De tien plagen
De farao heeft de Israëlieten steeds heel slecht behandeld. Hij maakte slaven van ze en kon alles met ze doen wat hij wilde. Maar nu verandert dat. Want God gaat de farao straffen. God zorgt ervoor dat al het water van de Nijl in bloed verandert. Dat is een ramp voor de Egyptenaren, want de Nijl is enorm belangrijk voor hen. Het water dat ze drinken en de vis die ze eten, komen uit de Nijl. Verder hebben ze het water uit de Nijl hard nodig voor de landbouw.
Na deze ramp volgen er nog negen andere rampen die God in Egypte laat gebeuren. Deze rampen worden vaak de ‘tien plagen’ genoemd. Dit zijn de tien plagen:
- 1. Het water van de Nijl verandert in bloed.
- 2. Er komt een kikkerplaag.
- 3. In heel Egypte verandert het stof in muggen.
- 4. Er komen overal steekvliegen.
- 5. Het vee wordt ziek.
- 6. Iedereen krijgt zweren.
- 7. Het gaat heel hard hagelen.
- 8. Er komen overal sprinkhanen.
- 9. Het wordt overal donker.
- 10. De oudste zoon in ieder gezin sterft.
Haal het meeste uit je account
Word Bijbel+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot: Als Bijbel+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.