Wie is de zoon van David?
Een deel van het Joodse volk verwachtte rond het begin van de jaartelling een bijzondere afstammeling van David
Als het koningshuis van David niet meer aan de macht is, verwachten de profeten de terugkeer van een koning uit het koningshuis van David (zie bijvoorbeeld Ezechiël 34:23-24). In sommige Joodse stromingen ontstaat hieruit de verwachting van een Davidische messias
De titel ‘zoon van David’ sluit aan bij de politieke kant van het idee van een messias. Sommige volgelingen zagen Jezus
Jezus, familie van koning David
De geslachtslijsten van Jezus (in Lucas 3:23-38 en Matteüs 1:2-17) laten onder andere zien hoe Jezus van David afstamt. Het gaat de evangelisten er hier niet om een precieze genealogie op te schrijven, maar om Jezus met David en zijn andere voorouders te verbinden. Zo laten ze al iets zien van de betekenis en het belang van Jezus en zijn missie. Ook in een vroege tekst als Romeinen 1:3 wordt Jezus al een nakomeling van David genoemd.
De titel ‘Zoon van David’ in de evangeliën
De evangelisten gebruiken de titel ‘Zoon van David’ voor Jezus op verschillende manieren:
- In Matteüs
speelt de titel ‘Zoon van David’ een belangrijke rol. Al in het opschrift van de geslachtslijst in Matteüs 1:1 wordt Jezus ‘Zoon van David’ genoemd. Jezus wordt ook met deze titel aangesproken, bijvoorbeeld in wonderverhalen. - In Marcus
is de Davidische afkomst van Jezus minder belangrijk. De titels ‘messias ’,‘Heer ’ en ‘Mensenzoon ’ zijn in dit evangelie belangrijker dan ‘Zoon van David’. Alleen de blinde Bartimëus spreekt Jezus aan als ‘Zoon van David’. - Voor Lucas
vervult Jezus de belofte dat de messias uit het huis van David komt (zie bijvoorbeeld Handelingen 13:22-23). - In het Johannes-evangelie
is de aardse afstamming van Jezus minder belangrijk. Het enige dat telt is zijn hemelse afkomst. In het vroegchristelijke geschrift ‘de brief van Barnabas’ wordt die lijn doorgezet: daar ontkent de schrijver zelfs dat Jezus een afstammeling van David is. Zo wordt nog duidelijker benadrukt dat Jezus de Zoon van God is (Barnabas 12:10).