Dag 8 | De geboorte van Johannes
Bijbeltekst(en)
Lucas 1
De geboorte van Johannes
Het loflied van Zacharias kan gelezen worden als een uitwerking van de betekenis van de naam Johannes/Yochanan (God (JHWH) is genadig) in het kader van het toekomstige optreden van Johannes. De naam van Johannes speelt op ten minste twee manieren een rol.
Ten eerste wordt de inhoud van de naam genoemd in vers 58: ‘Haar buren en verwanten hoorden hoe barmhartig de Heer voor haar was geweest, en ze verheugden zich samen met haar.’ Elisabet was als vrouw zonder twijfel de ‘hoofdverdachte’ inzake de kinderloosheid van Zacharias en haarzelf. De zwangerschap en uiteindelijke geboorte van Johannes zijn voor haar dan, tenminste in de ogen van precies dezelfde mensen die haar vanwege haar kinderloosheid eerst verachtten, een teken van Gods barmhartigheid, dan wel: genade. Dat is precies de betekenis van de naam van haar kind, zoals de engel opdracht gegeven heeft om het te noemen. De naam komt nu heel nadrukkelijk van de moeder – zoals dat bij Jezus ook het geval zal zijn – ondanks het feit dat de naam buiten de familietraditie valt (vers 59).
Een tweede manier waarop Johannes’ naam een rol speelt, komt van Zacharias, die weer kan spreken en dit gebruikt om dat te doen waar mond en tong voor bedoeld zijn, namelijk het lofprijzen van God (vers 64). Het thema van deze lofprijzing is Gods genade. Hoewel dit lied gezongen wordt aan het begin van het leven van Johannes is het heel stellig: Zacharias profeteert in die zin dat hij stelt hoe het eigenlijk zit met het lot van Israël en de wereld, ook wanneer dit allemaal nog waar moet worden. Het is de spanning tussen het ‘al’ en ‘nog niet’ waardoor de Joodse en (later ook) christelijke traditie beide gekenmerkt worden. Met het optreden van Jezus en Johannes staat ook Gods trouw op het spel – uit hun leven moet blijken hoe betrouwbaar Gods beloften zijn.
Zacharias laat een belangrijk Bijbels aspect van vrijheid klinken: vrijheid van iets (vijanden, zonde, honger, et cetera) is altijd vrijheid voor iets, met name om God en de naaste lief te kunnen hebben en goed samen te kunnen leven. Absolute vrijheid of vrijheid op zichzelf bestaat niet – bevrijding en vrijheid zijn nooit doelen, het zijn middelen om tot goede gemeenschap te kunnen komen.
Lucas schetst een heel ‘aards’ idee van wat verlossing is – hoe past dat bij je eigen gedachten over en geloof in ‘verlossing’?