de vernietigende watervloeden’ waaraan de profeet denkt.

Symboliek

Er zijn nog veel meer niet-letterlijke betekenissen te noemen, maar ze komen gelukkig niet allemaal voor in Hosea. Maar er zijn er nog twee die ik wil noemen.

(1) Symbolische handelingen die inderdaad zo werden toegepast als beschreven, maar die een cultureel verborgen betekenis hebben. Een voorbeeld is Hosea 13:2 – ‘De mensen die offeren kussen kalveren’. In dit geval gaat het om afgoden in de vorm van kalveren of runderen. De Groot Nieuws Bijbel maakt dat duidelijk: ‘Mensen kussen stierebeelden.’ Maar daarmee is voor de Afrikaan nog niet duidelijk dat hier sprake is van een heidens gebruik. Omdat inderdaad zo’n symbolische handeling wordt beschreven, moet de vertaler zo’n uitdrukking letterlijk vertalen. Maar hij moet ook de verborgen culturele betekenis blootleggen. Als de vertaler zo uitdrukking wil geven aan zowel de woorden als hun betekenis moet er zoiets staan als: ‘Ze vereren afgoden door ze in de vorm van stierebeelden (of kalverbeelden) te kussen.’

Een soortgelijk voorbeeld treffen we aan in Hosea 7:14 – ‘Om koren en most kerven zij zich.’ Opnieuw hebben we hier te maken met een heidens gebruik. (De Groot Nieuws Bijbel maakt dat enigszins duidelijk voor de moderne lezer: ‘… en smekend om koren en wijn verwonden zij zich.’) De Good News Bible is eigenlijk nog duidelijker door eraan toe te voegen: ‘… net als de heidenen’. In sommige Afrikaanse talen bleek het voor de duidelijkheid zelfs nodig om nog een stap verder te gaan en te vertalen: ‘en als zij bidden om koren en wijn verwonden zij zich zoals de heidenen doen tijdens hun godsdienstige plechtigheden.’

Nog zo’n voorbeeld vinden we in Hosea 3:1 waar van de Israëlieten wordt gezegd dat zij ‘zich wenden tot andere goden en minnaars zijn van druivenkoeken.’ Wat is er voor kwaad in dat zij ‘minnaars zijn van krentebollen’? Die werden geofferd aan de heidense goden. Zo’n offer maakte deel uit van zo’n heidense plechtigheid. Wie zijn offer bracht at zelf ook van die krentebollen in de gedachte dat hij daardoor weer sexueel potent werd.

In dit geval zal het niet altijd nodig zijn om de volledige betekenis weer te geven, maar het moet wel duidelijk zijn dat het om een ‘offerande’ gaat en om het eten daarvan. Voor een Afrikaanse lezer zouden we kunnen vertalen: ‘Zij wenden zich tot fetishes en brengen offerandes in de vorm van rozijnekoeken, die ze dan met smaak verorberen (in de hoop sexuele kracht te vinden).’ Die laatste toevoeging kan dan wel weggelaten worden, maar het zou wijs zijn die in een voetnoot op te nemen.

(2) Namen die tot doel hebben in weinig woorden te verwijzen naar een bepaald historisch feit. Wil een vertaling goed overkomen, dan moet wel iets van die historie worden aangeduid, opdat vooral de nieuwe Bijbellezer en -hoorder zal begrijpen wat eigenlijk bedoeld wordt.

Zo staat er in Hosea 6:9 – ‘Zij moorden op de weg naar Sichem…’. Voor een goed begrip is nodig dat het de lezer duidelijk is dat de tabernakel bij Sichem stond en dat met ‘gaan naar Sichem’ bedoeld wordt ‘gaan om God te eren bij de tabernakel te Sichem.’

In tegenstelling tot de Groot Nieuws Bijbel, die op dit punt de lezer nauwelijks op weg helpt zegt de Good News Bible: ‘on the road to the holy place at Shechem.’ Maar zelfs dat zal in Afrika nog niet voldoende zijn, al moet er wel voor gewaakt worden dat nooit meer woorden worden toegevoegd dan voor een goed verstaan strikt noodzakelijk zijn.
Een ander voorbeeld van het gebruik van een naam, waarbij op een historisch feit wordt geattendeerd, vinden we in Hosea 9:9 – ‘Zij hebben diep verdorven gehandeld in de dagen van Gibea,’ en ook de uitspraak in Hosea 10:9 – ‘Sinds de dagen van Gibea hebt gij gezondigd, Israël’. Bedoeld wordt de gecompliceerde historische gebeurtenis die zich in Gibea afspeelde: mannen van de stam van Benjamin verkrachtten en doodden de bijvrouw van een Leviet. Dat leidde tot een oorlog, waarbij de stam van Benjamin vrijwel uitgeroeid werd.

Het zal onmogelijk zijn om die hele geschiedenis in één zin te verwerken. In zo’n geval is het wijs als de vertalers daarop in een voetnoot attenderen.

Tot slot wil ik u een hart onder de riem steken. Ten eerste verzeker ik u dat Hosea lang niet overal zo moeilijk is. Ik heb gewoon een aantal moeilijke teksten uitgekozen.

In de tweede plaats, als u bezig bent Hosea te vertalen voor uw mensen en uw gemeente, besef dan dat als u de profeet Hosea goed vertaalt in heldere bewoordingen u een boodschap overdraagt die zeker uw gemeente aan zal spreken.

Bronvermelding

J. Loewen, ‘Beeldspraak in Hosea’ in: Met Andere Woorden 2/3 (1983), 3-6.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons