Marcus 10:13-31 – Preekinspiratie
Deze passage in de NBV21
Het koninkrijk van God binnengaan
Waar gaat het om in dit gedeelte?
Bekijk
met: Marlon Winedt, voorganger op Curaçao en vertaalconsulent
Ter inspiratie: De controle uit handen geven
In onze tekst heeft Jezus twee ontmoetingen en de manier waarop ze beginnen, zegt al heel veel. De mensen die kinderen bij Jezus proberen te brengen worden tegengehouden, de rijke man krijgt vrije doorgang. De kinderen en hun begeleiders horen we niet spreken in de tekst. De rijke man heeft zijn woordje klaar. Het contrast is groot.
Jezus’ houding is echter dezelfde: de rijke is net zo welkom als de kinderen. Nu kennen we Jezus als iemand die heel kritisch is op de macht van het geld. Dat komt in allerlei uitspraken terug. De bekendste zijn ‘je kunt niet God dienen en de mammon’, en de uitspraak in onze tekst over de kameel en het oog van de naald. Toch staat Jezus niet negatief tegenover de rijke man, maar liefdevol. Hij moedigt hem aan om de laatste stap te zetten die hem nog scheidt van Gods koninkrijk: afstand doen van zijn bezit. Daarop gaat de man somber naar huis, dat offer is hem te groot.
Het is niet zo dat rijkdom volgens Jezus per definitie fout is, maar dat geld o zo makkelijk tussen jou en God komt te staan, omdat geld je wijsmaakt dat je onafhankelijk bent. De rijke man leeft helemaal volgens Gods regels. Maar Jezus laat zien dat zijn rijkdom hem in de weg zit: hij wil zelf de touwtjes in handen houden. Terwijl alleen wie zich afhankelijk weet van God zichzelf ook helemaal kan geven.
Dat laat de ontmoeting met de kinderen zien. De leerlingen willen die kinderen bij Jezus vandaan houden, want kinderen tellen niet mee. In Jezus’ tijd hadden kinderen een lage sociale status, net als zieke of mismaakte mensen. Ze zijn kwetsbaar en afhankelijk. Het is daarom niet eervol voor een meester zoals Jezus om je met kinderen in te laten – net zo min als met onreine mensen, tollenaars of hoeren.
Jezus gaat niet mee in wat zijn leerlingen eervol vinden. Hij identificeert zich met de minst belangrijke mensen (9:37) en maakt duidelijk dat Gods koninkrijk er juist voor hen is (10:14). Het is dan ook niet voor niets dat Hij de kinderen aanraakt (zoals Hij zieken aanraakt), de handen oplegt en zegent. Binnengaan in Gods nieuwe wereld is geen vanzelfsprekendheid. Net zoals het moeilijk is voor rijke mensen, is het moeilijk voor mensen die prat gaan op macht en op status.
Om jezelf aan God te kunnen toevertrouwen moet je afstand doen van alles wat je groot maakt in de ogen van de wereld. Je positie, je status, je bezit. Hoewel de positie van kinderen in onze tijd, in zowel gezin als samenleving, fundamenteel anders is dan in de tijd van Jezus, is de les niet moeilijk te begrijpen. Juist de dingen waaraan je de meeste zekerheid ontleent in deze wereld, die je het idee van controle geven, kunnen je relatie met God ondermijnen. Je kunt je alleen helemaal toevertrouwen aan God als je daadwerkelijk ervaart en beseft dat je Hem nodig hebt.
Meer weten?
Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?
Op deze pagina
In dit verdiepend artikel
Hier
En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier
Op deze pagina:
... vind je in video-vorm, podcast en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.
In deze passage laat Jezus zien dat status en rijkdom een obstakel zijn op weg naar Gods nieuwe wereld; het zijn juist de kinderen – die in zijn tijd niet meetelden – die de weg wijzen.
Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.