De oud-katholieke vertaling van het Nieuwe Testament
De oud-katholieke vertaling van het Nieuwe Testament verscheen in 1953. Het is een vertaling van de Griekse tekst van het Nieuwe Testament in opdracht van de bisschoppen van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland.
Een nieuwe vertaling
Binnen de Oud-Katholieke Kerk wilde men al eerder een nieuwe vertaling maken, als opvolger voor de vertaling van Andreas van der Schuur en Hendrick van Rhijn uit 1732. Zo was men aan het begin van de twintigste eeuw al begonnen met het vertalen van het Oude Testament. In 1921 verschenen de eerste resultaten daarvan in voorpublicaties. Dit werd gepresenteerd als een herziening van de vertaling van Van der Schuur. Met deze vertaling is men echter gestopt vanwege de onenigheid die ontstond naar aanleiding van de voorpublicaties.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog pakte de Oud-Katholieke Kerk het idee weer op om aan een nieuwe vertaling te gaan werken. Door de oorlog en de bezetting had een aantal mensen hier de ruimte voor. Zij begonnen aan de vertaling van het Nieuwe Testament, ditmaal niet als herziening van de vertaling van Van der Schuur, maar als een nieuwe vertaling vanuit de Griekse brontekst. Hiervoor gebruikten ze de toenmalige editie van Nestle
Toen in 1951 de nieuwe vertaling