Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Vrouwen en religieuze taken in het Oude Testament

In het leven van vrouwen in Israël speelde religie een grote rol. Niet alleen bij de profetessen die in het Oude Testament voorkomen, maar ook in het dagelijkse leven van de gewone vrouw.

Profetessen

In het Oude Testament worden vier profetessen bij naam genoemd: Mirjam (Exodus 15:20), Debora (Rechters 4:4), Chulda (2 Koningen 22:14; 2 Kronieken 34:22) en Noadja (Nehemia 6:14) (er wordt in het Oude Testament vaker gesproken over profetessen die, net als Noadja, niet op gezag van God, maar op eigen gezag profeteerden (Ezechiël 13:17)).
De teksten over Mirjam maken duidelijk wat het in de tijd van het Oude Testament betekende om profetes te zijn: God sprak in dromen en visioenen met een profeet of profetes (Numeri 12:6). Debora was niet alleen profetes, maar ook rechter. Voordat er koningen in Israël waren, was er waarschijnlijk meer ruimte voor vrouwen in posities die later alleen door mannen vervuld werden.

Taken bij de heiligdommen

Er werkten ook vrouwen bij de Israëlische heiligdommen. Zo waren er vrouwen die dienstdeden bij de ingang van de ontmoetingstent, de voorloper van de tempel (Exodus 38:8; 1 Samuel 2:22). Er waren zangeressen (Ezra 2:65; Nehemia 7:67), klaagvrouwen (Jeremia 9:16-19), danseressen en muzikanten (Psalm 68:26). In de tempel zelf werkten alleen mannen.

Religie in huis

In de wereld van de Bijbel speelde de godsdienst een belangrijke rol in het dagelijks leven. In Israël zijn bijvoorbeeld veel figuurtjes van klei of steen gevonden, die waarschijnlijk thuis werden gebruikt. Het zijn vooral vrouwelijke figuurtjes. Die vrouwen zouden een godin kunnen voorstellen, maar ook de vrouwen zelf. Omdat we dit niet precies weten, is het niet helemaal zeker waar de figuurtjes precies voor gebruikt werden. Ze hadden waarschijnlijk wel een religieuze functie. De figuurtjes kunnen een rol gespeeld hebben in rituelen rond vruchtbaarheid, zwangerschap, geboorte en sterven. Vrouwen gebruikten ook andere voorwerpen bij de rituelen die zij thuis uitvoerden. Je kunt hierbij denken aan: sieraden, amuletten, kralen en schelpen. In de huizen van stamleiders stonden ook altaartjes, die door de gemeenschap gebruikt werden.

Verboden praktijken

In het Oude Testament worden nog een aantal beroepen of taken genoemd die verboden waren: dodenbezweersters (1 Samuel 28:7) en tovenaressen (Exodus 22:7). Deze beroepen waren niet alleen voor vrouwen: waarzeggers, wolkenschouwers, wichelaars en andere rollen konden door zowel mannen als vrouwen vervuld worden (Leviticus 19:26,31; Deuteronomium 18:10-11; 2 Koningen 21:6; Jeremia 27:9).
Ook werden er in Israël vaak andere goden vereerd. Soms worden vrouwen afgeschilderd als degenen die het initiatief nemen en mannen hiertoe verleiden (bijvoorbeeld 1 Koningen 11:1-8; 1 Koningen 15:13). Het feit dat veel van de in Israël gevonden figuurtjes vrouwen voorstellen, lijkt dat beeld te bevestigen. Maar over het algemeen laten de teksten zien zowel vrouwen als mannen betrokken waren bij het vereren van andere goden (zie 1 Samuel 19:13; Ezechiël 8:14-15; Jeremia 7:18; 2 Koningen 23:7).

Haal het meeste uit debijbel.nl

Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot:

  • Meer dan 20 Bijbelvertalingen (waaronder bronteksten)
  • Extra achtergrondinformatie
  • Studieaantekeningen

Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.10
Volg ons