Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Kindertheologie en de Bijbel in Gewone Taal

Kindertheologie is een visie op geloofsopvoeding. En daarmee is het een manier van kijken naar kinderen, naar de Bijbel en geloof, en naar de rol die je als geloofsopvoeder hebt. Om de plek en waarde van de Bijbel in Gewone Taal in de kindertheologie te begrijpen en te ontdekken, is het behulpzaam om wat meer te weten van de visie die kindertheologie is.

Samenvatting
Samen met kinderen betekenis vinden in de Bijbel. Op een open en gelijkwaardige, op een actieve en ontdekkende manier. Dat is waar kindertheologie voor staat. De Bijbel in Gewone Taal is daarbij van grote waarde. Zowel voor de kinderen en voor de geloofsopvoeders die samen met hen onderweg zijn, als voor iedereen die zelf de Bijbel wil lezen en ontdekken als bron van betekenis voor zijn of haar leven. Hoe? Daarin kan kindertheologie een wegwijzer en bron van inspiratie zijn.

Alle ruimte voor het kind en voor de Bijbel

Kindertheologie stelt om te beginnen kinderen centraal. Het uitgangs- punt is dat kinderen zelf prima kunnen nadenken over de Bijbel, God, geloof en het leven. En dat zij dat ook doen. Met hun eigen vragen, hun eigen vermoedens en ideeën, hun eigen manier van denken. Dat vraagt van geloofsopvoeders om kinderen daarin serieus te nemen en hun daar de ruimte voor te geven.

Kinderen krijgen op deze manier een eigen, actieve rol in het ontwikkelen van hun verhaal en hun identiteit met de Bijbel en geloof. Ze krijgen alle ruimte om de Bijbel en geloof op hun manier te verkennen, zich toe te eigenen en er betekenis in te vinden voor hun eigen levensverhaal.

De keuze om kinderen zo centraal te stellen, heeft te maken met de visie op kinderen, op wat zij kunnen, hoe zij zich ontwikkelen en hoe ze leren. De inzichten van de Russische leer- en ontwikkelingspsycholoog Lev Vygotsky (1896-1934) zijn daarbij een belangrijke bron. Vygotsky stelde dat kinderen zich ontwikkelen door ervaringen en activiteiten samen met anderen. De stroming waar deze ideeën bij horen is het ‘sociaal constructivisme’. In het onderwijs vind je deze ideeën terug in het ontwikkelingsgericht leren.

Belangrijk om te noemen is dat dit constructivisme in de geloofs- opvoeding relatief en niet absoluut is. Vanuit geloof kun je zeggen dat God er is. Dat God er is en hoe God er is, hangt niet af van ons denken en onze ontdekkingen. Het is een geloofswaarheid of geloofsuitspraak die groter is dan wij – kinderen en volwassenen die op weg gaan met de Bijbel en geloof – zelf kunnen ‘construeren’ of ‘bouwen’ wanneer we ons eigen geloofsverhaal ontwikkelen.

Dat brengt ons bij de plek van de Bijbel en geloof in de kindertheologie. Kindertheologie stelt de Bijbel en de geloofstraditie centraal, net zoals zij kinderen centraal stelt. Het uitgangspunt is dat de Bijbel een bron is van krachtige verhalen, verhalen die zelf iets te vertellen hebben. En die dat ook doen – al eeuwenlang. Dat vraagt van geloofsopvoeders om de Bijbel de ruimte te geven om zelf te mogen spreken, en bijvoorbeeld niet van tevoren op zoek te gaan naar de moraal van het Bijbelverhaal om die aan kinderen over te dragen.

De BGT is hierbij van grote waarde. Deze vertaling met haar heldere en duidelijke taal en vertaalkeuzes maakt het mogelijk om met kinderen de Bijbelteksten zelf te lezen en zo op een gelijkwaardige manier samen te ontdekken wat een tekst kan betekenen. De Bijbelverhalen kunnen zelf spreken, zonder tussenkomst van veel extra uitleg of van een hervertelling. In hervertellingen in kinderbijbels – hoe mooi en hoe nodig voor jonge kinderen ook – komt immers altijd en onvermijdelijk iets van de theologie en het perspectief mee van degene die de hervertelling schrijft.

Bovendien is door de BGT de hele Bijbel beschikbaar om met kinderen te lezen – en niet meer een selectie zoals in de kinderbijbel. Niet voor niets was de BGT de aanleiding voor het NBG om de Samenleesbijbel te maken: een complete Bijbel van Genesis tot en met Openbaring met daarin verschillende ‘routes’ en opstapjes die kinderen helpen om zelf Bijbelverhalen uit een echte Bijbel te lezen en daarin betekenis te ontdekken. De Samenleesbijbel was op zijn beurt weer de eerste stap voor het NBG om verder te gaan op het pad van de kindertheologie als visie en bron van inspiratie voor kinderbijbels en andere materialen, zoals het kinderdienstmateriaal Bijbel Basics.

In de kindertheologie staan kinderen en de Bijbel dus centraal. Zij krijgen alle ruimte. Daarin klinkt al mee hoe belangrijk geloofsopvoeders zijn. Want om kinderen op hun eigen manier de Bijbel te helpen ontdekken, is een ontmoeting met de Bijbel nodig die bij het kind aansluit en die tegelijkertijd niet te veel van tevoren invult. Dat vraagt begeleiden én loslaten. We gebruiken vaak het beeld van een reis, een ontdekkingsreis, die je samen met de kinderen en de Bijbel en geloof maakt. Daarin ligt besloten dat dat heel waardevol is voor de kinderen, maar zeker ook voor de volwassene. In de kindertheologie verrijken kinderen en volwassenen elkaar op de reis die ze samen ondernemen. Dat geldt net zo goed voor volwassenen die samen met andere volwassenen de Bijbel op een open en gelijkwaardige, actieve en ontdekkende manier lezen.

Theologie voor iedereen

Kinderen centraal stellen past bij onze tijd. Maar lang werd er anders naar kinderen en geloofsopvoeding gekeken. Wat nu kindertheologie heet, is begin jaren negentig van de vorige eeuw begonnen bij de Zwitserse godsdienstpedagoog Anton Bucher. Hij voerde gesprekken met kinderen over de macht van God om kwaad en lijden te voorkomen, en hij schreef daarover. Zijn ervaring was dat kinderen al heel jong vragen over God en het kwaad konden stellen, daarover wilden nadenken en praten, en daar zo ook tot eigen, zinvolle gedachten over kwamen. Hij wilde dat serieus nemen. En hij stelde vast dat we kinderen gerust als ‘kleine theologen’ kunnen zien: zij ontwikkelen op hun eigen manier ideeën over God en de wereld.

Rond dezelfde tijd beschreef de Engelse expert op het gebied van godsdienstonderwijs John Hull gesprekken die hij met jonge kinderen over God had gevoerd. Ook hij kwam tot de conclusie dat het heel goed mogelijk was om met kinderen over God en geloof te praten. Dat was destijds bijzonder, een verandering van perspectief. Zo begon de nadruk op geloofsoverdracht plaats te maken voor gelijkwaardige geloofscommunicatie.

In de loop van de tijd werd verder doordacht wat kindertheologie nou precies is. Zijn alle gesprekken met kinderen over God, de Bijbel en geloof bijvoorbeeld kindertheologie? Of zijn er bepaalde kenmerken waar die gesprekken aan moeten voldoen? De Duitse godsdienstpedagoog Friedrich Schweitzer verwoordde in 2003 waar het in de kindertheologie om gaat. Het is altijd een samenspel tussen het:

  • theologiseren van kinderen: de eigen ideeën, ervaringen en vermoedens die kinderen hebben, en hun eigen denken en de ont- dekkingen die ze doen rondom de Bijbel en geloof,
  • theologiseren met kinderen: samen met kinderen zoeken naar antwoorden en ontdekkingen doen rondom de Bijbel en geloof,
  • theologiseren voor kinderen: kinderen nieuwe inhoud aanreiken als verrijking van hun ontdekkingstocht rondom de Bijbel en geloof.

Deze drieslag van Schweitzer is internationaal de kern en het kompas van de kindertheologie geworden.

De kindertheologie is vooral ontwikkeld in de context van het onderwijs. Met name in Duitstalige landen is het een belangrijke stroming geworden voor het vernieuwen van het godsdienstonderwijs. In 2008 introduceerde Henk Kuindersma de kindertheologie in Nederland. Voor het basisonderwijs verschenen twee boeken: Verwonderen & Ontdekken (2008) en God is buiten de tijd (2015). Op de Vlaamse Thomas-site van de KU Leuven zijn sindsdien volop achtergronden en impulsen voor het godsdienstonderwijs te vinden vanuit de kindertheologie.

Het NBG en de Protestantse Kerk in Nederland ontdekten dat kindertheologie behalve op school ook thuis en in de kerk inspirerend is. Dat begon met de Samenleesbijbel, die in 2015 verscheen en waarin de complete BGT is opgenomen. Inmiddels past het NBG de kindertheologie toe in al zijn uitgaven en materialen voor kinderen, jongeren en opvoeders. De kennis en ervaring bij het NBG komen samen in het boek Nooit meer een kleurplaat uit 2021, dat ik samen met Henk Kuindersma schreef.

Kindertheologie en de betekenis die ontstaat wanneer kinderen en de Bijbeltekst zelf mogen spreken en elkaar ontmoeten, laat de emancipatoire kracht zien van een vertaling als de BGT. Die kan iedereen zelf lezen. Daardoor kan iedereen erover nadenken en erover in gesprek gaan met elkaar. Iedereen doet mee. Zo worden niet alleen kinderen ‘kleine theologen’, maar kan theologie – in de zin van het ontwikkelen van ideeën over God en de wereld – iets worden van iedereen die zoekt naar betekenis. Zo krijgt iedereen toegang tot de Bijbel als bron van die betekenis. En tot een open en gelijkwaardig gesprek daarover. Theologie wordt van, met en voor iedereen.

Open en gelijkwaardig, actief en ontdekkend

Kinderen als ‘kleine theologen’ en ‘theologie voor iedereen’ – hoe doe je dat? De Bijbeltekst goed kunnen lezen is belangrijk, maar niet genoeg. De vertaalslag naar de praktijk van kindertheologie kun je maken met behulp van vijf sleutels. De eerste drie gaan over de verschillende rollen die je als geloofsopvoeder hebt, de vierde over het geloofsgesprek en de vijfde over hoe je met de Bijbel aan de slag kunt gaan. Deze sleutels kunnen niet alleen geloofsopvoeders inspireren, maar ook ieder ander die met anderen op een open en gelijkwaardige manier de Bijbel wil lezen en erover in gesprek wil komen.

Sleutel 1: Kijk en luister goed naar de kinderen

De rol waar het in de kindertheologie steeds mee begint, is die van de aandachtige waarnemer. Het gaat om met aandacht kijken en luisteren en zo het kind écht waarnemen. Op deze manier kom je de eigen ideeën en vragen van kinderen op het spoor. En hun eigen nieuwsgierigheid, vermoedens en denkkracht. Bovendien krijg je zo oog en oor voor wie dit kind is. Wie heb je voor je? Waar is dit kind in zijn of haar ontwikkeling? En wat is zijn of haar eigenheid? Deze rol hoort bij het theologiseren van kinderen.

Sleutel 2: Ga samen met de kinderen ‘op reis’

De rol van betrokken reisgenoot is wezenlijk voor het kindertheologisch proces. In het beeld van een reis of wandeling: Soms huppelt of rent een kind voor je uit en roept je om je iets te vertellen of te laten zien. Soms loop je naast elkaar, kijk je samen rond en deel je wat je ziet. En soms ga jij voorop, kijk je vooruit en zoek je een pad voor jullie samen.

Jouw rol staat voor het samenspel van ruimte geven aan de kinderen én hen begeleiden. Zo kom je samen verder. Deze rol hoort bij het theologiseren met kinderen.

Sleutel 3: Reik kinderen nieuwe kennis aan

In de kindertheologie staat het eigen denken van kinderen centraal. Maar soms komt dat denken aan een grens of stokt het. Dan kun je in je rol van inhoudelijke gids de kinderen verder helpen door hen op nieuwe inhoud te wijzen. Zo geef je ‘opstapjes’ die nieuwe betekenisvolle ontdekkingen mogelijk maken. Die nieuwe kennis kun je bijvoorbeeld aanreiken in de vorm van weetjes over de Bijbel. Deze rol hoort bij het theologiseren voor kinderen.

Elk van deze drie rollen staat voor een ander stuk van de ontmoeting tussen kinderen, de Bijbel en geloof, en jou. Ik noem de drie rollen hier los van elkaar, maar ze vinden altijd tegelijkertijd en in samenhang plaats. Natuurlijk spelen deze rollen ook wanneer volwassenen samen de Bijbel lezen en daarover in gesprek willen komen. Naast een toegankelijke vertaling die je echt gezamenlijk kunt lezen, is je houding van wezenlijk belang. Elkaar werkelijk zien en horen. Samen oplopen, waarbij soms de een en dan de ander vooropgaat. Kennis en handvatten zoeken en aanreiken wanneer dat nodig is.

Sleutel 4: Zie kinderen als gelijkwaardige gesprekspartners

Kindertheologie valt niet samen met het geloofsgesprek. Maar praten over de Bijbel en geloof heeft er wel een belangrijke plaats in, altijd op een open en gelijkwaardige manier. Wat kinderen inbrengen in het gesprek is net zo waardevol als wat jij inbrengt. Je kunt elkaar verrassen, elkaar verrijken. Kinderen kunnen je met nieuwe ogen laten kijken. Ze kunnen je leermeester zijn. Om daartoe te komen, is het belangrijk dat het gesprek open is. Stel open vragen, vraag door en wees nieuwsgierig naar elkaars gedachten – de uitkomst staat van tevoren niet vast. Wees niet bang voor grote vragen. Er zijn geen foute antwoorden. En: een vraag mag ook een vraag blijven.

Doordat iedereen de BGT kan lezen, kun je er zo goed open en gelijkwaardig over in gesprek gaan. Er is geen extra vertaalslag nodig. Iedereen heeft een gelijk uitgangspunt: de tekst en wat de tekst te zeggen heeft. Om dat in het gesprek te ontdekken en te verdiepen, kunnen vragen en formuleringen als deze behulpzaam zijn:

  • Ik vraag me af …
  • Wat kunnen we nog meer bedenken?
  • Is dat altijd zo? Waarom?
  • Zou het ook anders kunnen? Hoe?
  • Wat hebben we nu ontdekt?

Sleutel 5: Creëer een krachtige en ‘rijke’ omgeving

Het geloofsgesprek is in de kindertheologie heel belangrijk. Maar het gaat daarbij niet alleen om denken en praten. Je kunt met kinderen op allerlei manieren de Bijbel en geloof beleven, ontdekken en daarover leren. Dat gebeurt in wat we in de kindertheologie een ‘rijke omgeving’ noemen. Een krachtige en ‘rijke’ omgeving staat voor alles wat je doet om de Bijbelverhalen tot kinderen te laten spreken, om samen de Bijbel te ontdekken. Bijbelverhalen zijn daarbij heel belangrijk, samen met een rijkdom en variatie aan manieren om actief met die verhalen aan de slag te gaan. Steeds met oog voor déze kinderen: hun vragen, hun denken, hun ontwikkeling en hun eigen voorkeuren. Zodat je bij hen kunt aansluiten en er daadwerkelijk een ontmoeting – en dus relevante betekenis – kan ontstaan tussen de kinderen hier en nu en de verhalen van de Bijbel en geloof. Voorbeelden van zo’n rijke omgeving voor kinderen bij de BGT zijn de Samenleesbijbel en Bijbel Basics. In de Samenleesbijbel kunnen kinderen vanaf een jaar of 8 zelf actief aan de slag met de Bijbeltekst en weetjes, open vragen en doe-opdrachten die hen daarbij helpen. Bijbel Basics, het kinderdienstmateriaal van het NBG, biedt op dezelfde manier bouwstenen rond de tekst van de BGT: achtergrondinformatie voor de kinderwerker, en weetjes, vragen en volop doe-opdrachten voor de kinderen. Voor jongeren is er materiaal dat op dezelfde manier is opgebouwd: Bijbel Next.

Voor volwassenen kun je denken aan leesplannen en dagboeken die toelichting, toepassing en inspiratie bieden, of vragen om verder over na te denken en door te praten. Een mogelijkheid is ook om de Bijbeltekst eens te beluisteren in plaats van te lezen. En voor wie van creatieve gespreksvormen houdt: denk aan een stille-wand-discussie, het maken van een tableau vivant van het belangrijkste moment uit een verhaal (alleen die keuze kan al een mooi gesprek opleveren), of een gespreksvorm als ‘de lege stoel’: zet een lege stoel neer en stel jullie vragen aan de hoofdpersoon van het Bijbelverhaal alsof hij of zij daar zit.

Tot slot

Samen in de Bijbel lezen op een open en gelijkwaardige manier vraagt om een vertaling die dit mogelijk maakt. De BGT is zo’n vertaling. De heldere en begrijpelijke taal maken de Bijbel toegankelijk voor iedereen. Kindertheologie met in haar visie een centrale plek voor kinderen én voor de Bijbelverhalen kan daarbij wegwijzer en bron van inspiratie zijn. De lezer en de Bijbelverhalen mogen beide centraal staan en alle ruimte krijgen om met elkaar in gesprek te komen. Open en gelijkwaardig, actief en ontdekkend. Betekenis in de Bijbel ontdekken kan zo van iedereen zijn. Het geeft iedereen toegang, met de woorden van de eerdergenoemde Friedrich Schweitzer, tot ‘het perspectief van de hoop’ dat in Bijbelverhalen te vinden is.

Drs. Maartien Hutter is Specialist Kind & Bijbel bij het Nederlands- Vlaams Bijbelgenootschap. Samen met Henk Kuindersma schreef zij het boek Nooit meer een kleurplaat. Raak geïnspireerd door kindertheologie.

Vakblad Met andere woorden

Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.

Lees meer

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons