‘Mijn juk is zacht’? Chrēstos in Matteüs 11:30
Jezus nodigt zijn leerlingen in Matteüs 11:28-30 – een geliefde Bijbelpassage – uit om zijn juk op zich te nemen. Maar is dat juk ‘zacht’ (NBV21) of ‘goed’? Ruben van Wingerden pleit voor dat laatste, Cor Hoogerwerf verdedigt de NBV21-vertaalkeuze.
Het juk is goed
Aan het begin van Matteüs 11 gaat het over de relatie tussen Johannes en Jezus. Jezus beschrijft Johannes als de nieuwe Elia. Daarna volgt een wijsheidsuitspraak die ook in Lucas 10:21–22 staat, maar die qua taal en gedachtegoed uit het Johannesevangelie lijkt te komen. Daarop volgt de tekst in kwestie:
Velen ervaren deze tekst als bemoedigend omdat Jezus rust aanbiedt aan iedereen die vermoeid en belast is. Zijn juk is zacht en zijn last licht. Dat geeft hoop en biedt een nieuw perspectief, zeker in een tijd als deze waar druk en haast de dagelijkse realiteit regeren. Echter, en dat als allereerste, het is nog niet zo eenvoudig om vast te stellen waar het ‘juk’ voor staat. Ik noem een aantal mogelijkheden:
- 1.Jezus’ onderricht is het juk en is de vervulling van de Thora.
- 2.Jezus is zelf het juk als belichaming van de Thora.
- 3.Het juk is de christelijke genade die bevrijdt van de last van de Joodse Wet.
- 4.Het juk staat voor Jezus’ unieke interpretatie van de Thora (in contrast met de interpretatie van de sadduceeën en farizeeën).
- 5.Het juk van goddelijke wijsheid, waarbij Jezus de Wijsheid personifieert.
- 6.Het juk staat voor rust en gemak, in het bijzonder de messiaanse rust (in contrast met de ‘normale’ connotatie van juk als last of dienstbaarheid).
Vervolgens de term chrēstos. Die betekent ‘goed’, ‘vriendelijk’, of ‘oprecht’. Ook in de Griekse Septuaginta komt chrēstos voor, en daar heeft het ongeveer dezelfde betekenis. De Hebreeuwse woorden die met chrēstos vertaald worden zijn dan ook ṭôb, yāšār en yāqār en bevinden zich in het betekenisveld van ‘goed’ of ‘oprecht’.
Ook elders vinden we chrēstos vertaald met ‘goed’. Zo hebben we bijvoorbeeld Flavius Josephus, Antiquitates 3.98: ‘En hoewel de verwachting dat er over deze man weldra enig goed nieuws bekend zou worden hun niet toeliet om te rouwen, konden zij toch hun verdriet en neerslachtigheid niet onderdrukken’ (vertaling Meijer en Wes). De vertalers hebben gekozen voor ‘goed nieuws’, maar chrēstos kan hier het beste met ‘wat goeds’ (ti chrēston) vertaald worden. In een andere tekst, de Psalmen van Salomo 8:32, lezen we: ‘En wij laten U niet los, want uw oordelen over ons zijn goed.’ In geen enkele bron vinden we ‘zacht’ als een passende vertaling.
Nederlandse vertalingen van Matteüs 11:30
In Matteüs 11:30 wordt chrēstos in vrijwel alle Nederlandse vertalingen weergegeven met ‘zacht’: de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), de NBV21, de Willibrordvertaling (2012), de Herziene Statenvertaling, de Groot Nieuws Bijbel, de Statenvertaling (1977), de NBG-vertaling 1951. De Bijbel in Gewone Taal vertaalt met ‘eenvoudig’, dat sterk lijkt op een variant die we in de gangbare Engelse vertalingen vinden (‘easy’). De Naardense Bijbel vertaalt met ‘passend’, en wijkt daarmee opvallend af van andere vertalingen.
Wanneer we naar de andere passages in bijvoorbeeld de NBV21 kijken waar het woord chrēstos voorkomt, zien we iets bijzonders. In vijf van de zes passages (Lucas 6:35; Romeinen 2:4; 1 Korintiërs 15:33; Efeziërs 4:32; 1 Petrus 2:3) wordt er vertaald met ‘goed’ of ‘goedheid’. In Lucas 5:39 vinden we ‘beter’ omdat er een vergelijking wordt gemaakt tussen de jonge en de oude wijn – ‘de oude is beter’ – maar ‘goed’ is een even valide vertaling. De vertalingen van deze passages in de NBV en NBV21 is typisch voor de vertaling van chrēstos in andere vertalingen. Matteüs 11:30 vormt blijkbaar een uitzondering op de regel. Dat geeft reden tot nadenken.
Chrēstos komt overeen met ‘goed’
We zien dus iets opmerkelijks: chrēstos in Matteüs 11:30 wordt consequent vertaald met een term die we elders niet voor dat woord gebruiken. Wat is de reden voor de vertaling met ‘zacht’? Het is goed mogelijk dat Luthers vertaling van 1522 de Statenvertaling heeft beïnvloed. Luther vertaalde chrēstos met het woord sanfft oftewel, ‘zacht’. Waarschijnlijk is Luther op zijn beurt weer beïnvloed door de Latijnse Vulgaat, die suave (‘zoet’, of ‘aangenaam’) als vertaling heeft (hoewel de Vetus Latina in sommige handschriften voor bonum koos, in andere handschriften voor suave, volgens Jülicher, Matzkow en Aland). Deze Latijnse traditie vinden we in de Nederlandse Liesveltbijbel van 1542 terug (‘soete’). Bij vroegchristelijke uitleggers komen we de woorden ‘zacht’ of ‘zoet’ of synoniemen daarvan niet tegen, zij spreken allemaal over ‘goed’.
Heeft het vertaalteam van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap hier bewust of onbewust voor de lange Nederlandse traditie gekozen? In de context van het juk van de wet (van Jezus) – hoe dat ook geïnterpreteerd moet worden – is het niet automatisch zo dat het juk zacht is omdat het juk licht is. Ook een licht juk kan oncomfortabel zijn. Neem bijvoorbeeld de Bergrede, die is als juk niet ‘zacht’, maar wel ‘goed’. Ik zou willen voorstellen om chrēstos in Matteüs 11:30 voortaan met ‘goed’ te vertalen omdat dit (1) dichter bij het betekenisveld van het woord ligt, en (2) omdat de ambiguïteit daarmee niet uit de tekst verdwijnt. Immers, de vraag hoe het juk goed is en Jezus’ last licht, blijft even onbeantwoord als wanneer chrēstos met ‘zacht’ wordt vertaald. De lezer wordt nog steeds uitgedaagd om hiervoor op onderzoek uit te gaan.
Dr. Ruben van Wingerden is Onderzoeker aan de Tilburg University.
Bronvermelding
Ruben van Wingerden, '"Mijn juk is zacht"? Chrēstos in Matteüs 11:30' in: Met Andere Woorden 42/2 (oktober 2023), 50-52.
Geraadpleegde literatuur
- M. de Goeij, Pseudepigrafen 1. Psalmen van Salomo, IV Ezra, Martyrium van Jesaja, Kampen 1980.
- Flavius Josephus, De Oude Geschiedenis van de Joden, vert. F.J.A.M. Meijer en M.A. Wes, Amsterdam 1996, p. 320.
- Adolf Jülicher, Walter Matzkow en Kurt Aland (red.), Itala. Das Neue Testament in altlateinischer Überlieferung 1. Matthäus-Evangelium, Berlijn/ Boston 1971, 69.
- Matthew W. Mitchell, ‘The Yoke Is Easy, but What of Its Meaning? A Methodological Reflection Masquerading as a Philological Discussion of Matthew 11:30’ in: Journal for Biblical Literature 135 (2016), 321-340.
Een zacht juk is zo slecht nog niet
Wat is het probleem met ‘zacht’ in Matteüs 11:30? Ruben van Wingerden noemt twee argumenten: hetzelfde Griekse woord wordt elders in het Nieuwe Testament met ‘goed’ vertaald, en ‘goed’ is een opener begrip dan ‘zacht’. Op deze argumenten is het een en ander af te dingen en er zijn goede contextuele redenen om hier met ‘zacht’ te vertalen.
Inderdaad hebben de vertalers van de NBV en NBV21 hier voor de lange Nederlandse vertaaltraditie gekozen. Als een vertaaltraditie de betekenis van de tekst in het huidige Nederlands nog altijd goed overbrengt, is het een uitstekende keuze om die traditie te volgen. De NBV21 kiest weliswaar in alle andere gevallen voor ‘goed’ (waaronder Lucas 5:39, ‘beter’), maar dat legt weinig gewicht in de schaal. Want dat zijn gevallen met heel andere contexten. De overeenkomst tussen al die gevallen is dat het niet om een filosofisch idee van goedheid gaat, maar om een concrete, ervaarbare eigenschap die positieve gevoelens oproept. Niet alleen wijn kan goed smaken, zelfs de goedheid van de Heer kun je proeven (1 Petrus 2:3).
Taalkundig gezien is het belangrijk niet enkel af te gaan op de woorden die het woordenboek als vertaling voorstelt, maar op de definitie van een woord. Bij die definitie zoek je dan een geschikt woord in de doeltaal. Het is dus eigenlijk niet juist te zeggen dat chrēstos ‘goed’ (enz.) betekent. Het is beter om chrēstos te definiëren: dit bijvoeglijke naamwoord kun je gebruiken als iets of iemand een vriendelijke, weldadige eigenschap of goede, deugdelijke kwaliteit bezit. Welke vertaling we daar vervolgens voor kiezen, vloeit voort uit neerlandistieke afwegingen.
Enkele voorbeelden: we kunnen van ‘goede zeden’ (1 Korintiërs 15:33) spreken, maar de vertaling ‘goede oordelen’ in de Psalmen van Salomo 8:32 is nogal vreemd in de betreffende context. In het Nederlands is ‘milde oordelen’ veel beter (vgl. ook Psalmen van Salomo 5:1-2). In 1 Makkabeeën 6:11 roept koning Antiochus vertwijfeld uit: ‘Ik blijf me maar afvragen waarom ik in deze poel van ellende terecht ben gekomen. Tijdens mijn bewind ben ik immers chrēstos geweest en was ik geliefd.’ ‘Mild’ is hier een passender vertaling dan ‘goed’, of je zou moeten kiezen voor ‘goed voor de mensen’.
In Jeremia 24:2 LXX kun je de vijgen die ‘zeer chrēstos’ zijn en die tegenover oneetbare vijgen staan, karakteriseren als ‘zeer goed’. Maar een vertaling met ‘prachtig’ of ‘heerlijk’ zou ook goed kunnen, want dat is wat vijgen van goede kwaliteit zijn. Brons dat schittert als goud (1 Esdras 8:56, vgl. Ezra 8:27) is niet ‘goed’ maar ‘kostbaar’. ‘Chrēstos stenen’ zijn natuurlijk ‘edelstenen’ (Ezechiël 27:22 LXX) en ‘chrēstos goud’ is ‘zuiver goud’ (Daniël 2:32 LXX). ‘Chrēstos burgers’ zijn ‘toegewijde burgers’ (2 Makkabeeën 9:19) en de chrēstos mensen die op de aarde zullen wonen, zijn ‘rechtschapen’ (Spreuken 2:21 LXX).
Voor een goed vertaalresultaat is het dus essentieel om te kijken welke woordverbindingen in het Nederlands gebruikelijk zijn. Daarom is in Josephus’ Antiquitates 3.98 de vertaling ‘enig goed nieuws’ voor ti chrēston veel beter dan de vertaling ‘iets goeds’: als er iets goeds of iets slechts over Mozes bekend wordt, denk je in het Nederlands namelijk allereerst aan zijn reputatie. Maar hier gaat het om de vraag of hij levend terug zal keren van de berg. Het volk zit te wachten op goed nieuws.
Bij de interpretatie van het beeld van het chrēstos juk in Matteüs 11:30 spelen twee associaties een rol die mensen uit die tijd konden maken op basis van bekende beelden. De eerste associatie bestaat uit teksten met de uitnodiging het juk van de Wijsheid op je te nemen (met name Sirach 51:23-29 en ook Sirach 24:19-22; Wijsheid 6:11-16). Kenmerkend voor deze teksten is dat het verwerven van wijsheid gemakkelijk is en vlug grote voordelen oplevert. Haar ‘boeien’ zijn in feite ‘als een sierlijk gewaad’, een ‘vreugdekrans’ (Sirach 6:18-37).
De tweede associatie is dat van het juk dat een heerser oplegt. Een goed voorbeeld is te vinden bij Josephus (Antiquitates 8.213). De leiders van het volk komen daar naar Rechabeam met de vraag of hij chrēstoteron (‘vriendelijker’, ‘milder’) wil zijn dan zijn vader en het ‘zware juk’ lichter wil maken. Een licht juk hoort bij een milde vorst. En net zoals zo’n vorst milde oordelen velt, zo is zijn juk aangenaam. Op basis van deze associaties lijkt het mij uitgesloten dat het juk van Jezus’ koningschap volgens Matteüs 11:30 toch oncomfortabel zou kunnen zijn. Daarom is de vertaling ‘mijn juk is zacht’ zo slecht nog niet.
Drs. Cor Hoogerwerf is Specialist Vertalen en Exegese Nieuwe Testament bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
Bronvermelding
Cor Hoogerwerf, 'Een zacht juk is zo slecht nog niet' in: Met Andere Woorden 42/2 (oktober 2023), 53-55.
Geraadpleegde literatuur
- Frederick William Danker, A Greek-English Lexicon of the New Testament and Other Early Christian Literature, derde druk, Chicago/Londen 2000.
- Matthias Konradt, ‘“Nehmt auf euch mein Joch und lernt von mir!” (Mt 11,29). Mt 11:28-30 und die chistologische Dimension der matthäischen Ethik’ in: Zeitschrift für die Neutestamentliche Wissenschaft 109 (2018), 1-31.
- Johan Lust, Erik Eynikel en Katrin Hauspie, A Greek-English Lexicon of the Septuagint. Revised edition, Stuttgart 2003.
- Ulrich Luz, Das Evangelium nach Matthäus (Mt 8-17), Evangelisch- Katholischer Kommentar zum Neuen Testament 1.2, vierde druk, Düsseldorf/Neukirchen-Vluyn 2007.
- T. Muraoka, A Greek-English Lexicon of the Septuagint, Leuven/Parijs/Walpole 2009.
Vakblad Met andere woorden
Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.