visioen
Een visioen is in de Bijbel een bovennatuurlijke visuele ervaring die mensen (meestal profeten) van God ontvangen: God laat mensen iets zien, en geeft hun op die manier een boodschap door. Vaak is het de onthulling van iets wat in de toekomst gaat gebeuren.
Terminologie
Het Hebreeuws kent verschillende woorden voor āvisioenā. De belangrijkste zijn chazon en marʾeh. Beide woorden hebben te maken met een werkwoord in de betekenis van āzienā, en met twee Hebreeuwse woorden voor āzienerā. Een āzienerā is een andere aanduiding voor een profeet.
Visioenen in de klassieke profeten
In de klassieke profeten, zoals Amos en Obadja, is het visioen een gebruikelijk middel van God om met profeten te communiceren. Het visioen is in deze teksten ongeveer hetzelfde als de openbaring van Gods woord (zie bijvoorbeeld Obadja 1:1). God maakt in een visioen bekend wat er in de nabije toekomst met Israƫl zal gebeuren.
Visioenen in de latere profetische boeken
In latere profetische boeken worden visioenen steeds omvangrijker en complexer. Dat is bijvoorbeeld te zien in de boeken Ezechiƫl en Daniƫl. Zo krijgt de profeet in Ezechiƫl 9 een lang en dramatisch visioen over de val van Jeruzalem. Behalve openbaringen over de toekomst krijgt Ezechiƫl ook een visioen van de stralende verschijning van God (Ezechiƫl 1:28).
In het boek DaniĆ«l komt het woord āvisioenā ongeveer dertig keer voor. De visioenen onthullen op een raadselachtige en wonderbaarlijke manier kennis over de toekomst (bijvoorbeeld in DaniĆ«l 7).
De opbouw van een visioen in het Oude Testament
Visioenen zijn in het Oude Testament meestal opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel beschrijft wat de profeet ziet. In het tweede deel is God of de profeet aan het woord, en volgt er een uitleg van het visioen (zie bijvoorbeeld Amos 7:1-3).
Dromen en visioenen
In de Bijbel worden visioenen soms in ƩƩn adem genoemd met dromen, zoals in JoĆ«l 3:1. God gebruikt beide om een boodschap aan mensen door te geven. Toch is er in de Bijbel verschil tussen een visioen en een droom. Een droom is een voorstelling die altijd plaatsvindt tijdens de slaap, terwijl dat bij een visioen niet het geval hoeft te zijn (zie echter het ānachtelijk visioenā in onder andere DaniĆ«l 2:19 ): een visioen kon ook optreden als een extatische ervaring (de profeet is dan 'in vervoering').
In het Oude Testament komen dromen als goddelijke openbaring hoofdzakelijk voor in vertellingen (bijvoorbeel in Genesis 28:12 en Genesis 37:5), en nauwelijks in profetische teksten. Profeten spreken soms zelfs negatief over dromen (Jeremia 23:25).