Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Dag 3 | Wijzen uit het Oosten

Bijbeltekst(en)

De vlucht voor Herodes en Archelaüs

1Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. 2Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ 3Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. 4Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. 5‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: 6“En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ 7Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, 8en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ 9Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. 10Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. 11Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. 12En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.

Matteüs 2:1-12NBV21Open in de Bijbel

De geboorte van Jezus in Betlehem ten tijde van koning Herodes is de vervulling van de beloften aan Abraham en David, die beide een bijzondere zoon kregen.

Jezus wordt erkend als de nieuwe koning van de Joden door de wijzen uit het Oosten, die een ster volgen en Hem geschenken brengen. Deze wijzen zijn een teken van de opening van Israël voor de niet-Joodse volken, die Jezus zullen aanbidden als God met ons.

Matteüs speelt ook met het contrast tussen Herodes en Jezus, die beide koning genoemd worden, maar een heel andere soort heerschappij hebben. Herodes is afhankelijk van het Romeinse Rijk, dat zichzelf als het centrum van de wereld beschouwt. Jezus daarentegen is het centrum van Gods heilsplan, dat zich uitstrekt over alle volken.

De ‘wijzen uit het Oosten’ zijn eigenlijk ‘outsiders’ die beter in de gaten hebben waar het in het kind Jezus om gaat dan de ‘insiders’ en degenen die de touwtjes in handen hebben. Hoe werkt dat in je eigen omgeving? Hoe ga je ermee om wanneer je van ‘buiten’ op iets gewezen wordt wat je zelf niet zag, of niet meer zag?

We zijn eraan gewend om dit verhaal te lezen uit het perspectief van Jezus en de latere kerk, maar wat gebeurt er als je het leest uit het perspectief van Herodes en de gevestigde orde?
Hoe reageer jij op aankondigingen van iets nieuws, iets dat onze wereld zoals die is en draait op zijn vanzelfsprekendheid bevraagt? Wat verwacht je in dit opzicht van God? Bevestiging? Uitdaging? Allebei?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons