Dag 4 | Vlucht, kindermoord en terugkeer
Bijbeltekst(en)
Matteüs 2
De vlucht en terugkeer van Jozef, Maria en Jezus, met daartussenin de kindermoord in Betlehem, verweeft het verhaal over de eerste jaren van Jezus’ leven nauw met het verhaal van Israël. Dit werpt licht op de betekenis van Jezus. zijn leven volgt hetzelfde patroon als dat van Mozes, en als nieuwe Mozes zal Hij zijn volk bevrijden van een ander soort slavernij
Jezus wordt ook gezien als de nieuwe David, die als koning zal heersen over Israël en de volken. Weer zien we het contrast tussen Herodes en Jezus. Herodes is een wrede tiran, die veel kinderen laat doden. Jezus is een weerloos kind, dat veel lijden zal ondergaan.
Matteüs gebruikt veel citaten uit het Oude Testament om te laten zien dat Jezus de zoon van God is. Hij schetst een wereld waarin God zelf aanwezig is in Jezus, die leven en hoop brengt voor alle mensen. De tekst is zo een vorm van literair verzet tegen het Romeinse Rijk, dat zichzelf als het centrum van de wereld beschouwt.
Voor Herodes is Jezus duidelijk een bedreiging, waarop hij het enige antwoord geeft dat hij lijkt te kennen, net zoals de farao in Mozes’ tijd: bruut geweld. Hoe ga je in je eigen leven om met bedreigingen en concurrentie? In de privésfeer, op het werk, in de kerk?
Door Jezus en Mozes zo met elkaar te verbinden, schept Matteüs de verwachting dat Jezus het volk zal bevrijden. Eerder heeft hij al iets soortgelijks gezegd, toen hij Jezus’ twee namen introduceerde. Hoe verhoudt dit zich tot je eigen beeld van Jezus? Heeft Jezus een bevrijdende betekenis? Heb je door Jezus bevrijding ervaren, en zo ja: waarvan?