18Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd,
denk niet terug aan het verleden.
19Zie, Ik ga iets nieuws verrichten,
nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?
Ik baan een weg door de woestijn,
maak rivieren in de wildernis.
20De wilde dieren zullen Mij eer bewijzen,
de jakhalzen en de struisvogels,
omdat Ik water schep in de woestijn
en rivieren in de wildernis;
het volk dat Ik heb uitgekozen, laat Ik drinken.
21Dit is het volk dat Ik mij gevormd heb,
het zal mijn lof verkondigen.
Waarop kijk jij graag terug? En wat is jouw hoop voor de toekomst?