De verwerking van lezersreacties in het gereviseerde Nieuwe Testament
Cor Hoogerwerf
De afgelopen jaren heb ik meegewerkt aan de revisie van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), onder andere aan de nieuwtestamentische brieven. In ieder hoofdstuk van die brieven is wel iets veranderd, al is er in sommige brieven vaker ingegrepen dan in andere. Hoe zijn we te werk gegaan en welke rol speelden de lezersreacties daarbij?
Samenvatting |
In oktober 2004, op de eerste morgen waarop de NBV te koop was, ging ik, terwijl ik onderweg was naar een college Latijnse taalkunde, langs boekhandel Kooyker in de Leidse Breestraat om een gloednieuw exemplaar van de opgetaste stapels mee te nemen. Vol verwachting en met toenemende bewondering las ik het ene stuk na het andere. Vanaf dat moment was ik ervan overtuigd dat zó vertalen het beste is. De NBV werd mijn Bijbelvertaling. Zestien jaar later is dat exemplaar zo versleten dat het een nieuwe kaft nodig heeft.
Stijl
Wat mij destijds trof in de vertaling van de brieven van Paulus was dat de apostel niet meer met steeds dezelfde plechtstatige toon en in soms onbegrijpelijke zinnen spreekt, maar in natuurlijk Nederlands zijn zaak bepleit, zijn gemeenten vriendelijk bemoedigt of juist streng vermaant. Soms is zijn betoog rustig, soms haalt hij sarcastisch uit, maar hij kan ook een innige of lyrische toon treffen. Een van de sterke punten van de NBV is dat er veel oog geweest is voor het retorische karakter van de brieven in het Nieuwe Testament.
De NBV heeft nadrukkelijk oog voor de stijlkenmerken van de verschillende Bijbelboeken en brengt een reliëf aan in de vertaling dat overeenkomt met stijlverschillen in de brontekst. De aandacht voor stijl en genre, zoals de retorische stijl van de nieuwtestamentische brieven, is een integraal onderdeel van de vertaalaanpak. Dat maakt de NBV uniek onder de Nederlandse vertalingen. In de revisie bouwen we voort op dit sterke punt.
In enkele publicaties over de stijl van de NBV is uiteengezet dat de vertaling van het Nieuwe Testament qua stijl en taalniveau een hoger register gebruikt dan de brontekst. Voor het grootste gedeelte van het Griekse Nieuwe Testament geldt dat de grammatica, de woordkeus en de zinsbouw in de brontekst niet voldoen aan de maatstaven die men in de Griekse welsprekendheid voor een literaire stijl hanteerde. Natuurlijk betekent dit niet dat de NBV dit een-op-een tot uitdrukking zou moeten brengen door bewust gebrekkig en onbeholpen Nederlands in te zetten. Geen lezer zit daarop te wachten. Het betekent wel dat de overeenkomst tussen de NBV en het taalregister van de brontekst niet absoluut, maar relatief is. De NBV kiest allereerst voor goed en natuurlijk Nederlands en zet dat vervolgens zo in dat de onderlinge stijlverschillen in de Bijbel in de vertaling weerspiegeld worden.
Henk Jan de Jonge, ‘De Nieuwe Bijbelvertaling en de stijl van de geschriften van het Nieuwe Testament’ in: Rieuwerd Buitenwerf, Jan Willem van Henten & Nelleke de Jong-van den Berg (red.), Ambacht en Wetenschap. Elf wetenschappers over De Nieuwe Bijbelvertaling, Heerenveen 2006, 153-166. Pieter W. van der Horst, ‘De weergave van taal- en stijlregisters in het Nieuwe Testament’ in: Klaas Spronk e.a. (red.), De Bijbel vertaald. De kunst van het kiezen bij het vertalen van de Bijbelse geschriften, Zoetermeer/Kapellen 2007, 349-356. Hun kritiek op de NBV betreft niet de vertaling zelf, maar de verantwoording ervan.
De spanning tussen het weergeven van de stijl van de brontekst en de eisen aan de vertaling wordt trouwens al besproken in het Handboek van de vertalers. Zie Lourens de Vries, ‘Het eigene van De Nieuwe Bijbelvertaling. Uitgangspunten, methode, doelen’ in: Spronk e.a, 11-30, aldaar 19. Niettemin moeten we vaststellen dat de NBV-vertalers een te positief beeld hebben geschetst van de stijl van de brontekst van het Nieuwe Testament.
Consistentie bevorderen
Afstemming Oude en Nieuwe Testament
Een belangrijk onderdeel van ons revisiewerk betrof een systematische toetsing van de afstemming tussen Bijbelgedeelten. In de nieuwtestamentische brieven gaat het dan vaak over afstemming tussen het Oude en Nieuwe Testament. Hierop is bij de NBV ook al goed gelet, maar soms bleek er ruimte voor verbetering.
Een duidelijk voorbeeld is het citaat van Psalm 34:13-17a
[Gereformeerde Kerken vrijgemaakt], De Bijbel als nieuw. De NBV lezen en waarderen, Franeker 2005, 45-46.
In de revisie is daarnaast gekozen voor een stichische weergave. In de context van het betogende genre van de brieven hanteren we de regel dat een citaat van een poëtische tekst dat langer is dan voor het argument nodig is, stichisch gezet mag worden. Het poëtische is dan immers niet meer ondergeschikt aan de inhoud; het citaat krijgt een eigen literaire functie binnen de citerende tekst. Het resultaat is als volgt:
1 Petrus 3:10-12
10 Immers: ‘Wie het leven liefheeft en gelukkig wil zijn, moet geen laster of leugens over zijn lippen laten komen, 11 hij moet het kwaad uit de weg gaan en het goede doen, en voortdurend vrede nastreven. 12 Want de Heer verliest de rechtvaardigen niet uit het oog en luistert naar hun gebeden, maar hij keert zich tegen wie kwaad doen.’
NBV21
10 Immers:
‘Wie het leven liefheeft en goede jaren wil genieten,
laat hij zijn tong behoeden voor het kwaad
en zijn lippen voor woorden van bedrog,
11 laat hij het kwaad mijden en doen wat goed is,
laat hij naar vrede streven en die najagen.
12 Want het oog van de Heer rust op de rechtvaardigen
en zijn oor luistert naar hun hulpgeroep,
maar Hij keert zich tegen wie kwaad doen.’
Het citaat is nu beter afgestemd op Psalm 34:13-17
I ♥ NBV
De vertaling van kardia (‘hart’) in de NBV heeft op nogal wat plaatsen reacties opgeroepen. Een voorbeeld is de opmerking van Karel Deurloo en Nico ter Linden in Het luistert nauw bij 2 Tessalonicenzen 3:5
Karel Deurloo & Nico ter Linden, Het luistert nauw. De Nieuwe Bijbelvertaling nader bekeken, Amsterdam 2008, 264-265. In 2004 was de officiële titel van de NBV De Nieuwe Bijbelvertaling, tegenwoordig Nieuwe Bijbelvertaling.
De NBV geeft het Griekse woord kardia in de meeste gevallen zonder problemen weer met ‘hart’. Wanneer dat niet het geval is, valt dit goed te verklaren. In Romeinen 10:6 bijvoorbeeld geeft de NBV ‘zeg niet in uw hart’ adequaat weer met ‘zeg niet bij uzelf’, en in Efeziërs 6:22 ‘uw harten bemoedigen’ met ‘u moed inspreken’ (vgl. Kolossenzen 2:2
Een ander geval waar de transformatie van ‘hart’ kritiek heeft opgeroepen, is 1 Korintiërs 4:5
Naar aanleiding van Kees van der Ziel, Tegendraads gelezen. Ontmaskering in het voetspoor van Jezus en Paulus, Heerenveen 2017, 92.
Het hart is in de Bijbel vaak een metafoor voor het innerlijk van de mens, en soms meer specifiek voor de plaats waar God, via zijn gaven en via de Geest, al dan niet in de mens aanwezig is. Ook in deze gevallen functioneert deze metafoor goed in de NBV, net als in de meeste andere vertalingen (bijvoorbeeld Romeinen 5:5
Een eigenschap van God die nogal eens in de Bijbel genoemd wordt, is dat Hij de harten van de mensen doorgrondt. In de nieuwtestamentische brieven is in deze uitdrukking het hart getransformeerd tot ‘ons’ of ‘de mensen’ (Romeinen 8:27
Onze oproep berust niet op een dwaling, op oneerlijkheid of bedrog. Wij spreken alleen omdat God ons daartoe waardig heeft gekeurd en ons het evangelie heeft toevertrouwd – niet om mensen te behagen, maar God, die de mensen doorgrondt.
(1 Tessalonicenzen 2:3-4NBV)
Maar het zou niet goed werken om hier net als in Romeinen 8:27
Tijdens het revisieproces is naar aanleiding van reacties op de NBV in diverse boeken, dossiers en brieven de vertaling van kardia (‘hart’) getoetst. Het blijkt dat er in de brieven van het Nieuwe Testament en in Handelingen negen gevallen zijn waar de vertaalkeuze van de NBV om het beeld van het hart te transformeren op zichzelf wel verdedigbaar is, maar in het licht van het gehele corpus toch heroverweging verdient. In een aantal gevallen is de transformatie expliciterend of te gekleurd. In het licht van het hele corpus van de NBV blijkt een transformatie bovendien niet altijd nodig te zijn. Door waar het in het Nederlands goed kan in de nieuwtestamentische brieven en Handelingen te kiezen voor een vertaling waarin het beeld van het hart voorkomt, wint de NBV21 aan consistentie. Het gaat misschien wat ver om naar aanleiding hiervan een t-shirt met ‘I ♥ NBV’ aan te schaffen. Een mok is ook goed.
(De tekst gaat verder onder de afbeelding)
Motiefwerking
Het bevorderen van motiefwerking is het tweede principe van de revisie van de NBV. Functionele herhalingen in de brontekst worden indien mogelijk op een effectieve manier zichtbaar gemaakt. De reacties op de NBV helpen om te bepalen of een bepaalde herhaling in de brontekst een tekstkenmerk is dat in de vertaling behouden moet blijven.
Een duidelijk voorbeeld is te vinden in 1 Korintiërs 14
1 Korintiërs 14,
3 … wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. 4 Iemand die in klanktaal spreekt is daar alleen zelf bij gebaat; iemand die profeteert doet dat ten bate van de gemeente. 5 (…) zodat de gemeente er baat bij heeft. (…) 12 (…) moet u ernaar streven uit te blinken in de opbouw van de gemeente. (…) 17 (…) maar op die manier is een ander er niet bij gebaat. (…) 26 (…) Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.
NBV21
3 … wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. 4 Wat iemand in klanktaal zegt, is alleen opbouwend voor hemzelf; de woorden van iemand die profeteert, zijn opbouwend voor de gemeente. 5 (…) zodat het opbouwend is voor de gemeente. (…) 12 (…) streef er dan naar uit te blinken in gaven die de gemeente opbouwen. (…) 17 (…) maar op die manier is het niet opbouwend voor de ander. (…) 26 (…) Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.
Er zijn ook revisievoorbeelden in deze categorie aan te wijzen waarbij we geen lezersopmerkingen in de database vinden. Hier bewijst zich het nut van de revisieprincipes, die geabstraheerd zijn uit de reacties op de NBV. Het is een wens van veel lezers dat motiefwerking herkenbaarder moet worden, maar als je slechts op de daadwerkelijk opgetekende wensen af zou gaan, zou dat leiden tot een onevenwichtige revisie. Ik noem twee voorbeelden die niet uit lezersreacties, maar uit een consequente controle voortkomen.
In 2 Korintiërs 1:23-2:11
In het gedeelte 2 Korintiërs 2:14-7:4
Uit deze voorbeelden blijkt dat we naar concordantie hebben gestreefd als dat bijdraagt aan de motiefwerking. Er is dus geen sprake van concordantie omwille van zichzelf, maar van functionele concordantie die in dienst staat van thematische verbanden in de tekst.
Wetenschappelijk draagvlak
Vertalen is kiezen. Er zijn talloze plaatsen in de Bijbel waar meerdere verdedigbare interpretatiemogelijkheden zijn. Het is dan vrijwel altijd zo dat een vertaalkeuze bepaalde interpretaties uitsluit. In de reacties op de NBV wijst men soms op een alternatieve interpretatie. Het derde methodische principe, wetenschappelijk draagvlak als leidraad, biedt hier houvast. Meestal wijst de wetenschappelijke literatuur duidelijk een bepaalde kant op. Als de NBV dat spoor heeft gevolgd, blijft de vertaling gehandhaafd, ook al zou iemand graag een andere uitleg in de vertaling weerspiegeld zien. Soms is er echter wel reden tot ingrijpen.
In 1 Korintiërs 9:10
1 Korintiërs 9, NBV
8 Dit is niet alleen een algemene waarheid, het staat ook in de wet, 9 want in de wet van Mozes staat: ‘U mag een dorsend rund niet muilbanden.’ Maar bekommert God zich dan om runderen? 10 Of zegt hij dit om ons? Om ons natuurlijk, want het is ook om ons dat er staat: ‘Een ploeger en een dorser werken beiden in de hoop op een aandeel in de oogst.’
NBV21
8 Dit is niet alleen een algemene waarheid, het staat ook in de wet, 9 want in de wet van Mozes staat: ‘U mag een dorsend rund niet muilbanden.’ Maar bekommert God zich dan om runderen? 10 Of zegt Hij dit om ons? Natuurlijk is het om ons opgeschreven! Want men moet een ploeger en een dorser laten werken in de hoop op een aandeel in de oogst.
In zijn commentaar op 1 Korintiërs merkt R. Dean Anderson bij de NBV-weergave op dat de keuze voor de weergave van vers 10b als citaat minder goed is en minder steun krijgt in de recente uitleg. Inderdaad is er in de recente wetenschappelijke literatuur veel steun om vers 10b niet als een citaat van een onbekende tekst op te vatten, maar als een parafrase waarmee Paulus het gebod een ruimere toepassing geeft. Dit wordt onder meer verdedigd in publicaties van Harm Hollander en Joop Smit en in een aantal recente commentaren. Ook de Bijbel in Gewone Taal heeft dit gevolgd. Inhoudelijk zijn er goede argumenten om de interpretatie te kiezen die in de NBV21 tot uitdrukking komt. In het geval van 1 Korintiërs 9:10
R. Dean Anderson, 1 Korintiërs. Orde op zaken in een jonge stadskerk, Commentaar op het Nieuwe Testament, Kampen 2008, 124.
H.W. Hollander, ‘The Meaning of the Term “Law” (νόμος) in 1 Corinthians’ in: Novum Testamentum 40/2 (1998), 117-135, opnieuw gepubliceerd in Harm W. Hollander (ed.), Tradition and Rhetoric in Paul’s Correspondence with the Corinthians, z.p. 2020, 117-143; Joop F.M. Smit, ‘About the Idol Offerings’. Rhetoric, Social Context, and Theology of Paul’s Discourse in First Corinthians 8:1-11:1, Contributions to Biblical Exegesis and Theology 27, Leuven 2000, 102-107. Zie verder de volgende commentaren bij dit vers: H.W. Hollander, 1 Korintiërs II. Een praktische Bijbelverklaring, Tekst en toelichting, Kampen 2002; Joseph A. Fitzmyer, First Corinthians. A New Translation with Introduction and Commentary, The Anchor Yale Bible, New Haven/London 2008; Dieter Zeller, Der erste Brief an die Korinther, Kritisch-exegetischer Kommentar über das Neue Testament 5, Göttingen 2010. De andere uitleg wordt gekozen door Wolfgang Schrage, Der 1. Brief an die Korinther 6,12-11,16, Evangelisch-katholischer Kommentar zum Neuen Testament 7/2, Zürich/Neukirchener-Vluyn 1995.
Smit, 102-107, noemt de volgende vier argumenten:Paulus gebruikt egraphê (‘is opgeschreven’) nooit om een citaat in te leiden, maar altijd om terug te verwijzen naar een eerder citaat of verwijzing naar het Oude Testament (Romeinen 4:23, 15:4, 1 Korintiërs 10:11).Voor het vermeende poëtische karakter van het citaat moet men veel aanvullen om parallellie te creëren.Dat de ploeger geen functie zou vervullen in Paulus’ argumentatie zou wijzen op het gebruik van een citaat. Maar Paulus onderscheidt zich van de andere apostelen als de planter van de gemeente (zie 1 Korintiërs 3:5-15; 4:14-15; 9:1-2). Door de ploeger te noemen vergroot Paulus in zijn parafrase de toepassing van het gebod.In plaats van een onbekend geschrift te postuleren is het beter om, als het even kan, de tekst anders te lezen.
Een minder gecompliceerd voorbeeld is Filippenzen 1:6
Expliciteringen
In de revisie toetsen we of expliciteringen wel noodzakelijk of wenselijk zijn. Tussen de reacties in de vertaaldatabase zitten er nogal wat die op (vermeende) expliciteringen wijzen.
Een voorbeeld vinden we in 1 Korintiërs 15:10
Jan Lambrecht, ‘Recht op de waarheid af’. Bijdragen over Paulus, de evangeliën en De Nieuwe Bijbelvertaling, Leuven 2005, 21-23.
Matthijs de Jong, ‘Op weg naar de NBV21’.
Een minder beladen voorbeeld is 1 Tessalonicenzen 2:1
Maar er zijn ook gevallen waarin een explicitering of implicitering gehandhaafd blijft, ook al werd er een kritische opmerking over gemaakt. Een voorbeeld hiervan is 2 Korintiërs 7:7
En niet alleen daardoor*, ook door [diens bericht over] de manier waarop u hem bemoedigd hebt. Hij heeft ons verteld hoe graag u [ons weer] wilt zien, hoezeer u [om dat voorval] treurt en met hoeveel overtuiging u zich aan mijn kant hebt geschaard.
Ik heb in de weergave van de NBV een aantal bijzonderheden gemarkeerd: de asterisk duidt op een implicitering (van ‘door zijn komst’) en de haken op een explicitering. In de vertaling zijn bovendien een reeks Griekse zelfstandige naamwoorden geverbaliseerd (‘uw verlangen, uw treuren, uw inzet ten gunste van mij’). Wie scherp let op formele correspondentie tussen de brontekst en de vertaling kan hier heel wat opmerkingen maken. Maar naar het oordeel van de revisors biedt de NBV een soepele en inhoudelijk correcte weergave. Het schrappen van de expliciteringen zou de tekst onnodig moeilijk maken. Sterker nog: het zou afbreuk doen aan de gekozen vertaalmethode, die erop gericht is om Paulus’ betoog in het Nederlands even krachtig te laten zijn als in de brontekst. Aan die methode houden we graag vast.
Jan Lambrecht, De NBV: Brontekstgetrouw? 25 steekproeven, Antwerpen 2005, 110-115.
Conclusie
In dit artikel heb ik de plaats van lezersreacties in de revisie van de brieven in het Nieuwe Testament belicht vanuit de vier revisieprincipes: het bevorderen van consistentie en van motiefwerking, wetenschappelijk draagvlak als leidraad en het toetsen van expliciteringen. Omdat deze speerpunten zijn geformuleerd aan de hand van de globale indruk van de lezersreacties hoeft het niet te verbazen dat veel reacties (mede) hebben geleid tot een gewijzigde tekst in de NBV21. We hebben evenwicht in de revisie nagestreefd door de NBV consequent aan de hand van de genoemde principes te controleren. Waar het nodig was, hebben we uitgebalanceerde en onderling afgestemde aanpassingen aangebracht binnen de marges van de vertaalmethode van de NBV. Op deze manier hebben we recht proberen te doen aan de lezersreacties. Tegelijk hebben we zo het karakter van de NBV behouden en de kwaliteit ervan versterkt.
Cor Hoogerwerf MA is nieuwtestamenticus bij het NBG en werkt mee aan de revisie van de NBV.
Bronvermelding
Cor Hoogerwerf, ‘De verwerking van lezersreacties in het gereviseerde Nieuwe Testament’ in: Met Andere Woorden 39/2 (oktober 2020), 68-81.
Foto: Stefan van Dijk.
Geraadpleegde literatuur
- R. Dean Anderson, 1 Korintiërs. Orde op zaken in een jonge stadskerk, Commentaar op het Nieuwe Testament, Kampen 2008.
- Karel Deurloo & Nico ter Linden, Het luistert nauw. De Nieuwe Bijbelvertaling nader bekeken, Amsterdam 2008.
- Joseph A. Fitzmyer, First Corinthians. A New Translation with Introduction and Commentary, The Anchor Yale Bible, New Haven/London 2008.
- [Gereformeerde Kerken vrijgemaakt], De Bijbel als nieuw. De NBV lezen en waarderen, Franeker 2005.
- H.W. Hollander, ‘The Meaning of the Term “Law” (νόμος) in 1 Corinthians’ in: Novum Testamentum 40/2 (1998), 117-135, opnieuw gepubliceerd in Harm W. Hollander (ed.), Tradition and Rhetoric in Paul’s Correspondence with the Corinthians, z.p. 2020, 117-143.
- H.W. Hollander, 1 Korintiërs II. Een praktische Bijbelverklaring, Tekst en toelichting, Kampen 2002.
- Pieter W. van der Horst, ‘De weergave van taal- en stijlregisters in het Nieuwe Testament’ in: Klaas Spronk e.a. (red.), De Bijbel vertaald. De kunst van het kiezen bij het vertalen van de Bijbelse geschriften, Zoetermeer/Kapellen 2007, 349-356.
- Henk Jan de Jonge, ‘De Nieuwe Bijbelvertaling en de stijl van de geschriften van het Nieuwe Testament’ in: Rieuwerd Buitenwerf, Jan Willem van Henten & Nelleke de Jong-van den Berg (red.), Ambacht en Wetenschap. Elf wetenschappers over De Nieuwe Bijbelvertaling, Heerenveen 2006, 153-166.
- Jan Lambrecht, ‘Recht op de waarheid af’. Bijdragen over Paulus, de evangeliën en De Nieuwe Bijbelvertaling, Leuven 2005.
- Wolfgang Schrage, Der 1. Brief an die Korinther 6,12-11,16, Evangelisch-katholischer Kommentar zum Neuen Testament 7/2, Zürich/Neukirchener-Vluyn 1995.
- Joop F.M. Smit,‘About the Idol Offerings’. Rhetoric, Social Context, and Theology of Paul’s Discourse in First Corinthians 8:1-11:1, Contributions to Biblical Exegesis and Theology 27, Leuven 2000.
- Lourens de Vries, ‘Het eigene van De Nieuwe Bijbelvertaling. Uitgangspunten, methode, doelen’ in: Klaas Spronk e.a. (red.), De Bijbel vertaald. De kunst van het kiezen bij het vertalen van de Bijbelse geschriften, Zoetermeer/Kapellen 2007, 11-30.
- Kees van der Ziel, Tegendraads gelezen. Ontmaskering in het voetspoor van Jezus en Paulus, Heerenveen 2017.
- Dieter Zeller, Der erste Brief an die Korinther, Kritisch-exegetischer Kommentar über das Neue Testament 5, Göttingen 2010.
Vakblad Met andere woorden
Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.