Ruth in de NBV21
Het boek Ruth in de NBV21 bevat een aantal wijzigingen die voortvloeien uit kritiek op de vertaling die in 2004 verscheen. ‘Inclusief vertalen’ was een van de uitgangspunten van de NBV. Dat principe is in de NBV21 – in elk geval in het boek Ruth – nog consequenter toegepast. Maar een écht inclusieve vertaling kan nog een aantal stappen verder gaan.
Een moedige man en een moedige vrouw
Zowel van Boaz als van Ruth wordt in het Hebreeuws gezegd dat zij chajjil zijn. Dit wordt van Boaz gezegd in Ruth 2:1
God in het boek Ruth
We kunnen er niet omheen dat de NBV21 de keuze gemaakt heeft voor het opnieuw exclusief weergeven van de onuitsprekelijke eigennaam van de God van Israël (JHWH) met ‘HEER’. Het kan anders, zoals de Bibel in gerechter Sprache (BigS), het grote vertaalproject van Duitse feministische theologen, laat zien. De BigS geeft één mogelijke, genderneutrale vertaling, en zorgt zelf voor de nodige afwisseling door de Bijbelboeken heen (der Lebendige, die Lebendige, der Ewige, die Ewige, Ich-bin-da, Er/Sie, etc.). Bovendien markeert BigS de plaatsen waar in het Hebreeuws de eigennaam van God staat met speciale accenten zodat lezeressen en lezers desgewenst een variant kunnen gebruiken. In het boek Ruth heeft het vertaalteam van BigS consequent gekozen voor die Eine. Dat had in de NBV21 ook gekund (de Ene, in het Nederlands sekseneutraal), waarmee vermeden zou zijn dat er eenzijdig mannelijke associatie optreedt tussen het handelen van de HEER en het handelen van Boaz, die een paar maal als ‘heer’ wordt aangeduid (Ruth 2:13
Zware eed
In Ruth 1:17
Orpa
Inclusief Bijbelvertalen heeft aandacht voor alle vormen van uitsluiting en achterstelling, niet alleen op basis van sekse, maar ook van etniciteit, ras, cultuur of religie. In dat licht hebben postkoloniale feministische theologen de vinger gelegd bij de marginalisering van het personage Orpa. Native American vrouwen herkennen zich in Orpa, die de beslissing neemt trouw te blijven aan haar volk en cultuur. Het verhaal zelf beschouwt dat als een goed overwogen keuze en veroordeelt die niet. Maar in vertalingen en uitleg is deze veroordeling versterkt aanwezig. De NBV21 is daarop geen uitzondering. De vertalers hebben het nodig gevonden om Naomi over Orpa te laten zeggen: ‘Kijk, je schoonzus gaat weer terug naar haar volk en haar god’ (Ruth 1:15
Schuilen onder Gods vleugel
Wat veel lezers heeft gestoord, was het wegvertalen van de ‘vleugel’ van Boaz in Ruth 3:9
NBV
[Boaz tegen Ruth:] ‘Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen – de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht.’
[Ruth tegen Boaz:] ‘Wilt u mij bij u nemen, want u kunt voor ons als losser optreden.’
NBV21
‘Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen – de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je bent komen schuilen.’
‘Laat mij bij u schuilen, want u kunt voor ons als losser optreden.’
Genade vinden in iemands ogen of gewoon goeddoen?
Wat minder geslaagd is de aanpassing van de Hebreeuwse uitdrukking ‘genade vinden in iemands ogen’. In het boek Ruth komt dit driemaal voor. De vertalers hebben ervoor gekozen om te laten zien dat het met ‘goeddoen’ te maken heeft. Het woord ‘goed’ komt daarom op verschillende manieren terug:
Het is jammer dat hiermee het woord ‘ogen’ uit het oog is geraakt. Het Hebreeuws werkt veel met fysieke uitdrukkingen, zoals ook het Nederlands. Zo kennen wij uitdrukkingen als: ‘een oogje hebben op iemand’, ‘je oog ergens op laten vallen’, ‘oog hebben voor iemand’. Zeker de laatste uitdrukking zou hier goed gebruikt kunnen zijn:
Naomi
De naam van Noömi is weer teruggezet naar Naomi, en menig Bijbellezer zal hier blij mee zijn, want de klinkerverandering vormde een waar struikelwoord bij het hardop voorlezen. Bovendien is het mooi voor alle Naomi’s in het land die nu geen verouderde naam meer dragen. Minder blij worden we ervan dat van Naomi ook in de NBV21 nog steeds wordt gezegd dat zij de zoon van Ruth ‘vanaf dat moment bleef verzorgen’ (Ruth 4:16
Stamboom of familie?
In het boek Ruth spelen vrouwen de hoofdrol en het slot is daarbij wat vreemd. Dat is een opsomming van vaders die zonen verwekken. Maar anders dan bij het Nederlandse woord ‘verwekken’ omvat de Hebreeuwse werkwoordsvorm (hōlīd, van het werkwoord jalad, ‘een kind baren’) óók de activiteit van de moeder. Letterlijk staat er dat de mannen ervoor zorgen dat er gebaard kan worden. Het zou mooi zijn geweest als in de NBV21 ook deze stamboom wat meer inclusief zou zijn vertaald en zou hebben laten zien dat er zonder moeders geen kinderen zijn. In plaats van het eenzijdig masculiene ‘verwekken’ zou de taal van jonge vaders van nu gebruikt kunnen zijn, die na de geboorte van hun kind trots melden dat ze ‘vader zijn geworden’. Zo zou Ruth 4:21
‘Boaz verwekte Obed’
ook vertaald kunnen zijn als:
‘En Boaz werd vader van Obed.’
Overigens verkeert het vertaalteam van de NBV21 hier wel in goed gezelschap, want zelfs de BigS vertaalt hier opvallend genoeg met zeugen (‘verwekken’). Daarentegen benadrukken veel klassieke Engelse vertalingen meer het familie-element met to father (‘vader worden van’) en NIV (1984) vertaalt in 4:18 de ‘nakomelingen van Perez’ als this is the family of Perez (dit is de familie van Perez). En zo blijkt maar weer hoe moeilijk vertalen altijd zal blijven.
Dr. M.C.A. Korpel is universitair hoofddocent Oude Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit.
Prof. dr. H.E. Zorgdrager is hoogleraar systematische theologie en genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit.
Bronvermelding
Marjo Korpel en Heleen Zorgdrager, ‘Ruth in de NBV21’ in: Met Andere Woorden 40/2 (oktober 2021), 28-33.
Vakblad Met andere woorden
Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.