Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De opening van de brieven van Paulus

Paulus opent al zijn brieven op een vergelijkbare manier. Hij begint met zijn eigen naam, de geadresseerde(n) en de reden voor de brief. Hiermee hield Paulus zich aan bestaande briefconventies uit zijn tijd.

Standaardopening

Paulus begint de eerste zin van al zijn brieven met het noemen van zijn eigen naam als afzender, en soms ook van medeauteurs zoals Timoteüs.
Daarnaast noemt hij degene aan wie hij zijn brief schrijft. De ontvangers kunnen individuele personen zijn (bijvoorbeeld Filemon), of een of meerdere (huis)gemeentes (bijvoorbeeld ‘allen in Rome’). In de tweede zin wenst Paulus de lezers van zijn brief altijd een zegen toe:

'Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.'

Captatio benevolentiae

Meestal beginnen Paulus’ brieven naast de standaardopening met een positieve opmerking over de lezers van zijn brief. Zo wil hij zijn lezers gunstig stemmen. Bijvoorbeeld in Romeinen 1:8-12, waar Paulus zo begint:

‘Allereerst dank ik door Jezus Christus mijn God voor u allen, omdat er in de hele wereld over uw geloof gesproken wordt. God, die ik door de verkondiging van het evangelie over zijn Zoon vol overgave dien, is mijn getuige dat ik u onophoudelijk in mijn gebeden noem.’

Dit wordt ook wel captatio benevolentiae genoemd en is ook bekend uit brieven van zijn tijdgenoten. Zij danken hun goden vaak voor hun lezers.
In twee brieven laat Paulus deze captatio achterwege: in 1 Korintiërs en in Galaten. In beide brieven heeft dat waarschijnlijk te maken met een gespannen verhouding tussen Paulus en de betreffende gemeente. Paulus wil in deze brieven meteen tot de kern van de zaak komen.

 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons