Genesis 49:4: verraderlijk als water
Een nieuw inzicht in de NBV21
Raymond de Hoop
In Genesis 49
Samenvatting |
Jakob heeft in dit hoofdstuk voor ieder van zijn zonen een ‘zegen’ (Genesis 49:28
Dit tweede deel van Rubens ‘zegen’ is in de NBV uit 2004 als volgt vertaald:
Het woord ‘onstuimig’ is de weergave van het Hebreeuwse woord pachaz. De keuze voor ‘onstuimig’ (NBV, Willibrordvertaling, Herziene Statenvertaling) komt overeen met andere vertalingen zoals ‘gij die opbruist’ (NBG-vertaling 1951, voortaan: NBG 1951) of ‘ge zijt een schuimende beek’ (Canisiusvertaling). Uit het geheel blijkt dat dit ‘onstuimig’ negatief zou moeten zijn, maar ‘onstuimig’ heeft niet per se een negatieve betekenis in het Nederlands. Zo lezen we bijvoorbeeld in Hooglied 5:4
De stam van het woord pachaz wordt nog driemaal in de Hebreeuwse Bijbel gebruikt en de NBV geeft het betreffende woord in die gevallen weer met ‘gewetenloos’ (Rechters 9:4
De stam pachaz lijkt nog eenmaal voor te komen in een Bijbelhandschrift uit Qumran (4QSamb), maar dat is hoogstwaarschijnlijk een schrijffout; zie R. de Hoop, ‘1Samuel 20:34a according to 4QSamb (4Q52). An Assessment’ in: Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft 132 (2020), 121-126.
Zo C. Westermann, Genesis 37-50, Biblischer Kommentar I/3, Neukirchen 1982, 254, die schrijft dat deze betekenis voor dit werkwoord verder niet voorkomt en alleen ontleend wordt aan de vergelijking als water.
De inconsistente weergave van de stam pachaz, die we in meer vertalingen zien, toont hoe onzeker vertalers zijn met betrekking tot de betekenis van de stam pachaz. Die onzekerheid zien we terug vanaf de oudste vertalingen tot in de meest recente woordenboeken.
Zo bijvoorbeeld ook NBG 1951 met respectievelijk ‘opbruisen’, ‘vermetel zijn’, ‘woordenkramerij’, ‘woordenkramers’.
De moeilijkheden kunnen worden opgehelderd door drie dingen nader te bekijken. Allereerst is er de vraag: wat was Rubens vergrijp waarop deze bestraffende spreuk reageert? Vervolgens: wat kunnen we afleiden uit de drie andere plaatsen waar de stam pachaz voorkomt? En tot slot: hoe kunnen we de vergelijking ‘pachaz als water’ het beste opvatten? We zullen zien dat de antwoorden op deze drie vragen in dezelfde richting wijzen: pachaz betekent iets als ‘verraderlijk, bedrieglijk, onbetrouwbaar’.
Rubens vergrijp
Om te begrijpen wat de woorden in Genesis 49:4
Het hebben van gemeenschap met de (bij)vrouw van iemands vader wordt in Leviticus 20:11
Een dergelijke handelwijze met de (bij)vrouw(en) van een ander wordt in enkele teksten gezien als een poging om iemands positie over te nemen (…). Wat Ruben hier doet, houdt in dat Ruben als oudste zoon al bij voorbaat de plaats van zijn vader poogt in te nemen.
H. Jagersma, Genesis 25:12–50:26, Verklaring van de Hebreeuwse Bijbel, Baarn 1996, 139.
Het ‘in bezit nemen’ van zijn vaders bijvrouw wordt hier gezien als een greep naar de macht. Dat dit in de tijd van de Bijbel zo gezien werd, zien we terug in het verhaal over Absaloms rebellie. Daar wordt hem aangeraden de bijvrouwen van zijn vader in bezit te nemen om zodoende zijn vader te vernederen (2 Samuel 16:20-22
Zie verder R. de Hoop, Genesis 49 in its Literary and Historical Context, Oudtestamentische Studiën 39, Leiden 1998, 351, met noot 166.
Het is hier van belang om te concluderen dat een dergelijke actie niet een seksueel gemotiveerde daad is maar een door machtspolitiek gemotiveerde daad. Voorgaande laat zien dat het van fundamentele betekenis is om de culturele achtergrond van de Bijbel bij het lezen te betrekken, aangezien wij in deze tijd de tekst met heel andere ogen lezen. Deze korte episode en de bestraffing daarvan in Genesis 49:4
Zie ook N.M. Sarna, Genesis, The Jewish Publicity Society Torah Commentary, Philadelphia 5749/1989, 245.
N.M. Sarna, Genesis, The Jewish Publicity Society Torah Commentary, Philadelphia 5749/1989, 244-245.
Pachaz in de Hebreeuwse Bijbel
De oude vertalingen blijken al te worstelen met de vraag wat pachaz betekent. In Genesis 49:4
De exacte schrijfwijze van pachaz in Genesis 49:4 is omstreden, maar dit heeft voor de vraag naar de betekenis van de stam geen consequenties. De Masoretische Tekst vocaliseert het als een zelfstandig naamwoord, de oude tekstgetuigen (Samaritaanse Pentateuch, Septuagint, Targoem, Pesjitta, Vulgaat) hebben een werkwoord. In beide gevallen typeert de stam pachaz Ruben.
Mogelijk heeft de Targoem hier de letters van pachaz omgedraaid naar chapaz, ‘voorthaasten’, om een begrijpelijke interpretatie van de tekst te krijgen; zie R.P. Gordon, ‘Targum Onkelos to Genesis 49:4 and a Common Semitic Idiom’ in: Jewish Quarterly Review 66 (1976), 224-226.
Laten we nu, als vervolgstap, de drie andere teksten met de stam pachaz erbij halen.In Rechters 9:4
L. Koehler, W. Baumgartner & J.J. Stamm, The Hebrew and Aramaic Lexicon of the Old Testament (HALOT), translation and edition M.E.J. Richardson, Leiden 1994-2000, 1228-1229.
Septuagint vertaalt thambouménous, ‘alarmerend, angstaanjagend’; Targoem baqrīn, ‘lichtzinnig, onnadenkend’; Pesjitta pachazʾa (< pachaz); Vulgaat vagos, ‘rondtrekkend’.
HALOT, 1648.
Septuagint leest plánois, ‘fouten, dwalingen’; Targoem baqroet, ‘lichtzinnigheid, onnadenkendheid’; Pesjitta pachazōtʾa (< pachaz); Vulgaat miraculis, ‘wonderen’.
HALOT, 108.
Septuagint vertaalt pneumatofóroi, ‘tocht van wind’; Targoem sjiqrā, ‘leugen’; Pesjitta pachazin (< pachaz); Vulgaat vesani, ‘wild’.
Wat opvalt is dat de vertalingen, zowel de oude als de moderne, worstelen met de stam pachaz: het lukt niet om er een eenduidige betekenis aan te geven. Zo heeft NBV drie duidelijk verschillende weergaven (‘onstuimig’, ‘gewetenloos’, ‘aanmatigende praatjes’).
NBG 1951 heeft drie weergaven, zie hierboven. In de Duitse vertalingen zien we net als in de Nederlandse vertalingen verschillende weergaven voor het woord, in de Zürcher Bibel 2019, bijvoorbeeld, vinden we respectievelijk ‘überschäumend’, ‘freche’, ‘geflunker’ en ‘leichtfertig’. Engelse vertalingen hebben vaak een meer consistente weergave, met weliswaar een belangrijk verschil tussen Genesis 49:4 en de overige drie vindplaatsen; vgl. bijvoorbeeld JPS Tanakh 99 (JPS) en New Revised Standard Version (NRSV): ‘unstable’ (Genesis 49:4) en ‘reckless(-ness) anderzijds. Voor de oude vertalingen zie de noten hierboven.
Toch bieden de drie teksten buiten Genesis 49
R. de Hoop, ‘The Meaning of pḥz in Classical Hebrew’ in: Zeitschrift für Althebraistik 10 (1997), 16-26; R. de Hoop, Genesis 49 in its Literary and Historical Context, Oudtestamentische Studiën 39, Leiden 1998, 89-90; A.D. Rubin, ‘Genesis 49:4 in Light of Arabic and Modern South Arabian’ in: Vetus Testamentum 59 (2009), 499-502.
H. Seebass, Genesis III: Josephsgeschichte (37,1–50,26), Neukirchen-Vluyn 2000, 165, 167, ‘unbeständig’.
King James Version; JPS; NRSV.
Wat als water?
Het parallel gebruik van de stam pachaz met bogdōt (‘verraad, bedrog’) in Sefanja 3:4
HALOT, 108.
Vergelijk Ph. Reymond, L’eau, sa vie et sa signification dans l’Ancien Testament, Supplements to Vetus Testamentum 6, Leiden 1958, 108.
Bij de vergelijking ‘als water’ is het opnieuw van groot belang om rekening te houden met het verschil tussen ons Nederlandse waterlandschap en het deels woestijnachtige landschap van de Bijbelschrijvers. Water, bronnen en rivieren worden in de Hebreeuwse Bijbel gebruikt als grootheden om iets mee te vergelijken. Zo kan water in de woestijn het beeld zijn van een nieuwe toekomst (bijvoorbeeld Jesaja 41:18
Reymond, 107-116.
Water is in het Nabije Oosten een belangrijk element om te overleven. De zekerheid van het voorhanden zijn van water is van levensbelang. Daardoor kan het water ook gebruikt worden in vergelijkingen voor zaken waarop men hoopt en vertrouwt, maar waar dat vertrouwen beschaamd wordt. Dit is het beeld dat in de eerder aangehaalde passage van Job 6:15-20
Reymond, 114-115.
De NBV 2004 vertaalde deze tekst nog vrij eufemistisch: ‘U hebt mij teleurgesteld, als een beek die drooggevallen is.’ Letterlijk staat er: ‘U bent zeker een bedrieglijke beek, water dat niet te vertrouwen is.’ Vergelijk bijvoorbeeld ook Micha 1:14, waar de NBG 1951 voor akhzav ‘leugenbeek’ had. Het woord akhzav is afgeleid van de stam kazav, ‘liegen, teleurstellen’ (HALOT, 468).
De overeenkomstige vergelijking in Genesis 49:4
Belangrijk is ook het feit dat in Genesis 49:4 en Sefanja 3:4 het werkwoord ‘ontwijden’ (chalal) gehanteerd wordt om de daden van respectievelijk Ruben en Jeruzalem te typeren.
Conclusie
Zoals we gezien hebben, werd vanaf de oude vertalingen het woord pachaz in Genesis 49:4
- Het misbruik door Ruben moet gezien worden als een greep naar de macht binnen de familie. Het woord pachaz typeert Ruben niet als een impulsief, onstuimig persoon die zichzelf niet in de hand heeft, maar als een onbetrouwbare oudste zoon die een greep deed naar de positie van familiehoofd.
- Water en beken worden in de Hebreeuwse Bijbel veelal beschreven als bedrieglijk en onbetrouwbaar.
- De stam pachaz moet als een synoniem van bagad, ‘verraden, on(be)trouw(baar), bedriegen’ gezien worden.
Het werkwoord ‘verraden’ en de daarvan afgeleide vormen ‘verraderlijk’ en ‘verraderlijkheid’, en ‘bedriegen’ en de daarvan afgeleide woorden, passen goed in de besproken teksten als vertaling voor de stam pachaz in het Nederlands. Voor Genesis 49:3-4
‘Ruben, mijn eerstgeborene ben jij,
de eerste vrucht van mijn manlijke kracht,
in fierheid en macht de voornaamste –
maar verraderlijk als water.
Nee, jij zult niet de voornaamste zijn,
want jij hebt je vaders bed ontwijd.
Hij heeft mijn bed beslapen!’
Bij de profeten is in de NBV21 de keuze gevallen op woorden die afgeleid zijn van ‘bedriegen’. Daarmee wordt de aanklacht tegen de valse profeten ook veel concreter, we vinden bij hen niets anders dan leugen en bedrog. Zo lezen we nu in Jeremia 23:32
‘Ik zal ze straffen – spreekt de HEER –,
die profeten die leugenachtige dromen vertellen,
want met hun leugens en bedrog misleiden ze mijn volk.’
Ook in Sefanja 3:4
‘Haar profeten zijn leugenaars en bedriegers,
haar priesters ontwijden wat heilig is
en doen de wet geweld aan.’
Deze kwestie laat zien wat het kan opleveren als vertalingen gebruikmaken van nieuwe wetenschappelijke inzichten.
Dr. R. de Hoop is oudtestamenticus en predikant in de Protestantse Kerk in Nederland.
Bronvermelding
Raymond de Hoop, ‘Genesis 49:4: verraderlijk als water. Een nieuw inzicht in de NBV21’ in: Met Andere Woorden 40/2 (oktober 2021), 16-25.
Literatuur
- R.P. Gordon, ‘Targum Onkelos to Genesis 49:4 and a Common Semitic Idiom’ in: Jewish Quarterly Review 66 (1976), 224-226.
- R. de Hoop, ‘The Meaning of pḥz in Classical Hebrew’ in: Zeitschrift für Althebraistik 10 (1997), 16-26.
- R. de Hoop, Genesis 49 in its Literary and Historical Context, Oudtestamentische Studiën 39, Leiden 1998.
- R. de Hoop, ‘1Samuel 20:34a according to 4QSamb (4Q52). An Assessment’ in: Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft 132 (2020), 121-126.
- H. Jagersma, Genesis 25:12–50:26, Verklaring van de Hebreeuwse Bijbel, Baarn 1996.
- L. Koehler, W. Baumgartner & J.J. Stamm, The Hebrew and Aramaic Lexicon of the Old Testament (HALOT), translation and edition M.E.J. Richardson, Leiden 1994-2000.
- Ph. Reymond, L’eau, sa vie et sa signification dans l’Ancien Testament, Supplements to Vetus Testamentum 6, Leiden 1958.
- A.D. Rubin, ‘Genesis 49:4 in Light of Arabic and Modern South Arabian’ in: Vetus Testamentum 59 (2009), 499-502.
- N.M. Sarna, Genesis, The Jewish Publicity Society Torah Commentary, Philadelphia 5749/1989.
- H. Seebass, Genesis III: Josephsgeschichte (37,1–50,26), Neukirchen-Vluyn 2000.
- C. Westermann, Genesis 37-50, Biblischer Kommentar I/3, Neukirchen 1982.
Vakblad Met andere woorden
Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.