Baas over eigen hoofd
Paulus’ betoog in 1 Korintiërs 11:2-16 bezorgt exegeten en vertalers hoofdbrekens. De exacte situatie waarop Paulus reageert, is ons onbekend, de argumentatie is niet gemakkelijk en ‘(on)gelijkheid tussen mannen en vrouwen’ is tegenwoordig een beladen kwestie. In dit artikel licht ik de vertaalkeuzes van de NBV21 beknopt toe.
Ik dank Vincent Stavleu voor zijn voorbereidende werk voor dit artikel.
Samenvatting
1 Korintiërs 11:2-16 is een ingewikkeld betoog van Paulus over een beladen onderwerp: de verhouding tussen mannen en vrouwen in de gemeente. Paulus wil duidelijk maken dat een vrouw de eer van haar man hoog moet houden door tijdens het bidden en profeteren het hoofd bedekt te houden. Dit artikel gaat in op de nieuwe vertaalkeuzes die zijn gemaakt in de NBV21. In het bijzonder komt de vertaling van 1 Korintiërs 11:10 aan de orde, waar in de NBV21 staat dat vrouwen ‘zich wat hun hoofd betreft [moeten] beheersen’. In de NBV21 geeft Paulus vrouwen meer agency dan in andere vertalingen. Tegelijk laat deze passage zien dat Paulus onderdeel uitmaakte van een cultuur die ons in veel opzichten vreemd is. Het slot van het artikel schetst hoe deze passage past binnen het grotere geheel van Paulus’ theologie, die wordt gestempeld door de spanning tussen de ideale toekomst en de aardse werkelijkheid.
De vertaling van 1 Korintiërs 11:2-16 in de NBV21
Bij vertalingen voor een brede gebruikersgroep, zoals de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) en de NBV21, is het van belang dat vertaalkeuzes een brede wetenschappelijke basis hebben. Dit was een aandachtspunt bij het maken van de NBV21. Ook is het wenselijk om als het in het Nederlands kan ruimte te laten voor verschillende interpretaties. Tegelijk moeten vertalers bij omstreden kwesties soms kleur bekennen. Dit is ook het geval bij de vertaling van 1 Korintiërs 11:2-16, een passage die enkele lastige punten bevat, met name in vers 10. De revisie bood een mooie gelegenheid om die heikele kwesties onder de loep te nemen met behulp van binnengekomen opmerkingen en de vertaling op bepaalde punten te verbeteren en aan te scherpen.
Matthijs de Jong & Cor Hoogerwerf, NBV21: De vertaalmethode toegelicht, Haarlem/Antwerpen 2021, 50, 147-197; Matthijs de Jong, ‘Op weg naar de NBV21’ in: Met Andere Woorden 39/2 (oktober 2020), 4-19, zie 14-16.
Dit artikel bestaat uit vier onderdelen. Het begint met een bespreking van 1 Korintiërs 11:2-16 in de NBV en de NBV21, waarbij de wijzigingen in de NBV21 worden toegelicht. Deze eerste paragraaf is een opstap voor de tweede, die ingaat op het grootste vertaalprobleem: dat vrouwen volgens vers 10 ‘een macht op het hoofd’ of wellicht juist ‘macht over hun hoofd’ moeten hebben. Daarop volgt een paragraaf over Paulus en het patriarchaat: hoe dacht hij over man-vrouwverhoudingen in de christelijke gemeenschap? Het artikel sluit af met een korte conclusie.
1. Bespreking van 1 Korintiërs 11:2-16 in NBV en NBV21
NBV
De hoofdbedekking van de vrouw
NBV21
Man en vrouw in de gemeente
Ik beschrijf hieronder het verloop van Paulus’ betoog en bespreek daarbij de wijzigingen in de NBV21. Om te beginnen: het tussenkopje. Dit is in de NBV21 inclusief geformuleerd. Het gaat Paulus hier weliswaar om een gedragsregel voor vrouwen (NBV: ‘De hoofdbedekking van de vrouw’), maar het nieuwe opschrift (‘Man en vrouw in de gemeente’) focust op de algemenere, achterliggende kwestie zoals die het duidelijkst in vers 11-12 naar voren komt.
Uitgebreidere argumentatie bij de uitleg is te vinden in H.W. Hollander, 1 Korintiërs II. Een praktische Bijbelverklaring, T&T, Kampen 2002, 68-84, die op de meeste punten een overtuigende uitleg biedt. De NBV21 veronderstelt overigens nagenoeg dezelfde uitleg als de Bijbel in Gewone Taal, waaraan Harm Hollander meewerkte. Zie verder de recente monografie van Jill E. Marshall, Women Praying and Prophesying in Corinth. Gender and Inspired Speech in First Corinthians, WUNT 2/448, Tübingen 2017, waarin aandacht besteed wordt aan de feministische uitleg van Elisabeth Schüssler Fiorenza en Antoinette Wire. Een selectie uit de overige literatuur: Martina Böhm, ‘1 Kor 11,2–16. Beobachtungen zur paulinischen Schriftrezeption und Schriftargumentation im 1. Korintherbrief ’ in: Zeitschrift für die Neutestamentliche Wissenschaft 97 (2006), 207-234; Gorden D. Fee, The First Epistle to the Corinthians, NICNT, Grand Rapids/Cambridge 2014; Joseph A. Fitzmyer, First Corinthians. A New Translation with Introduction and Commentary, AB 32, New Haven/Londen 2008; Jill E. Marshall, ‘Uncovering Traditions in 1 Corinthians 11:2-16’ in: Novum Testamentum 61 (2019), 70-87; Helmut Merklein & Marlis Gielen, Der erste Brief an die Korinther. Kapitel 11,2-16,24, ÖTKNT 7/3, Gütersloh 2005; Anthony C. Thiselton, The First Epistle to the Corinthians. A Commentary on the Greek Text, NIGTC, Grand Rapids/Cambridge/Carlisle 2000; Christian Wolff, Der erste Brief des Paulus an die Korinther, ThHNT 7, Leipzig 1996.
In vers 3 begint Paulus met de hiërarchie die de Korintiërs kennen. Eerder schreef hij: ‘U bent van Christus en Christus is van God’ (1 Korintiërs 3:23). Dit breidt hij nu uit door ‘u’ te splitsen in man en vrouw, en door de relaties binnen de hiërarchie te beschrijven met het woord ‘hoofd’: ‘Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus.’ De hiërarchie die Paulus hier benoemt sprak in zijn tijd voor zich en is dus niet nieuw. Het gaat Paulus erom hoe je je binnen die gegeven hiërarchie moet gedragen.
Het zinnetje oogt eenvoudig, maar dat is bedrieglijk. ‘Hoofd’ betekent in het Nederlands vaak ‘leider’ of ‘baas’, maar het Griekse kefalê betekent dat nooit, en hier dus ook niet. Toch kunnen we moeilijk anders dan met ‘hoofd’ vertalen, want Paulus sorteert hier al voor op de bedekking van het letterlijke hoofd, waarover hij te spreken komt. Maar wat bedoelt hij met ‘hoofd’ in deze figuurlijke betekenis? Paulus bedoelt daarmee het omgekeerde van wat hij elders ‘beeld’ (eikôn) noemt. ‘Beeld van’ wijst op een weerspiegeling van iets van boven, ‘hoofd van’ op een specifieke betrokkenheid bij dat wat een eenheid met het hoofd vormt. Dit vereist enige uitleg.
Alleen in de Septuaginta komt het voor als een letterlijke vertaling van het Hebreeuws, maar dan gaat het altijd om de leider van een groep.
In het vervolg van de passage speelt het begrip doxa een belangrijke rol in deze hiërarchische verhouding. In 2 Korintiërs komen we iets vergelijkbaars tegen dat onze tekst in 1 Korintiërs 11 kan verhelderen. Gods luister (doxa) wordt weerspiegeld door Christus, die het beeld van God is (2 Korintiërs 4:4). Die luister straalt af van het gezicht van Jezus Christus (2 Korintiërs 4:6
Maar het woord doxa betekent ook ‘eer’ (zie bijvoorbeeld 1 Korintiërs 10:31
In vers 4-6 legt Paulus de verbinding met het letterlijke hoofd. Vrouwen droegen buiten hun eigen huis een hoofdbedekking. Kennelijk raakte bij sommige vrouwen, die bij het bidden en profeteren in geestvervoering waren, de sluier van het hoofd. De NBV21 laat in vers 5-6a scherper uitkomen dat Paulus de schandelijkheid van een vrouw die met onbedekt hoofd bidt of profeteert op één lijn zet met die van een vrouw met een kaalgeschoren hoofd. In vers 6a wordt in de NBV21 de schande van het onbedekte hoofd onderstreept door conform de brontekst ‘kaalknippen of kaalscheren’ te vertalen. Ook is het in vers 6b explicieter gemaakt dat de schande van vrouwelijke kaalheid een algemene norm was. Er staat nu ‘omdat’ in plaats van ‘wanneer’ en ‘vrouwen’ in plaats van ‘vrouw’. Vervolgens staat er aan het eind van vers 6 weer het enkelvoud ‘een vrouw’ om de overgang van de analogie (een kaalgeschoren hoofd is voor vrouwen een schande) naar de regel van de hoofdbedekking te markeren.
Zie voor bidden in klanktaal 1 Korintiërs 14:14. Paulus zelf maakt in 1 Korintiërs 14 een scherp onderscheid tussen onbeheerste klanktaal en beheerste profetie, maar dat is een reactie op de situatie in Korinte.
In de verzen 7-10 betoogt Paulus dat de man beeld van God is en de eer van God op het spel zet als hij zijn hoofd bedekt. Daarentegen hoort de vrouw bij de man en beïnvloedt zij dus primair zijn reputatie (‘luister’). In de NBV21 is in vers 7 een komma toegevoegd omdat je, als je ‘omdat’ aan ‘niet’ koppelt, de tekst verkeerd kunt lezen.
Vers 10 bevat het ingewikkeldste probleem van deze passage. De interpretaties en vertalingen gaan hier zeer verschillende kanten op. De NBV volgt hier een bijzondere uitleg: Paulus geeft toe dat vrouwen zelf moeten beslissen (zelf ‘zeggenschap [moeten] hebben’) over hun hoofdbedekking. De NBV21 volgt een meer gangbare uitleg, dat een vrouw zich wat haar hoofd betreft moet beheersen (en dus een hoofdbedekking moet dragen). Ik bespreek deze kwestie in een aparte paragraaf hieronder.
De functie van de verzen 11-12 is niet eenvoudig vast te stellen. Waarschijnlijk reageren ze op de overtuiging van sommige Korintiërs dat ze in Christus heersers over alles waren en dus, volgens een populair-filosofische invulling daarvan, onafhankelijk van alles en iedereen (zie 1 Korintiërs 3:21-23
De NBV heeft in vers 13 de toevoeging ‘daarom’. Dit is in de NBV21 geschrapt. Vers 13-15 is een nieuwe inzet, een appel op wat men ‘natuurlijk’ vindt (vgl. 1 Korintiërs 11:4-6). Daarom is er ook een alineascheiding aangebracht. In vers 14 kiest de NBV21 een vlottere formulering. In vers 15 slaat de NBV eigenlijk een stapje over: het haar is de vrouw gegeven ‘om een hoofdbedekking te dragen’. De NBV21 heeft ‘(…) om het hoofd te bedekken’, omdat het Grieks waarschijnlijk betekent dat het haar de bedoeling heeft het hoofd te bedekken. De natuur geeft een vingerwijzing, en de lezer moet concluderen: het is kennelijk de bedoeling dat vrouwen de natuur volgen en een hoofdbedekking dragen. De NBV21 laat die laatste gevolgtrekking, net als Paulus, over aan de lezer.
In vers 16 zit nog een lastige kwestie. Bedoelt Paulus dat hij en andere gemeenten niet de gewoonte hebben deze kwestie op de spits te drijven? Of dat hij en de andere gemeenten geen andere gewoonte kennen dan dat vrouwen het hoofd bedekken? Het eerste is aantrekkelijk omdat het de kwestie zou relativeren. Maar de keuze van de NBV en de NBV21 heeft brede steun onder de uitleggers. De NBV21 heeft wel een bondiger formulering en sluit daarmee iets dichter aan op de brontekst.
2. Het interpretatie- en vertaalprobleem in 1 Korintiërs 11:10
De Griekse frase exousian epi tên kefalên echein in vers 10 stelt vertalers en uitleggers voor hoofdbrekens. Een vrouw dient ‘exousia uit te oefenen over haar hoofd’. De traditionele vertaling is dat de vrouw een ‘macht’ of ‘teken van gezag’ op het hoofd moet hebben.
Dan wordt exousia een figuurlijke aanduiding van de voorgeschreven hoofdbedekking. Deze interpretatie loopt echter vast op het probleem dat dit een unieke betekenis van de Griekse frase exousian echein epi zou zijn. Normaliter betekenen deze woorden dat het subject zélf exousia uitoefent. De NBV baseert zich op deze normale betekenis en komt dus met een weergave die afwijkt van alle andere Nederlandse Bijbelvertalingen.
André Kamphuis, ‘1 Korintiërs 11:2-16 ontsluierd in Nederlandse Bijbelvertalingen?’ in: Met Andere Woorden 27/1 (2008), 13-21. Dit artikel uit 2008 kon nog niet ingaan op de Bijbel in Gewone Taal uit 2014, waaraan nagenoeg dezelfde uitleg ten grondslag ligt als aan de NBV21.
Maar ook de NBV blijkt problematisch. Hoewel het niet zo duidelijk blijkt uit de NBV zelf, veronderstelt de uitleg achter de NBV dat Paulus toegeeft dat vrouwen zelf mogen beslissen of ze hun hoofd bedekken. Maar volgens de meest gangbare uitleg wil Paulus hier bereiken dat vrouwen hun hoofd bedekken. De vraag is of ‘Daarom (…) moet een vrouw zeggenschap over haar hoofd hebben’ dan de meest passende vertaalkeuze is. De uitspraak ‘je bent verplicht zelf te kiezen wat je doet’ is paradoxaal. Als exousia (echein) betekent ‘het recht / de vrijheid (hebben) (om te)’ kan dit altijd aangevuld worden met een actie die al of niet uitgevoerd kan worden (Romeinen 9:21
Volgens Alan Padgett, ‘Paul on Women in the Church. The Contradictions of Coiffure in 1 Corinthians 11:2-16’ in: Journal for the Study of the New Testament 20 (1985), 69-86 stelt Paulus tegenover de autoriteitshiërarchie van de Korintiërs een hiërarchie van luister. De vrouw is het hoogtepunt van de schepping en verleent zo luister aan de man. Daarom heeft ze de vrijheid te doen wat ze wil. Volgens de uitleg achter de NBV werd de hiërarchie van luister juist door de Korintiërs voorgestaan en geeft Paulus toe dat ze daarin niet ongelijk hebben. Maar het is hoe dan ook waarschijnlijker dat doxa de eer en reputatie betreft die de vrouw hoog moet houden bij de man, en de man bij God (vgl. 1 Tessalonicenzen 2:19-20).
Er zijn in deze lijn van uitleg twee manieren waarop Paulus’ argumentatie kan worden begrepen. De eerste is dat Paulus gehoord had dat sommige Korintische vrouwen als ze in geestvervoering baden en profeteerden zo heftig met het hoofd bewogen dat de doek die als bedekking fungeerde losraakte. Dit gaf aanstoot aan andere aanwezigen. Paulus zegt dan dat ze de controle over hun hoofd niet moeten verliezen.
De tweede mogelijkheid laat opener wat de oorzaak is van het vermeende probleem en sluit vooral aan bij Paulus’ bredere argumentatie rond exousia. Sommige Korintiërs claimden op grond van hun eenheid met Christus vrijheid om aardse normen als achterhaald te beschouwen. Paulus probeert dit bij te sturen door te wijzen op de gevolgen voor de gemeenschap. De ‘sterke’ Korintiërs hebben inderdaad de exousia om te eten wat ze willen, maar Paulus vindt dat ze moeten afzien van die vrijheid als deze een struikelblok voor anderen wordt (1 Korintiërs 8:9
Zie met name 1 Korintiërs 6:12 en 10:23 (waar het aan exousia verwante woord exestin wordt gebruikt), 8:9 en het voorbeeld van Paulus’ omgang met zijn exousia in hoofdstuk 9.
Voor de NBV21 hebben we voor een vertaling gekozen die past bij de laatste opvatting, zonder de eerste uit te sluiten: ‘Daarom (…) moet een vrouw zich wat haar hoofd betreft beheersen.’ In deze vertaling behoudt de vrouw meer agency (handelingsmacht) dan in traditionele vertalingen. In plaats van dat er over vrouwen gezegd wordt dat ze een teken van de macht over henzelf moeten dragen, spoort Paulus vrouwen aan zelf verantwoordelijkheid te nemen. Door de woordkeuze is het bovendien mogelijk om verbanden te leggen met relevante passages in de brief. In 1 Korintiërs 6:12
3. Paulus en het patriarchaat
In de Odyssee stuurt de jonge twintiger Telemachus zijn moeder Penelope naar haar kamer met de mededeling dat ‘spreken het werk van mannen is, en ik heb het hier voor het zeggen’. Een blik op Twitter, waar misogyne uitingen richting vrouwelijke leiders aan de orde van de dag zijn, leert dat marginalisering van vrouwen een hardnekkig fenomeen is. Ook teksten van Paulus werden en worden hiervoor gebruikt. Het is daarom van groot belang duidelijk te bepalen wat er in 1 Korintiërs 11:2-16
De hier volgende zeer beknopte bespreking maakt gebruik van inzichten uit Karin Neutel, ‘Eindtijd, gelijkheid en broederschap. De ideale gemeente volgens Paulus’ in: Radix 37/4 (2011), 260-271, online te vinden op Digibron (geraadpleegd: 07-03-2022); Karin B. Neutel, A Cosmopolitan Ideal. Paul’s Declaration ‘Neither Jew nor Greek, neither Slave nor Free, nor Male and Female’ in the Context of First Century Thought, The Library of New Testament Studies 513, Londen 2015; en Annette Merz, ‘Gen(de)red power. Die Macht des Genres im Streit um die Frauenrolle in Pastoralbriefen und Paulusakten’ in: HTS Teologiese Studies / Theological Studies 68/1 (2012), artikel 1185, https://hts.org.za/index.php/hts/article/view/1185/0 (geraadpleegd: 07-03-2022).
Voor Paulus en zijn tijdgenoten zijn patriarchale opvattingen vanzelfsprekend. In dit gedeelte zijn de ongelijkwaardige verhoudingen niet iets nieuws. Het gaat erom hoe personen met een vanzelfsprekend verschillende status zich tot elkaar horen te verhouden. Paulus neemt het – in zijn tijd volstrekt gangbare – hiërarchieverschil tussen man en vrouw dus als vanzelfsprekend aan.
Staat dat niet op gespannen voet met Galaten 3:28, waar Paulus schrijft dat in Christus ‘man en vrouw’ niet meer relevant zijn? Waarschijnlijk niet. Met die woorden in Galaten 3
De andere twee paren in Galaten 3:28
De verschillen tussen deze groepen blijven (vooralsnog) bestaan, maar de ideologische basis van het verschil is verdwenen: niet-Joden en slaven staan in Christus niet meer op achterstand. En dat heeft concrete gevolgen voor het leven in de gemeente. Geldt datzelfde dan niet ook voor de man-vrouwverhouding? Als vrouwen niet meer via het huwelijk in relatie tot hun man kunnen worden gedefinieerd, relativeert dat het statusverschil tussen beide seksen. Dit is in het vroege christendom ook gebeurd: sommige vrouwen zagen af van het huwelijk en kozen ervoor hun leven te wijden aan de Heer, waardoor ze soms een prominente rol speelden in hun kerk. Bestaande verhoudingen kwamen zo ter discussie te staan. Het tweede-eeuwse verhaal over Paulus en Thekla weerspiegelt deze realiteit.
Een recente vertaling van de Handelingen van Thekla is te vinden in Vincent Hunink, Vrouwen naast Paulus. Twee romans uit het vroege christendom, Budel 2013.
Paulus had ervoor kunnen kiezen om te zeggen: als je je in het aardse verband van het huwelijk bevindt, moet je die verhouding ook respecteren en je daarnaar gedragen. Hij kiest niet voor deze relativerende toon, maar het is vervolgens misschien veelzeggend dat hij zich vooral moet beroepen op de ordening van de schepping van de huidige wereld. Het zou interessant zijn om dit te vergelijken met Paulus’ verdediging van het bevoegd gezag in Romeinen 13
Paulus en zijn tijdgenoten veronderstelden dat het schandalig is als een vrouw zonder hoofdbedekking in het openbaar verschijnt, en dat vrouwen een lagere status hebben dan mannen. Mensen die deze teksten als gezaghebbend zien, staan voor een keuze. Volgen we Paulus naar de letter of naar de geest? Enerzijds is het duidelijk dat Paulus als kind van zijn tijd een hiërarchisch verschil tussen man en vrouw vanzelfsprekend vindt en daarop voortborduurt in zijn concrete voorschriften. Anderzijds kunnen we stellen dat in zijn theologie een betekenispotentieel zit dat hij zelf nog niet kon aanboren.
Als vertaler zit je een auteur dicht op de huid. Wat mij treft bij Paulus is zijn dynamische manier van denken en de flexibiliteit waarmee hij reageert op de situaties waarmee hij te maken kreeg. Aan zijn kernboodschap valt niet te tornen, maar daaromheen weeft hij betogen met een sterk situationeel en soms ad hoc karakter. Dat nodigt uit om in Paulus’ lijn door te blijven denken en ook in onze situatie te reflecteren op de ideale samenleving van de nieuwe schepping – onder meer wat betreft de verhouding tussen de geslachten – en op welke concrete gevolgen dat heeft voor onze manier van samenleven.
Conclusie
In 1 Korintiërs 11:2-16
In de NBV21 geeft Paulus vrouwen meer agency dan in andere vertalingen, waar vrouwen slechts een ‘teken van gezag’ op het hoofd moeten doen. Gezag is hier echter geen punt van discussie, maar eer en schande. Paulus wil dat vrouwen hun hoofd de baas zijn.
Deze passage laat hoe dan ook zien dat Paulus onderdeel uitmaakte van een cultuur die ons in veel opzichten vreemd is. Maar samen met vele andere gedeelten uit zijn brieven zien we hierin óók hoe hij zich bewoog in het spanningsveld tussen de ideale toekomst en de voorlopige aardse werkelijkheid.
Drs. Cor Hoogerwerf is specialist vertalen en exegese Nieuwe Testament bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en werkte mee aan de NBV21.
Bronvermelding
Cor Hoogerwerf, ‘Baas over eigen hoofd. De vertaling van 1 Korintiërs 11:2-16 in de NBV21’ in: Met Andere Woorden 41/1 (mei 2022), 4-17.
Geraadpleegde literatuur
- Martina Böhm, ‘1 Kor 11,2–16. Beobachtungen zur paulinischen Schriftrezeption und Schriftargumentation im 1. Korintherbrief ’ in: Zeitschrift für die Neutestamentliche Wissenschaft 97 (2006), 207-234.
- Gorden D. Fee, The First Epistle to the Corinthians, NICNT, Grand Rapids/Cambridge 2014.
- Joseph A. Fitzmyer, First Corinthians. A New Translation with Introduction and Commentary, AB 32, New Haven/Londen 2008.
- H.W. Hollander, 1 Korintiërs II. Een praktische Bijbelverklaring, T&T, Kampen 2002.
- Matthijs de Jong, ‘Op weg naar de NBV21’ in: Met Andere Woorden 39/2 (oktober 2020), 4-19.
- Matthijs de Jong & Cor Hoogerwerf, NBV21: De vertaalmethode toegelicht, Haarlem/Antwerpen 2021.
- André Kamphuis, ‘1 Korintiërs 11:2-16 ontsluierd in Nederlandse Bijbelvertalingen?’ in: Met Andere Woorden 27/1 (2008), 13-21.
- Jill E. Marshall, Women Praying and Prophesying in Corinth. Gender and Inspired Speech in First Corinthians, WUNT 2/448, Tübingen 2017.
- Jill E. Marshall, ‘Uncovering Traditions in 1 Corinthians 11:2-16’ in: Novum Testamentum 61 (2019), 70-87.
- Helmut Merklein & Marlis Gielen, Der erste Brief an die Korinther. Kapitel 11,2-16,24, ÖTKNT 7/3, Gütersloh 2005.
- Alan Padgett, ‘Paul on Women in the Church. The Contradictions of Coiffure in 1 Corinthians 11:2-16’ in: Journal for the Study of the New Testament 20 (1985), 69-86.
- Anthony C. Thiselton, The First Epistle to the Corinthians. A Commentary on the Greek Text, NIGTC, Grand Rapids/Cambridge/Carlisle 2000.
- Christian Wolff, Der erste Brief des Paulus an die Korinther, ThHNT 7, Leipzig 1996.
Vakblad Met andere woorden
Met Andere woorden is hét tijdschrift dat je up-to-date houdt over het vertalen van de Bijbel. Ook biedt Met Andere Woorden inspirerende artikelen op het snijvlak van vertalen en Bijbeluitleg.