Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Aram en Arameeërs in de Bijbel

Aram is de bijbelse naam van de regio waar nu Syrië ligt. De verschillende bevolkingsgroepen in die regio worden Arameeërs genoemd. Omstreeks 1500 voor Christus zijn zij vanuit het oosten Mesopotamië binnengedrongen. Aram bestaat uit een aantal kleine koninkrijken. Ze spelen een belangrijke rol in de geschiedenis van Israël. De Aramese taal werd ook in Israël gesproken.

Aram in de Bijbel

De Arameeërs die in de Bijbel voorkomen, komen uit een streek of uit een klein koninkrijk in het gebied dat Aram wordt genoemd: Paddan-Aram, Aram-Naharaïm, Aram-Soba, Aram-Damascus, Aram-Maächa of Gesur.

Paddan-Aram

Paddan-Aram is de naam van de streek waarin de stad Charan ligt (Genesis 11:31). Voor hetzelfde gebied wordt ook wel de naam Aram-Naharaïm gebruikt. Dat is de streek waarin de Eufraat afbuigt naar het oosten. Paddan-Aram is bekend als de streek waar de familie van Abraham woont. Rebekka, de vrouw van Isaak, en haar broer Laban komen hiervandaan (zie Genesis 24:10; Genesis 28:5). De regeringscentra in Paddan-Aram zijn behalve Charan: Gozan (2 Koningen 17:6), Petor, de stad waar Bileam woont (Numeri 22:5), Bit-Adini (= Eden in 2 Koningen 19:12 en Bet-Eden in Amos 1:5).

Aram-Soba

Aram-Soba is een Aramees koninkrijk onder leiding van Hadadezer, de koning die door David is verslagen (2 Samuel 8:3-8).

Aram-Damascus

Aram-Damascus wordt in het Oude Testament altijd aangeduid met de naam Aram. Damascus is de belangrijkste Aramese regeringsstad ten oosten van Israël. De stad is gesticht door Rezon, een militair uit het leger van Hadadezer van Soba, die na de nederlaag tegen David weg kon vluchten. Hij stichtte in Damascus, in het zuiden van Syrië, een eigen koninkrijk (zie 1 Koningen 11:23-25). In de periode van 900 tot 700 voor Christus werken de koningen van Damascus veel samen met andere volken om de Assyriërs, die steeds machtiger worden, tegen te houden. Aan het einde van de negende eeuw voor Christus veroveren de Arameeërs vanuit Damascus verschillende delen van Israël. Dit doen ze onder leiding van Hazaël (zie 2 Koningen 10:32-33). In 732 voor Christus wordt Damascus door de Assyriërs veroverd. Daarmee komt ook een einde aan de samenwerking tussen koning Resin van Damascus en koning Pekach van Samaria. Beide koningen probeerden koning Achaz van Jeruzalem te overwinnen (2 Koningen 16:5; Jesaja 7:1-9).

Aram-Maächa

Aram-Maächa en Gesur zijn twee kleine Aramese staatjes in het gebied ten oosten van de Jordaan, tussen de berg Hermon en de omgeving van het Meer van Kinneret (zie 2 Samuel 10:6). David is getrouwd geweest met Maächa, de dochter van koning Talmai van Gesur. Zij was de moeder van Absalom (2 Samuel 3:3).

Haal het meeste uit debijbel.nl

Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot:

  • Meer dan 20 Bijbelvertalingen (waaronder bronteksten)
  • Extra achtergrondinformatie
  • Studieaantekeningen

Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons