Dag 4
Bijbeltekst(en)
Exodus 13
De Israëlieten krijgen de opdracht om de bevrijding uit Egypte te blijven herdenken door ieder jaar het paasfeest te vieren. Tijdens dit feest moeten ze een lam offeren, net zoals de Israëlieten voor hun vertrek uit Egypte een lam slachtten en het bloed daarvan aan hun deurposten streken (zie Exodus 12:3-10). Ook mogen ze zeven dagen lang niets eten waar gist in zit. Het ongegiste brood herinnert aan de haast waarmee het volk uit Egypte is vertrokken. Maar het heeft nog een andere betekenis: gist staat symbool voor bederf. Door gist wordt brood sneller oud en bederft het eerder. De Israëlieten moesten als nieuw volk uit Egypte wegtrekken, en daarom moest alles wat tot bederf kan leiden – zowel in letterlijke als in figuurlijke zin – worden vermeden. In het Nieuwe Testament vind je deze gedachte terug in 1 Korintiërs 5:6-8: net zoals een klein beetje gist het hele deeg kan laten rijzen, zo kan het zondige gedrag van één persoon invloed hebben op de hele gemeente.
Wat laat jij in de aanloop naar Pasen achter(wege)?