Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Tekstkritiek in het Nieuwe Testament

Er zijn momenteel circa 5700 Griekse handschriften bekend van het Nieuwe Testament. Een deel van die handschriften biedt de tekst van het hele Nieuwe Testament, maar in de meeste gevallen gaat het om een gedeelte of zelfs een klein fragment. De handschriften worden meestal ingedeeld in vier groepen: papyri, majuskels, minuskels en lectionaria (dat zijn lezingen voor in de liturgie). Sommige handschriften zijn heel oud; de oudste dateren uit de tijd kort na het ontstaan van het Nieuwe Testament. Het alleroudst is een fragment van het Johannesevangelie uit ongeveer 125 na Christus.
Deze handschriften zijn belangrijk voor de tekstkritiek van het Nieuwe Testament. Tekstkritiek is de wetenschap die zich bezighoudt met de vraag hoe we het dichtst bij de oorspronkelijke tekst van het Nieuwe Testament komen.

Kopieën van kopieën

De originelen van de boeken van het Nieuwe Testament (‘autografen’) zijn niet bewaard gebleven. Wat we hebben zijn kopieën van kopieën. De teksten werden overgeschreven om verder verspreid te worden. Overschrijven ging niet foutloos, er slopen heel wat spellings- en grammaticafoutjes in. Dat was vaak onopzettelijk. Maar het gebeurde ook wel dat er opzettelijk dingen aan de tekst werden veranderd, zoals verbeteringen in grammatica en stijl. En soms werden passages aangepast zodat ze overeenkwamen met andere passages, zowel in het Nieuwe Testament als in de Septuagint, de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel.
Het gaat in alle gevallen om kleinschalige veranderingen die niet raken aan de kernboodschap van de Bijbel.

Soorten varianten en dictee

Als je de handschriften met elkaar vergelijkt zie je verschillen. Die verschillen worden ‘varianten’ genoemd. In vrijwel ieder bijbelvers in het Nieuwe Testament zie je een of meerdere varianten in de handschriften. In totaal gaat het dus om duizenden varianten: tekstverschillen tussen de handschriften.
De meeste varianten zijn inhoudelijk niet van belang. Vaak gaat het om kleine verschillen in spelling. En in veel gevallen gaat het gewoon om kleine foutjes bij het overschrijven: een paar letters of woorden die zijn overgeslagen of juist dubbel geschreven zijn; een regel die is overgeslagen; of fouten als gevolg van misinterpretatie: als een overschrijver opschreef wat een ander dicteerde kon hij zich vergissen als twee verschillende woorden hetzelfde klonken.

Vertalingen

Het onderzoek naar de tekst van het Nieuwe Testament is niet alleen gebaseerd op de Griekse handschriften. Ook de oude vertalingen van het Nieuwe Testament spelen een rol. Al in de tweede eeuw na Christus werden de boeken van het Nieuwe Testament vertaald in het Latijn en het Syrisch. Enige tijd later kwamen er ook vertalingen in Koptische dialecten, het Armeens, en nog meer andere oude talen. De handschriften van die oude vertalingen worden ook bestudeerd. Ook hier komen we weer varianten tegen: tekstverschillen. In bepaalde gevallen kan dat een nieuw inzicht opleveren voor de Griekse tekst van het Nieuwe Testament.

Eclectische tekst

De moderne teksteditie van het Griekse Nieuwe Testament, die van Nestle-Aland, is een eclectische tekst. Dat wil zeggen dat de tekst niet één specifiek Grieks handschrift, maar een keuze uit meerdere handschriften volgt. Dat is geen modern verschijnsel. Zo gebeurde het al in de eerste Griekse tekstuitgave van Erasmus, en ook in de latere Textus Receptus.
Deze werkwijze ligt erg voor de hand. Er is niet één specifiek Grieks handschrift beschikbaar met ‘de perfecte tekst’ van het Nieuwe Testament, die je gedrukt zou kunnen uitgeven. Er zijn juist allerlei Griekse handschriften, met onderlinge verschillen. En door ze te vergelijken en de verschillen tegen elkaar af te wegen, kun je een goede Griekse tekst vaststellen: een eclectische tekst.

Kritische editie

Er zijn twee grote verschillen tussen de tekstuitgave van Erasmus en de Textus Receptus aan de ene kant en de moderne teksteditie van het Griekse Nieuwe Testament aan de andere kant. Het eerste verschil betreft de tekstuele basis. De uitgaven van Erasmus en de Textus Receptus zijn gebaseerd op enkele tientallen handschriften, grotendeels van vrij late datum (tiende tot twaalfde eeuw na Christus). De moderne tekstuitgave is gebaseerd op zo’n 5700 Griekse handschriften, waaronder bovendien allerlei handschriften die eeuwen en eeuwen ouder zijn dan de handschriften die men kende in de zestiende en zeventiende eeuw.
Het tweede grote verschil betreft de manier waarop de verschillen tussen de handschriften worden bekeken, beoordeeld en gewogen. Pas in de loop van de achttiende en negentiende eeuw, toen er meer en meer handschriften ontdekt werden, werd er een wetenschappelijke methode ontwikkeld om de onderlinge verschillen tussen handschriften goed af te wegen. In de twintigste eeuw werd die methode verfijnd en verbeterd. En dankzij de intrede van de computer kon het onderzoek naar de duizenden en duizenden variante lezingen nu systematisch worden uitgevoerd.
De moderne tekstuitgave van het Griekse Nieuwe Testament is dus gebaseerd op een veel bredere basis dan de Textus Receptus én op een doordachte methode van vergelijking en afweging van de tekstvarianten. De moderne tekstuitgave wordt daarom een kritische editie genoemd. Het woord ‘kritisch’ heeft hier niet de moderne betekenis ‘negatief, veroordelend’, maar de oudere, neutrale betekenis van ‘verstandig oordelen’.

Methode

Het is niet eenvoudig om de methode achter de moderne tekstuitgave van het Griekse Nieuwe Testament in een paar woorden uit te leggen. In het kort gezegd gaat het erom dat alle verschillen tussen de handschriften in kaart worden gebracht en met behulp van alle relevante gegevens worden gewogen. Hoe vaak komt een bepaalde variant voor? In welke handschriften? Wat is het karakter van die handschriften: zitten ze allemaal in dezelfde hoek of niet? En wat is hun kwaliteit? Hoe hangt de variant samen met andere varianten in dezelfde handschriften? etc. Dan is er ook onze kennis van het overschrijfproces: bepaalde varianten zijn direct herkenbaar als overschrijffouten, andere zijn juist moeilijk verklaarbaar.

Computer

Al die gegevens van zo’n 5700 Griekse handschriften plus de handschriften van de oude vertalingen is veel meer dan een mens kan bevatten. Maar de computer is juist uitermate geschikt om dit systematisch te verwerken. Uiteindelijk gaat het er steeds om dat je via alle tekstvarianten, punt voor punt, kunt terugredeneren naar wat vermoedelijk de oudste lezing is geweest.
De computer voert alle blinde berekeningen perfect systematisch uit. Maar de mens is verantwoordelijk voor het model waarbinnen de gegevens worden verwerkt. Dat geldt ook voor het werk aan de Griekse tekst van het Nieuwe Testament. Je ontkomt daarbij niet aan aannames en hypotheses, bijvoorbeeld over de kwaliteit (het ‘gezag’) dat aan bepaalde (doorgaans bepaalde oude) handschriften wordt toegekend. Zoals bij ieder product van menselijke wetenschap, geldt ook hier: de uitkomst heeft een voorlopig karakter en er is altijd ruimte voor discussie.

Originele tekst?

Je kunt niet zeggen van de moderne teksteditie van Nestle-Aland: ‘dit is de originele Griekse tekst’. Hoe dicht we er ook bij hopen te komen, de originele tekst ligt nét buiten ons zicht. Wel kun je dit zeggen: de teksteditie van Nestle-Aland benadert de originele tekst op de best mogelijke manier op basis van de huidige inzichten en beschikbare gegevens.
Sommige tekstvarianten zullen waarschijnlijk altijd onzeker blijven: horen ze nu wel of niet bij de oorspronkelijke tekst? Maar om dit in het juiste perspectief te zien: het gaat dan bijna altijd om minimale kwesties zonder inhoudelijke relevantie; een enkele keer gaat het om inhoudelijk relevante kwesties, maar nooit raken die aan de kernboodschap van het Nieuwe Testament. Om het simpel te zeggen: in 99,9 procent van de tekst is het voor 99,9 procent zeker dat we de originele tekst nog steeds voor ons hebben. En er is geen enkel boek uit de hele oudheid waarvoor dat ook in deze sterke mate geldt!

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.3
Volg ons