Het avondmaal in de Bijbel
Het avondmaal is in de vroege kerk een liturgische maaltijd die gebaseerd is op Jezus’ laatste maaltijd met de twaalf leerlingen op de avond voor zijn dood. In de Bijbel wordt met verschillende woorden gewezen op het avondmaal:
- 'breken van het brood' (zie Handelingen 2:42)
- 'maaltijd van de Heer' (zie 1 Korintiërs 11:20)
- 'maaltijd' (zie 1 Korintiërs 11:25)
Jezus en maaltijden
In de evangeliën spelen maaltijden een belangrijke rol. Jezus gaat bijvoorbeeld bij een farizeeër
De laatste maaltijd van Jezus past goed bij de nadruk op maaltijden tijdens zijn publieke optreden.
Betekenis van het avondmaal
Door de naderende dood van Jezus krijgt zijn laatste avondmaaltijd een bijzondere betekenis. Jezus zegt zijn leerlingen dat hun verbondenheid met hem niet zal ophouden bij zijn dood. Het brood en de wijn die hij aan zijn leerlingen geeft, staan voor zijn lichaam en zijn bloed. Beide zijn symbool voor zijn leven, dat hij aan het kruis opgeeft.
Jezus roept zijn leerlingen op om de maaltijd in zijn naam te blijven vieren. Zo is het een vooruitblik op het koninkrijk van God
Een echte maaltijd
De maaltijd van de Heer werd door de eerste christenen gecombineerd met een echte maaltijd. De gelovigen lieten zo zien dat ze een soort familie waren, dat ze bij elkaar hoorden. Maar dat leidde ook tot problemen, zie bijvoorbeeld 1 Korintiërs 11:17-34. Deze problemen zorgden er waarschijnlijk voor dat het vieren van het avondmaal en het gemeenschappelijke eten van elkaar losgekoppeld werden.
Verschillende woorden
In de christelijke kerken worden verschillende woorden gebruikt voor het avondmaal. In protestantse kerken spreken mensen over het avondmaal of de maaltijd van de Heer. In de rooms-katholieke kerk noemen mensen deze maaltijd de eucharistie. Eucharistie betekent ‘dankzegging’; het is afgeleid van het dankgebed dat aan het begin van de maaltijd wordt uitgesproken.